Op een geïmproviseerd podium in een voormalige regenjassenfabriek, ingeklemd tussen wat inpandige winkeltjes en een kookstudio, staat een contrabassist en zitten twee gitaristen en een trompettist. De markante gestalte van de bassist vult het nauwelijks twee meter brede verhoog. Fraai tegenlicht versterkt de fragiliteit die de musicus opwekt als hij vertelt over dertien jaar geleden, toen hij het hoofdje van zijn pasgeboren dochter in zijn handpalm legde en het lijfje genoeg had aan zijn onderarm, om te rusten. Hij kondigt daarmee het volgende nummer van zijn band A Traveller’s Tale aan: ‘Waltz For My Little Lady’. Sommige emoties kunnen niet waarachtiger zijn.

Het geïmproviseerd podium in een voormalige regenjassenfabriek
Het geïmproviseerd podium in het industriële Falcon Gebouw, een voormalige regenjassenfabriek aan de Piushaven in Tilburg.

De contrabassist is Eric van der Westen, de gitaristen Aron Raams en Ferdi Lancee en de trompettist Joël Botma. Samen vormen zij de (gelegenheids)formatie A Traveller’s Tale en samen leiden zij een avond in die door het leven zal gaan als Love Boat Experience. Eric van der Westen en Aron Raams vormen de basis van A Traveller’s Tale, de andere twee zijn gasten, vandaar de omschrijving ‘gelegenheid’. Gevieren beginnen ze aan een concert, dat je kunt omschrijven als Americana, de nieuwe richting die de van oorsprong jazzmusici Raams en Van der Westen zijn ingeslagen. Americana, de smeltpot van country, folk, blues en jawel, ook jazz.

PIJPENLA

Het is een bijzonder gezelschapje, daar in die lange pijpenla van dat industriële Falcon Gebouw. Twee mannen die de jazz jarenlang hebben gediend, een jonge trompettist die dat in de toekomst gaat doen en een gitarist die tegenwoordig deel uitmaakt van de formatie Gare du Nord, maar in de jaren tachtig als componist furore maakte met de megahit Suzanne van VOF De Kunst. Op zijn semi-akoestische (slag)gitaar beperkte Ferdi Lancee zich voornamelijk tot begeleiden, maar hij deed dat alsof hij met A Traveller’s Tale al jaren de podia afstruint. Zijn inbreng legde een stevige basis onder het melodieuze, zingende elektrische gitaargeluid van Aron Raams. En iemand die dat nog nadrukkelijker deed was Joël Botma, die op gestopte trompet – rustig zittend op zijn stoel en geen moment uit zijn evenwicht gebracht – melodie en harmonie van Americana met een magische sfeer omhulde.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Eric van der Westen, Ferdi Lancee, Joël Botma en Aron Raams.

A Traveller’s Tale bracht een dikke maand geleden de cd J.J. uit, een opmerkelijke schijf die de denkbeeldige levensreis verbeeldt van ene Jean Jacques Albanel (J.J.). Een aantal stukken van deze cd kwam hier voorbij, gloedvol en aangrijpend, maar vooral doodeerlijk. J.J.’s reis was evengoed die van leider Eric van der Westen, die zich niet alleen blootgaf met Waltz For My Little Lady, maar evenzeer met Go Well My Friend, een ode aan een boezemvriend die enige jaren geleden overleed. En met St. Arcons, verwijzend naar een bouwval in de Auvergne, die door eigenhandige ingrepen ooit het tweede huis van Eric van der Westen en zijn naasten moet worden.

De contrabassist zong ook – “’s Morgens ben ik al doodnerveus als ik weet dat ik die dag ga zingen” – en daarmee trad hij in de voetsporen van een van zijn grote voorbeelden: Charles Mingus. Ook deze reus van een vent raakte je traanklieren als hij zijn donker-dreigende stem inzette achter zijn contrabas. Waarmee Eric van der Westen opnieuw een brug sloeg over de wijde regenboog die jazz heet: met Charles Mingus en Bill Frisell (de gitarist die rechtstreeks ten grondslag ligt aan het spel van Aron Raams) kun je je toch geen betere brugpijlers wensen.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Eric van der Westen en Aron Raams vormen de basis van A Traveller’s Tale, Ferdi Lancee en Joël Botma zijn gasten, vandaar de omschrijving ‘gelegenheid’.

SEZEN AKSU

Het is intrigerend hoe Eric van der Westen zich steeds vernieuwt. Begonnen in de popmuziek, kwam hij bij jazz uit. Hij maakte een aantal jaren deel uit van de Tilburgse jazzscene, maar ging nadien zijn eigen weg door samenwerking te zoeken met Afrikaanse musici en zich meer op componeren te gaan richten. De afgelopen zes jaar was hij de vaste contrabassist in het orkest van Sezen Aksu, de populairste zangeres van Turkije. En nu onderzoekt hij het brede terrein van Americana, waar hij jazz nog altijd een prominente rol laat innemen.

Love Boat ‘Led It Be’, een kunstwerk van Studio VollaersZwart uit Rotterdam, dat een fikse discussie heeft uitgelokt onder vooral plaatselijke niet-kunstliefhebbers.
Love Boat ‘Led It Be’, een kunstwerk van Studio VollaersZwart uit Rotterdam, dat een fikse discussie heeft uitgelokt onder vooral plaatselijke niet-kunstliefhebbers.

Een optreden derhalve van A Traveller’s Tale, op een onbegrijpelijke, maar evengoed intrigerende plek in een voormalig bedrijfspand aan de Piushaven in Tilburg. Waar een even onbegrijpelijke focus werd gericht op de aldaar in het water drijvende Love Boat ‘Led It Be’, een kunstwerk van Studio VollaersZwart uit Rotterdam, dat een fikse discussie heeft uitgelokt onder vooral plaatselijke niet-kunstliefhebbers. Na de plaatsing van een Draaiend Huis op een rotonde in Tilburg, het optrekken van een Maawmuur (maauwen = zeuren in het Tilburgse dialect) naast het Paleis-Raadhuis en (kunst)brug d’n Ophef over dezelfde Piushaven, vindt voornoemde bevolkingsgroep het welletjes. Het Draaiend Huis kostte indertijd 350.000 euro en de Love Boat nu bijna twee ton. Veel geld voor een acht meter lange Bakdekker uit 1932, die Studio VollaersZwart heeft bekleed met tienduizend led-lampjes, die het noorderlicht verbeelden. In het duister neemt de Love Boat ‘Led It Be’ daardoor steeds wisselende, kleurige gedaantes aan.

ZEVENDE MACHT

Tijd voor organisator Tom Pijnenburg, die op deze dag – 7-7 – jarig is om de Love Boat even te koppelen aan het cijfer zeven. “Deze Love Boat Experience verheft de Love Boat tot de zevende macht”, verklaarde hij aan het begin van de avond. Daarvoor had hij onder andere de Tilburgse stadsdichter Martin Beversluis uitgenodigd, plus zijn zes voorgangers, zeven in getal dus. Het was de bedoeling van Tom Pijnenburg dat de stadsdichters het fenomeen Love Boat ongezouten van repliek zouden dienen. Een vrome wens, want niet een van hen sloeg aan het fulmineren. Ze benaderden het kunstwerk ieder op een eigen manier, kunstzinnig en humoristisch dat wel, maar kritisch, ho maar. Misschien was dat ook niet nodig, was er in hun hoofden geen reden toe. Maar wat bleef er nu over van deze avond, die enkele tientallen meters verderop werd afgesloten met een afterparty op de daar gelegen feestboot Albatros?

Tilburgse Stadsdichter 2009-2011 Cees van Raak.
Tilburgse Stadsdichter 2009-2011 Cees van Raak.

Geen mens die het wist. Deze Love Boat Experience had misschien wel dezelfde wortels als de avonden die kunststroming De Stijl in de jaren twintig van de vorige eeuw beoogde. Of in het verlengde daarvan de DaDa-beweging. Beide fenomenen waren tegenstanders van een positieve kunstesthetiek die ze zodanig uitdrukten dat velen in hun tijd – en nu nog – zich afvroegen waar ze in hemelsnaam mee bezig waren. Zou dat ook de beweegreden van Tom Pijnenburg zijn geweest tijdens deze zwoele zomeravond? Dan is het evenement zeker geslaagd te noemen. De dichters wisten waarvoor ze het deden, Tom Pijnenburg ook, de horeca-uitbuiters eveneens, maar het publiek heel wat minder. Gelukkig was er A Traveller’s Tale, baken op de woelige baren van deze Love Boat Experience, dat de toehoorders niet geheel stuurloos achterliet.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

Love Boat Experience

Falcon Gebouw Piushaven Tilburg, 7 juli 2016

met A Traveller’s Tale, stadsdichters Martin Beversluis, Jasper Mikkers, Cees van Raak, Esther Porcelijn, Nick J. Swarth, Frank van Pamelen, JACE van de Ven; stadsdichter-in-spe Hans d’Olivat en de Tilburgse cultfiguren Fred van Boesschoten en Ferry van de Zaande.

www.gilaworks.nl

www.piushaven.nl/love-boat 

Previous

SPOTIFY MORRIS KLIPHUIS

Next

Harry van Lier grossiert in sombere gevoelens en hoop

1 comment

  1. Ik vind het een beetje typisch dat wanneer je wellicht wat kritiek hebt op een kunstuiting je door Rinus niet-kunstliefhebber wordt genoemd. Wat mij betreft is dat de dood in de pot. Tegen Rinus’ waarneming in was er best wat “kritiek” geslopen in een aantal gedichten, hoor. Met name Frank van Pamelen en JACE van de Ven kraakten stevige noten. Lees na op gilaworks.nl/loveboat (aan deze pagina wordt nog gewerkt).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook