Er zijn zaken en omstandigheden in de geschiedenis van de jazz die nooit meer terugkeren. Gelukkig zullen sommigen zeggen, terwijl er een grotere categorie is die dat jammer vindt, heel jammer. Enkele voorbeelden: een Chet Baker die denkt dat hij kan vliegen en uit het raam van een hotel aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam valt, om uren later te worden gevonden op de stoep. En een Leo Cuypers, die na pakweg vier minuten concert van het podium van jazzclub Paradox tuimelt. En ene Charles Mingus, die na concerten vaak horecagelegenheden ging bezoeken om ze, wanneer ze hem niet aanstonden eigenhandig een kleine verbouwing te laten ondergaan. Drie niet echt verheven voorbeelden, maar ze maken onherroepelijk deel uit van de geschiedenis van de jazz.

De poster die het concert in De Koffer in Groningen aankondigt.

Dit artikel wil nog zo’n voorval belichten. Maar nu een dat is vastgelegd op een cd die onlangs uitkwam en eenieder in staat stelt wat hier is geschreven, na het beluisteren te toetsen aan zijn of haar bevindingen. Ben Webster Meets Piet Noordijk – Johnny Come Lately is de titel van het album en het bevat een live-concert van 2 februari 1973 in Groningen. Een dat in alcohol was gedrenkt en de mensen die er toendertijd rechtstreeks mee te maken hadden, grijze haren heeft bezorgd. Die mensen waren de concertorganisatoren van jazzcafé De Koffer en de radiotechnici, die het concert voor de VPRO rechtstreeks moesten uitzenden en opnemen. En wellicht ook het publiek, dat het angstige vermoeden kreeg dat de grote Ben Webster wel eens niet zou kunnen komen opdagen. Toen dat vlak voor aanvang van het concert toch het geval bleek, werden de aanwezigen in De Koffer even later geconfronteerd met een dronken Piet Noordijk, die met zijn altsaxofoon zomaar het podium opstapte. Om ongevraagd mee te gaan spelen. Dat het uiteindelijk allemaal meeviel en het concert een indringende cd heeft opgeleverd – ook al is dat 43 jaar na dato – mag gezien worden als een van de ondoorgrondelijke geheimen die jazz soms prijsgeeft.

Het concert op vrijdag 2 februari 1973 in De Koffer in Groningen, toendertijd een bekend jazzetablissement, zou worden verzorgd door het Ben Webster Quartet. Met Webster zelf op tenorsaxofoon, Tete Montoliu op piano, de Nederlander Rob Langereis op contrabas en Tony Inzalaco op slagwerk. Het begon er al mee dat Montoliu zich vanwege griep afmeldde: zijn plaats werd ingenomen door Irv Rochlin. Zoals gezegd was Ben Webster zelf zoek. De Amerikaan, die naar later bleek nog maar enkele maanden had te leven, was zwaar aan de drank, had ademhalingsproblemen en was nog maar een zwakke afspiegeling van de tenorreus die hij ooit was. Geen wonder dat hij in het uitgaanscentrum van Groningen wat opstekertjes aan het nuttigen was. Maar ook Rob Langereis blonk uit door afwezigheid. Hij was eerder op de dag werkzaam geweest in een studio in Hilversum en kwam net voor aanvang van het concert in Groningen, bezweet binnen gestormd. Ben Webster trad even later binnen.

Ben Webster tijdens zijn concert in Groningen. Foto Ton Spelbrink

Het was daarmee duidelijk dat de soundcheck die om 18.00 uur had moeten plaatsvinden, zeker niet kon doorgaan. Dus begonnen de vier musici om half tien onvoorbereid aan hun klus. De eerste set van het in drie parten opgedeelde concert fungeerde daarom als geluidsproef. Met een dronken Ben Webster, die vrijwel meteen nadat hij was gearriveerd aan het karwei begon en zittend op een stoel wat aanwijzingen gaf.

De tweede set was net begonnen, toen zich aan de entree van De Koffer een incident voordeed. Piet Noordijk, die met het orkest van Piet Zonneveld een tv-schnabbel had gehad voor het spelprogramma Zevensprong, meldde zich met medemusici pianist Henk Elkerbout en orkestleider Tony Nolte aan de deur. De portier die het trio niet kende, liet hen niet toe. Waarop Noordijk zijn saxofoonkoffer tegen de toegangsdeur smeet en door de gebroken ruit pardoes De Koffer binnenstapte. De verbouwereerde portier greep de eerste de beste die hij te pakken kon krijgen bij zijn lurven en dat was Tony Nolte.

De hoes van ‘Ben Webster Meets Piet Noordijk – Johnny Come Lately’.

Wie Piet Noordijk, die in 2011 overleed, bij leven heeft gekend, weet dat hij een vooruitstrevend baasje was. In 1973 kon je hem eerder omschrijven als een alom aanwezige macho. Bij binnenkomst in De Koffer snelde hij naar het podium, pakte zijn altsaxofoon uit en lachte naar Webster: “Ha Ben, wat gaan we spelen?” Webster wist niet wat hem overkwam, lachte wat onnozel maar ging onverdroten de confrontatie aan. Vanaf dit moment kan eenieder die Ben Webster Meets Piet Noordijk – Johnny Come Lately aanschaft, meegenieten van wat er toen op het podium gebeurde.

Dat is heel wat. Want de onverwachte deelname van Piet Noordijk heeft van een concert – waarvan het zich liet aanzien dat het door een lamgeslagen Ben Webster op een laag pitje zou worden gehouden – een indringende gebeurtenis gemaakt. De cd die er nu van is uitgebracht, bevat de volledige tweede en derde set van het concert. Dat betekent de registratie van zeven stukken, waarvan Sophisticated Lady van Duke Ellington de opening vormt. Dan volgt Johnny Come Lately van Ellingtons nevenknie Billy Strayhorn, dat tevens de titel vormt van dit fraaie album.

Piet Noordijk, Irv Rochlin, Tony Inzalaco en Rob Langereis waren in Groningen de metgezellen van Ben Webster. Foto’s Ton Spelbrink

En dán komt Sweet Georgia Brown. Hetgeen hier een proeve van uiterst vakmanschap blijkt van Piet Noordijk. Ben Webster zet het stuk in, Piet Noordijk kruipt met zijn alt direct achter de tenorsaxofoon. En neemt na dik twee minuten de leiding resoluut over. Noordijk speelt zelfbewust, op volle snelheid, swingend zoals kennelijk alleen in die jaren kon en improviserend dartelend rond het thema. Hij rukt de ritmesectie, die tot dan – op Rob Langereis na – nogal ingedut leek, klaarwakker; het tempo van deze jazzstandard heeft nooit meer zulke snelheden gehaald als hier. Vooral slagwerker Tony Inzalaco, die in Johnny Come Lately een korte, laffe drumsolo gaf, is hier de locomotief, waarachter het goed hangen is. En warempel, Ben Webster raakt hier volledig geïnspireerd, wat zijn spel tijdens de rest van het concert alleen maar goed heeft gedaan. Ook Piet Noordijk moet die avond getroffen zijn door de magie van deze onverwachte momenten. In elke compositie tart hij alle mogelijkheden die een altsaxofoon kan bieden en met zulk een scheurijzer krijg je zelfs muziek van Miles Davis, hier The Theme op een aangename manier op de kast.

Het lijkt er trouwens op dat het de Amerikaan helemaal niet slecht uitkwam dat een tweede drinkebroer met hem het podium deelde. Het is zeker dat Webster zich aan het spel van Piet Noordijk optrok, waardoor ze samen aan Slow Blues konden beginnen. Een stuk dat geen thema kende en waarvan de makersvermelding op de hoes de namen van Ben Webster en Piet Noordijk noemt. Het is het langste stuk van de cd, deze oneindig uitgetrokken, vette blues. Beide blazers overschrijden nergens de grenzen van deze stijl, maar wat erbinnen gebeurt laat horen hoe sterk die bleke Nederlander en die zwarte Amerikaan zijn vergroeid met een van de belangrijkste wortels van de Afro-Amerikaanse jazz.

Portret van Ben Webster uit 1973. Foto David Redfern

Ben Webster nam in zijn sterfjaar nog twee albums op: My Man en Last Concert. Het eerste bestaat uit diverse live-opnames uit Kopenhagen, waar de tenorist om en om met Amsterdam woonde. Last Concert werd op 6 september geregistreerd in De Twee Spieghels in Leiden, precies veertien dagen voor zijn dood. Van My Man kun je als luisteraar weinig hoogte krijgen, Last Concert is vanwege het authentieke element interessant. Maar beide albums kunnen niet op tegen Ben Webster Meets Piet Noordijk – Johnny Come Lately. Hoewel Webster de dood in zijn spel meedraagt, is hij nog altijd de lyrische swingreus uit zijn betere dagen. Zijn notentaal mag dan wat zijn afgenomen, de swing zit nog in elke noot die hij produceert. Zijn zwakke gezondheid maakte de laatste jaren van zijn leven dat zijn chorussen steeds korter werden: hij liet tachtig procent van zijn concerten liever over aan zijn begeleiders. Maar in zijn treffen met Piet Noordijk klinkt de oude gigant door. Hij laat zich nergens van de bak afbijten, geeft op zijn zo omfloerste wijze weerwoord aan de 40-jarige, blaffende jonge hond Noordijk en tilt samen met hem het concert naar een onverwacht hoog niveau.

Ben Webster overleed op 20 september 1973 op 64-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Amsterdam.

Ben Webster Meets Piet Noordijk – Johnny Come Lately is uitgekomen in de serie ‘Treasures of Dutch Jazz’ van Het Nederlands Jazz Archief. De cd is opnieuw een voltreffer in een reeks historische opnamen die als geen ander een beeld geven van Nederlands rijke jazzgeschiedenis.

JazzNu putte voor bepaalde gegevens voor dit artikel uit de tekst van het cd-hoesje van Ben Webster Meets Piet Noordijk, geschreven door Jeroen de Valk.

RINUS VAN DER HEIJDEN


Ben Webster Meets Piet Noordijk – Johnny Come Lately
Nederlands Jazz Archief – Treasures of Dutch Jazz

Ben Webster – tenorsaxofoon
Piet Noordijk – altsaxofoon
Irv Rochlin – piano
Rob Langereis – contrabas
Tony Inzalaco – slagwerk

 

WWW.JAZZARCHIEF.NL

Previous

Spotify Gideon Tazelaar

Next

Wilbert de Joode c.s.: gordels om en kachelen maar

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook