JazzNu besteedde eerder deze week aandacht aan het overlijden van tenorsaxofonist Gato Barbieri. De necrologie was aanleiding voor Barbieri’s Nederlandse collega Bo van de Graaf, om hem de volgende uitlating te ontlokken: “Er zijn twee Nederlandse saxofonisten die schatplichtig zijn aan Gato’s sound en muziek en dat zijn Paul van Kemenade en ik”. 

Een prikkelende uitspraak, die om nadere uitleg schreeuwt. JazzNu benaderde beide musici en die bleken ieder op hun eigen manier, bereid de woorden van Bo van de Graaf nader toe te lichten. Hieronder volgt ieders uitleg. Na hun reacties is onderaan dit artikel een uniek filmpje toegevoegd, met Youtube-beelden uit 1965, toen vele jazzmusici Italië bezochten. Onder hen Gato Barbieri, die concerteert met onder andere trompettist Don Cherry. Je ziet een jonge Barbieri, wiens uiteindelijke saxofoongeluid nog niet helemaal is ontwikkeld. Hij staat echter wel aan het begin van de voor hem zo belangrijke periode van de free-jazz. Barbieri had een bijzondere band met Italië, omdat zijn eerste vrouw Michelle uit dat land afkomstig was.

foto Frans SchellekensGato Barbieri’s muziek raakt meteen de emotie 

Het zal ergens half jaren zeventig zijn geweest, de tijd dat de Nijmeegse improvisatie-workshopavonden door organisator Paul Huijgen van ‘passende ontregelende muziek’ werden voorzien. Paul had altijd veel bijzonders op zijn geluidsbanden opgenomen en op enig moment werd de ouverture van Carla Bley’s Escalator over the Hill gedraaid. Na de luie, majestueuze trombonenoten van Roswell Rudd was er een saxsolo te horen van iemand die ik nog niet kende, maar waarvan mijn haren overeind gingen staan. In de achtste  minuut van dit stuk hoor je een raspend geluid als een snijbrander die je in een opzwepend crescendo de adem afsnijdt.

Het was Gato Barbieri. Interessante naam die ook niet Amerikaans klonk. Ook de muziek van Bley was meer Europees dan Amerikaans. Die ouverture duurt ruim dertien minuten en is een massief ‘statement’ waar de geilheid vanaf druipt.  Ook nu nog, veertig jaar later, heeft de muziek dezelfde impact.

Niet lang daarna ontdekte ik andere platen waar Gato op meespeelde, zoals in het politiek beladen Liberation Music Orchestra van contrabassist Charlie Haden. Vanwege de nummers uit de Zuid-Amerikaanse bevrijdingsbewegingen was dit een populaire plaat in het linkse Nijmegen. Ook hier manifesteerde El Gato zich luid en duidelijk met zijn gepassioneerde bijdragen. Al vroeg had ik een voorliefde voor saxofonisten die behoorlijk loos kunnen gaan: Ayler, de late Coltrane en in Nederland natuurlijk Willem Breuker. Maar zo heftig spelend, brandend en met een aanstekelijke, eigenlijk ook romantische passie van een operazanger, dat kon alleen Gato.  Klein verschilletje ook : Barbieri leefde nog en bracht regelmatig nieuwe platen uit, zijn ontwikkeling kon je volgen.

Ook waar hij na zijn (interessante) freejazzperiode met onder andere Don Cherry en Dollar Brand zijn eigen Latijns-Amerikaanse roots inbracht, was dat voor velen weer nieuw.  Zijn thema’s waren vaak tamelijk eenvoudig en in toonsoorten waarin hij zijn karakteristieke hoge A kon laten horen (een makkelijk bereikbare flageolet op de sax). Wat hij ook speelt: altijd is er die urgente geëxalteerde toon.

Eind jaren zeventig zag ik voor het eerst de film Last Tango in Paris. Al bij het openingsnummer herkende ik de schreeuwende sax van Gato en ook daardoor is dit voor mij een belangrijke film gebleven. Meteen die plaat gekocht en de prachtige broeierige muziek in mij opgezogen. Tegen een achtergrond  van strijkers, twee bassisten, latin percussie en een jazztrio krijgt de sax een triomfantelijke hoofdrol. Het hoofdthema heeft een prachtige stijgende lijn. Door de consequente triolen ligt-ie ook lekker in zijn luie latinbedje.  Hier wordt hier een nieuw hoofdstuk geschreven in het boek over soundtracks. Ook zonder de prachtige film erbij blijft de muziek overeind.

Jammer genoeg moesten we het later doen met platen die je nauwelijks nog durfde te kopen, maar ik ben Gato wel blijven volgen. Op een of andere manier is het toch interessant om te zien dat er in een gelikte muzikale omgeving ruimte is voor het gruizelige geluid van zijn sax.  Bedenk daarbij ook dat zijn manier van spelen (en waarschijnlijk ook het gebruik van stimulerende middelen) zó intensief was dat je een tandje minder moet doen boven de 50.

In 2008, ik speelde nu een jaar of tien tenorsax (daarvoor hoofdzakelijk alt) durfde ik het aan om een project op te zetten waarbij I Compani grote delen uit de soundtrack van Last Tango zou gaan spelen bij scènes uit de film. Ik benaderde filmcomponist Loek Dikker met de vraag of hij arrangementen kon maken voor een bezetting van strijkers, bandoneon, trompet, sax en ritmesectie.  Dit werd uiteindelijk een prachtige suite van ongeveer vijftig minuten.  Voor het eerst zelf de muziek spelen van een van je favoriete blazers beschouwde ik als een grote uitdaging.

Mijn saxgeluid heeft kennelijk verwantschap met dat van Barbieri en om deze reden was het ook zo lekker om deze muziek nu zelf te mogen spelen.  Bij de première in LUX Nijmegen, eind december 2008, op mijn verjaardag notabene, overviel me een golf van emotie toen ik het zo bekende Last Tango-thema moest inzetten. Ik realiseerde me ter plekke hoe bijzonder het was om deze noten die ik al jaren zo goed kende, nu zelf te spelen. Wat een passie om zijn muziek live over te dragen aan een publiek. De cd die werd uitgebracht van deze productie, heb ik naar Gato opgestuurd en gelukkig kreeg ik een compliment retour; niet alleen de muziek maar ook het cd-hoesje was ‘m bevallen.

Tenorsaxofoon spelen heeft voor een belangrijk deel te maken met sound en dat is waar iedere saxofonist nieuwsgierig naar is: welk geluid heeft ‘n saxofonist. Techniek is vaak een kwestie van studie, maar je geluid is meer eigen. Gato Barbieri heeft met zijn geluid een belangrijke bijdrage geleverd aan het geluid van de jazz. Hij speelde niet zozeer intellectueel. Zijn muziek komt voort uit en raakt meteen de emotie. Op Youtube is gelukkig veel te vinden, maar hier toch een aanrader: 

 

BO VAN DE GRAAF

 

Gato Barbieri’s boodschap: eigen geluid is het belangrijkst 

Met het overlijden van de Argentijnse tenorist Gato Barbieri is een belangrijke ‘stem’ in de jazz verdwenen.

Gato Barbieri hoorde ik half jaren zeventig voor het eerst op de plaat Escalator over the Hill van Carla Bley, een plaat die geschiedenis heeft geschreven. Deze eerste kennismaking met dit soort van jazz- en geïmproviseerde muziek, prachtige composities en arrangementen gekoppeld aan een fenomenale en zeer avontuurlijke uitvoering met topmusici van toen, deed mijn hart veel sneller kloppen. Met name de bijdrage van de voor mij destijds totaal onbekende tenorsaxofonist Gato Barbieri deed mij de adem stokken. Met een ongekende solo van enkele minuten heeft deze tenorsaxofonist grote invloed op mij – toen als beginnend altsaxofonist – gehad. Samen met vele andere fantastische voorbeeldmusici als Piet Noordijk, Ornette Coleman, Pharoah Sanders, Albert Ayler, Archie Shepp, Charles Mingus en vele anderen heeft hij bijgedragen aan mijn verdere muzikale ontwikkeling.

Barbieri’s sound was zo intens, eigen en dramatisch dat je er niet omheen kon. Bij het grote publiek zal hij vooral bekend geworden zijn door zijn muzikale bijdrage aan de beroemde film Last Tango in Paris. Ik heb Gato eenmaal live horen spelen, half jaren tachtig in de Rotterdamse jazzclub Thelonious, het  voormalige Lijnbaantheater. Thelonious stond destijds bekend als een podium (deels  gerund door Willem ’Wodka’ van Empel), dat legendarische concerten organiseerde (later in de Witte de Withstraat). Wij als Tilburgse jonge musici  togen destijds zo nu en dan naar het fameuze Rotterdamse Thelonious om de grote namen te zien optreden. Ik ben Barbieri voor een deel blijven volgen tot op een bepaald moment het wat ‘anders’ werd wat hij uitbracht. Maar altijd was daar dat meedogenloze en volstrekt unieke geluid en de emotie, gespeeld recht uit het hart. Geluid dat zo ontzettend persoonlijk en belangrijk is en het eerste is wat je hoort.

Barbieri is mede bepalend geweest voor de sound in jazz en heeft met zijn uiterst indringende en originele ‘stem’ een onvergetelijke bijdrage geleverd. Nog meer dan voorheen heeft hij mij laten horen dat een eigen geluid heel belangrijk is, dat is zijn boodschap.

PAUL VAN KEMENADE

Beelden van het unieke Youtubefilmpje uit 1965, waar verschillende muzikanten in Bologna (Italië) spelen, onder andere Gato Barbieri met Don Cherry. Dit deel start op 18.00 min. : 

 

Previous

Marutyri groovet, rolt en kruipt door alle muziekstijlen

Next

Ongrijpbare spel Phronesis klopt als een zwerende vinger

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook