Wie wel eens een souk, een Arabische markt, heeft bezocht  zal zich voor eeuwig de kleuren, geuren en sferen blijven herinneren. Zo’n bombardement van belevenissen ondergaat ook de luisteraar die ‘Stranger Than Paranoia’, de nieuwste cd van Paul van Kemenade in de speler heeft gelegd.

Paul van Kemenade geeft met Stranger Than Paranoia niet alleen een samenballing van waar hij mee bezig is, hij toont tevens hoe zijn vakmanschap is gerijpt binnen alle denkbare formaties waarin hij opduikt. Op deze cd zijn dat bijvoorbeeld – uiteraard – zijn Three Horns and a Bass, Cappella Pratensis, Hammond Sandwich, Budha Building en de duo’s met Wiro Mahieu, Simone Sou, Jasper van ’t Hof en Mariá Portugal. Elk ensemble heeft zijn eigen klankkleur en eigen identiteit. En overal voegt Van Kemenade zich alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Dat is het ook. Paul van Kemenade is een aantal jaren geleden op een welhaast filosofische manier in zijn muziek afgedaald. Daar, verder onder de oppervlakte, heeft het rijpingsproces doorgezet. En nu, bij deze Stranger Than Paranoia, is er een soort kosmische kracht gegroeid, die niet is te weerstaan en met soepelheid en elegantie alle muziek omvat. Daarmee heeft de altsaxofonist/componist zijn unieke plek binnen het landschap van de Nederlandse en Europese improvisatiemuziek ten overvloede weer benadrukt.

Stranger Than Paranoia mag volgens Paul van Kemenade worden gezien als derde deel van een trilogie. Eerst was er de gelijknamige compositie, toen het sinds 1993 bestaande improvisatiefestival en nu dus de cd met muziek die onder de titel Stranger Than Paranoia is gevangen. Het is daarom meer dan logisch dat het album opent met deze klassieker. Het vervreemdende, vertragende tempo dat hier aan Stranger Than Paranoia wordt meegegeven wordt halverwege verrassend  opgeschroefd door de flamencogitaar van Eric Vaarzon Morel. Samen met de percussie van Simone Sou steekt deze oercompositie thans in een nieuwe, uitdagende vorm.

In Hymne to whom it may concern zit Paul van Kemenade aanvankelijk opgesloten in zijn formatie Three Horns and a Bass. Daar komt even later verandering in als Renaissancekoor Cappella Pratensis aansluit en blazers en contrabassist zich ontrukken aan de eeuwigheidswaarde die Cappella Pratensis aan de muziek meegeeft. Het koor voegt zich wonderwel opnieuw in de muziek in Shout, Shit & Sing. Hier treedt de altsaxofoon weer frank en vrij aan de oppervlakte, die wordt bestraat door de contrabas om daarna opnieuw Cappella Pratensis de muziek bij de hand te laten nemen. Opvallend is Paul van Kemenade’s citaat uit de jazzstandard Bye Bye Blackbird.

Prachtig is het duet van de altsaxofonist met toetsenist Jasper van ’t Hof in The Way She Looks. Hier gloort impulsieve vrijheid, gevangen binnen – je zou haast zeggen – tederheid en lyriek. Om dit tot een eenheid te smeden… tsjonge. Waar de brug naar jazzmuziek aller tijden nog niet helemaal te ontwaren zou zijn, schept Kyle Wins Again duidelijkheid. Twee hammondorgels, vlijmscherpe messteken van trompet en altsaxofoon en stuwend slagwerk van Chris Strik; hoe jazzachtig wil je het hebben.

Angelo Verploegen vervult met fluegelhorn een leidende en indrukwekkende rol in My Son K. Met de ritselende percussie van Simone Sou wordt opnieuw een vat vol tegenstellingen in paraatheid gebracht. En daarover gesproken: wat te denken van de duistere elektronica die Hans Timmermans a.k.a Budha Building in Empty Heart creëert als weer een ander fundament voor improvisaties van de altsaxofoon. Muziek waarmee beslist een nieuw publiek kan worden aangeboord.

Het album eindigt met een duostuk van Van Kemenade en de Braziliaanse slagwerkster Mariá Portugal en opnieuw een compositie met Hammond Sandwich, waar een krachtig intermezzo is weggelegd voor trompettist Jeroen Doomernik. Even lijkt het of je met dit Element Om in het popcircuit terecht bent gekomen, hetgeen geen enkel beletsel voor de muziek zou zijn. Maar de slotklanken breien een glorieus einde aan een meer dan imposante, nieuwe mijlpaal in het oeuvre van Paul van Kemenade.

RINUS VAN DER HEIJDEN

Paul van Kemenade e.a. – Stranger Than Paranoia
KEMO

Paul van Kemenade – altsaxofoon
Louk Boudesteijn – trombone
Angelo Verploegen – fluegelhorn
Jeroen Doomernik – trompet
Eric Vaarzon Morel – flamencogitaar
Cappella Pratensis – zang
Jasper van ’t Hof – piano
Hans Timmermans a.k.a. Buda Building – elektronica, samples
Carlo de Wijs – Hammondorgel
Arno Krijger – Hammondorgel
Wiro Mahieu – contrabas
Eric van der Westen – contrabas
Simone Sou – percussie
Mariá Portugal – slagwerk
Chris Strik – slagwerk

www.paulvankemenade.com

Previous

Rik Cornelissen (rondetijd 6.15,48)

Next

Strictly Bass trekt basgitaar zijn diepe konijnenhol in

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook