Behalve de pasta, de opera, miniatuurreplica’s van de toren van Pisa, de ‘David’ van Michelangelo en het Colosseum heeft Italië de cinema als exportproduct. En het succes van de Italiaanse film is naast het genie van de regisseurs en het talent van de acteurs, zeker ook te danken aan de composities die deze films onsterfelijk hebben gemaakt. In een eerder gesprek met Enrico Rava spreekt hij zijn bewondering uit voor de Italiaanse film en hij maakt een vergelijking met de hoogtijdagen van de jazz. “In Italië hadden we de fantastische periode in de cinema, het neorealisme, met regisseurs als Visconti en De Sica. Die tijd is nu voorbij.” 

Niet voorbij is de toevoer van nieuwe muziek uit het Italiaanse jazzparadijs. Onafgebroken belanden er nieuwe recensie-exemplaren op de mat van JazzNu. Het album Cinema Italia is er een van. Een kwartet bestaande uit alt- en sopraansaxofonist Rosario Giuliani, accordeonist Luciano Biondini, contrabassist Enzo Pietrpopaoli en percussionist, drummer en bediener van de electronica, Michele Rabbia. Allevier hebben, ieder op hun eigen terrein, een behoorlijke staat van dienst. Hier zetten ze als collectief een authentiek document neer. Op het programma staan Nino Rota, Ennio Morricone, Giuliani en Biondini en een variatie op het thema van Romeo e Giulia, een compositie van Rota.

De mannen werken zich schijnbaar moeiteloos door de muziek die de Italiaanse cinema zo bijzonder heeft gemaakt. Het klinkt soms zelfs wat afgemeten en saai. Het is alsof je voor de zoveelste keer een fenomenale vertolking hoort van de Vijfde van Beethoven of de Zesde van Tschaikowsky. Een fanfare van getalenteerden over een platgetreden muzikaal pad. Morricone’s composities Nuovo Cinema Paradiso en Deborah’s Theme klinken zoals het hoort. We kennen ze wel, ook al is het in een ander arrangement. Een gunstige uitzondering is Rota’s themanummer van Fellini’s autobiografische meesterwerk 8 e 1/2. Het stuk biedt dezelfde vrolijkheid en dezelfde tempowisselingen als het origineel, maar de sprankelende triovertolking van Giuliani, Biondini en Pietropaoli, voert ons net iets verder. Met dank aan de prachtige piepende en fluitende geluidseffecten van de hand van Rabbia.

De muziek uit de maatschappijkritische film Bianco e Nero is van de hand van Giuliani. Hier speelt het kwartet (dus) vrijuit. De interactie tussen Giulani en Biondini is prikkelend, maar zelden irritant. Ze kennen en waarderen elkaars kwaliteiten en dat hoor je. En dat geldt eveneens in de muziek bij de imaginaire film, met de toepasselijke naam What is there what is not, een Biondinicompositie.

Halverwege het melancholische samenspel van Giuliani en Biondini in C’era Una Volta Il West ontstaat de onbedwingbare neiging om terug te schakelen naar het verwachtingsvolle openingsnummer. In negen stukken voeren de vier Italianen ons op een onnavolgbare wijze door de tot mondiaal cultureel erfgoed geworden composities uit La Strada, La dolce Vita en Once Upon A Time In The West. De composities worden hier zo mooi vertolkt dat je ze kunt beluisteren zonder de begeleidende filmbeelden te hoeven zien.

Maar als u tijd over heeft zijn de films zeker een nadere beschouwing waard, desnoods met het geluid uit en de besproken cd ter begeleiding op een acceptabel volumeniveau.

ROBIN ARENDS

Rosario Giuliani e.a. – Cinema Italia
Jando Music – Via Veneto Jazz

Rosario Giuliani – alt- en sopraansaxofoon
Luciano Biondini – accordeon
Enzo Pietropaoli – contrabas
Michele Rabbia – drums, percussie, electronica

WWW.VIAVENETOJAZZ.IT

WWW.JANDOMUSIC.COM

 

LEES TERUG:

Enrico Rava vindt de jazz van nú veel minder interessant

 

Previous

Wilbert de Joode c.s.: gordels om en kachelen maar

Next

Terje Gewelt zoekt naar contrast én samenklank

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook