Reda Kateb in de rol van zigeunergitarist Django Reinhardt.

‘Django’ is de titel van een film die – hoe kan het anders – over Django Reinhardt gaat. Het is geen documentair verslag van het leven van de grondlegger van de gipsyjazz, maar een geromantiseerde speelfilm die de oorlogsjaren van de gitarist omspant: 1943 tot 1945. Na films over andere jazzlegendes, zoals bijvoorbeeld ‘Round Midnight’ over Dexter Gordon, ‘Lady Sings The Blues’ over Billie Holiday en ‘Bird’ over Charlie Parker, is ‘Django’ niet echt een aanvulling.

In de Belgische Ardennen staan in juni 1943 enkele woonwagens in een donker bos verscholen. Uit het zicht van eventuele nieuwsgierige voorbijgangers. De zigeunerfamilie Weiss vertoeft er, maakt muziek, terwijl hun kinderen spelend rond de woonwagens rennen. Plotseling klinkt er een schot; een van de kinderen stort dood ter aarde. Familie-oudste Raymond Weiss stopt met zingen en gitaarspelen en richt zijn gehoor naar de richting waar het schot vandaan kwam. Nieuw geweervuur klinkt op: Raymond Weiss valt met een kogelgat in zijn voorhoofd dood van zijn stoel.

Tweede scène: de jonge en al succesvolle zigeunergitarist Django Reinhardt zit liever langs de Seine te vissen dan op te treden voor een bomvol Theater Pigalle in Parijs. Dat wacht ongeduldig op zijn komst en als hij dan eindelijk het podium betreedt, met zichtbare tegenzin, wordt de muziek ingezet: Django Reinhardts ‘grootste hit’ Nuages. Je krijgt als bezoeker van de film voor de eerste keer kippenvel. Die momenten zullen er vaker volgen, maar alleen wanneer Django, in de film gespeeld door Reda Kateb, zijn gitaar ter hand neemt. Waarmee hij overigens playbackt, want de muziek wordt ingespeeld door het gelouterde Nederlandse Rosenberg Trio. Muziek die je telkens weer naar de strot vliegt.

Gokken was een van de liefhebberijen van Django Reinhardt. Regisseur Etienne Comar (staand) geeft aanwijzingen.

SPIEGELGLAD VERMAAK

Deed de film dat ook maar. Django is een rolprent die weliswaar door een Fransman, Etienne Comar, is geregisseerd, maar hij had even goed uit de handen van goedkope inzichten getuigende Amerikaanse producenten kunnen komen. Django is spiegelglad vermaak, elke scène is te zeer gepolijst, het verhaal is duidelijk verzonnen en de vraag is of de echte Django Reinhardt verweven kan worden met de Django die de film moet dragen. Deze laatste kwestie lijkt misschien niet opportuun, maar is het zeker wel voor degenen die menen via de film meer te weten te komen over de legende Django Reinhardt. Dat streven laten ze maar liever achterwege: Django is geen documentaire, wel een speelfilm en dan is de regisseur vrij het scenario naar eigen fantasie te interpreteren. Etienne Comar heeft die vrijheid zeker genomen, waarbij hij zich permitteerde om het verhaal op enige ankerpunten vast te leggen en alles eromheen te verzinnen. Zulk een ongebreidelde fantasie kan het script van zijn ankerpunten losrukken en het geheel naar voorspelbare diepten stuwen. Dat is Comar – die al twintig jaar als producent en scenarist actief is in de filmwereld en met Django zijn regiedebuut maakt – helaas overkomen.

Reda Kateb bespeelt evenals Django Reinhardt de gitaar met slechts drie vingers van zijn linkerhand.

Django Reinhardt werd op 23 januari 1910 in de Belgische provincie Henegouwen geboren. Hij groeide op in een Sinti-woonwagenkamp vlakbij Parijs waar hij gitaar, banjo en viool leerde spelen. Begin jaren dertig maakte hij kennis met Amerikaanse jazzmuziek, in 1934 ontmoette hij violist Stéphane Grapelli, met wie hij het befaamde Quintette du Hot Club de France oprichtte. Tijdens de oorlogsjaren verbleef de violist in Londen, Django Reinhardt leek zich onbewust van het nazigevaar en bleef in Parijs.

Dat naïeve van Reinhardt – of moet je zeggen het arrogante zoals het wordt geschetst in de visie van Etienne Comar – is een van de pijlers waarop de regisseur zijn film laat rusten. Halverwege 1943 waant Django Reinhardt zich nog altijd onaantastbaar, omdat de Duitsers zijn ‘Entartete Musik’ weliswaar verbieden, maar er zich intussen danig mee vermaken. Enkele aan een concentratiekamp ontsnapte zigeuners komen de gitarist waarschuwen en pas als hij hoort van de executie van de familie Weiss gaan zijn ogen enigszins open. Hij wordt door de Duitsers gedwongen in Berlijn te komen spelen, maar dat weigert hij. Zijn ex-geliefde Louise De Klerk – een prachtrol van Cécile de France – raadt hem die reis ten zeerste af, maar de druk van de nazi’s wordt steeds groter. Als hij met zijn musici op een Duits feest wordt bevolen te stoppen met ‘deze apenmuziek’ is het Django Reinhardt duidelijk: wegwezen en uitwijken naar Zwitserland.

Een historische foto van ‘de echte’ Django Reinhardt. Foto Willam P. Gottlieb

SNEEUWLANDSCHAP

Die tocht, te voet door de bergen met slechts zijn naaste familie, is een andere pijler van Django. Het levert enkele schitterende beelden op, zoals het moment dat de gitarist, met als bagage slechts zijn instrument, door een uitgestrekt sneeuwlandschap wadend de veiligheid van Zwitserland opzoekt. De Duitsers zitten achter hem aan, met honden die het spoor ruiken, maar dit kwijtraken omdat Django zich mét zijn gitaar ingraaft in een dikke laag sneeuw. De film eindigt in mei 1945, als Reinhardt na de bevrijding in Parijs het door hem geschreven Requiem voor zigeunerbroeders dirigeert.

Van Django Reinhardt is weinig overgeleverd: nog geen vierhonderd foto’s en een handvol minuten film. Dat betekent dat zoals regisseur Comar de oorlogsjaren van Django Reinhardt schetst, ze waarheid kúnnen zijn. Dat Django Reinhardt iemand is die naïef kán zijn geweest, dat het hem eerder om geld dan om zijn muziek kán zijn gegaan, dat de Duitsers een handje hebben kúnnen lichten met hun afkeer van ‘Entartete Musik’. Maar de geschiedenis wijst anders uit: wie de muziek van Django Reinhardt beluistert, hoort de wilde passie waar zij uit voortkomt. En je kunt kennis nemen van zijn pertinente weigering zich te collaboreren aan het nazi-regime. En weet krijgen van zijn gokverslaving, die hem een leven lang parten speelde, maar van hem geen geldwolf in de letterlijke betekenis van het woord maakte.

Django Reinhardt in de film met zijn echtgenote Naguine en zijn moeder Negros.

In Django gaat het om de keuzes die regisseur Etienne Comar maakte. Die zijn discutabel. Nergens in de film blijkt welke ontaarde schurken de nazi’s waren: bij Comar zijn het schreeuwerige dandy-officieren die nauwelijks afschuw opwekken. De kleuren waarin de film is gedrenkt zijn lieflijk en romantisch. Het woonwagenkamp waarin Django Reinhardt en zijn familie verblijven vóór hun vlucht naar Zwitserland wordt door de nazi’s in brand gestoken. Het vuur uit de vlammenwerpers zie je gulzig de woonwagens binnendringen, maar zelfs de vlammen zijn té gestileerd om de toeschouwer te doen rillen. En de slotscène van de film is beneden alle waardigheid: Django Reinhardt dirigeert zijn Requiem voor zigeunerbroeders, waarbij hij pathetisch naar de hemel blikt. Zijn mama Negros hangt huilend in haar theaterstoel; het is allemaal te vet aangezet en mondt daarmee uit in een vals melodrama.

Ex-minnares Louise De Klerk waarschuwt Django Reinhardt voor het oprukkende nazisme.

HANDVAT

Django Reinhardt, de man die de zigeunermuziek in de jazz bracht en er een nieuwe, legendarische stijl binnen het geheel mee creëerde, is als handvat gebruikt voor een film die op meerdere gedachten hinkt. Het zal zeker niet de bedoeling zijn geweest van Comar om een documentair beeld van Reinhardt te geven. “De film toont mijn zienswijze”, zegt hij er zelf over. Wilde de regisseur dan verslag doen van de afschuwelijke vervolging van zigeuners, joden, homo’s en andere in de ogen van de nazi’s verderfelijke mensengroepen? Als dit zo is, dan is met de geromantiseerde en gestileerde beelden daarmee een mislukte poging gedaan. En het vrijheidsaspect, zo’n belangrijk deel uitmakend van jazzmuziek, komt steeds weer in het gedrang.

Dat Django Reinhardt in de film tijdens de oorlogsjaren in de afwijkende bezetting van de Hot Club de France speelde – sologitaar, viool, twee ritmegitaren en contrabas – is mooi gezien. De gitarist was in die periode vaak gedwongen hiervan af te wijken en dan een klarinet en slagwerk mee op de podia te brengen. En dat hoofdrolspeler Reda Kateb ook met slechts drie vingers speelt – Reinhardt raakte in 1928 zwaargewond bij een brand in zijn woonwagen, waarbij de gehele linkerkant van zijn lichaam zwaar verminkt raakte, dus ook zijn hand – is consequent doorgevoerd in de film. Dat heeft Etienne Comar dan weer wel goed gezien.

Django Reinhardt staat op het punt naar Zwitserland te vluchten.

Maar Django breekt daarmee geen potten. De inhoud van de film is volledig inwisselbaar. Dat Comar het verhaal heeft gedrapeerd rond Reinhardt mag vooral als publiekstrekker worden gezien. Elke andere zigeuner had Django Reinhardt geweest kunnen zijn.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld ROGER ARPAJOU

 

Django

Regie – Etienne Comar
Hoofdrollen – Reda Kateb, Cécile de France, Ulrich Brandhoff, Bea Palya en Esther Comar

Bekijk HIER de trailer van ‘Django’.

Previous

De ongekende rijpheid van veertig jaar BassDrumBone

Next

Reciprocity is dealer van onrust en luisterplezier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook