Basklarinet en contrabas, twee zware jongens uit de lage regionen van muziekinstrumenten. Prachtige media om er experimenterend mee te onderzoeken hoe zij zich tot elkaar verhouden. En zeker ook om te doorgronden hoe hun specifieke klankkleuren nog verder kunnen worden uitgespreid. Joris Roelofs doet het na zijn indrukwekkende album ‘Aliens Deliberating’ opnieuw. Met ‘Amateur Dentist’ gaat hij er nog een keer mee aan de slag, wederom met klinkend resultaat.

Joris-Roelofs_400De aanpak van het trio is – vanuit de uitgangspunten zoals ze hierboven zijn geschetst – afwijkend en gedurfd. Experimenteren zonder harmonie-instrument als een saxofoon of gitaar of zelfs een piano, belet je voor de geijkte patronen te kiezen. Hier moeten basklarinet en contrabas zelf op zoek naar harmonische elementen en daarvoor dienen ze uitgebreid met elkaar in dialoog te gaan. Dat gebeurt ook, sterker nog: het is die samenspraak die van Amateur Dentist zo’n sterk, gewaagd en daardoor ontzettend mooi album maakt. Contrabas en basklarinet versterken elkaar en met het verfijnde, verbindende slagwerk zijn de tien composities stuk voor stuk broze, volop genot verschaffende klankjuwelen.

De keuze voor het albumrepertoire getuigt van doordachte zorgvuldigheid. De helft ervan, vijf werken, zijn van Joris Roelofs. Duke Ellington – ook op het vorige trio-album aanwezig – wordt geëerd met Such Sweet Thunder, terwijl twee stukken voor de afwijkende factor zorgen. Dat zijn Funèbre van Alexander Scriabin, uit zijn Eerste Pianosonate en het Kyrië en Gloria uit de Messe de Nostre Dame van de middeleeuwse componist Guillaume de Machaut. Scriabin zou vreemd hebben opgekeken als hij deze bewerking zou horen: zijn thema wordt vrijwel vernietigd, waarna het met zachte hand opnieuw wordt opgebouwd. Het werk van De Machaut ademt bij het begin de ongrijpbaarheid van de eeuwigheid, met lange lijnen van de basklarinet en tokkelend slagwerk. De contrabas zit daar met spaarzame noten onder. Iets verderop gaat hij met de tikgeluiden van de drums een korte solo aan, waarna de basklarinet in een gewijde sfeer het stuk afsluit.

Amateur Dentist is een album dat een breed publiek gaat aanspreken. In de verstilde stukken wordt kamermuziek aangeraakt, op andere momenten is er sprake van aanstekende swing en een dankbaar terugkijken op de jazztraditie. Zoals in het ruim een minuut durende Pseudo Bebop van Joris Roelofs, dat geheel uit boventonen is opgebouwd. Het mooiste werk van dit prachtalbum is wellicht Para Poli (Grieks voor te veel), waarin de muzikale bedoelingen van het trio het best worden geschetst. Met een opeenstapeling van akkoorden (té veel?) wordt vrijelijk geïmproviseerd, neemt het trio de vrije teugel en loopt voornoemde jazztraditie volop mee.

En de titel van deze cd? Joris Roelofs geeft als verklaring voor deze nieuwsgierig makende benaming, dat als de musici zijn geslaagd in hun opzet, het lijkt of je bij de tandarts in de stoel ligt. De man is druk doende zijn werk te verrichten als zijn boor trilt en knarst. De klarinettist heeft met dat trillen en knarsen twee bedoelingen: aan de ene kant muziek brengen die niemand verwacht, aan de andere kant duidelijke muzikale plaatjes in beeld brengen. En daar heb je toch echt een professionele muzikale kiezentrekker voor nodig. Overbodig te stellen dat Roelofs-Penman-Poor dat samen zijn.

RINUS VAN DER HEIJDEN

 

Joris Roelofs – Amateur Dentist
Pirouet
www.jorisroelofs.com
www.pirouet.de

Joris Roelofs – basklarinet
Matt Penman – contrabas
Ted Poor – slagwerk

Previous

Bij Enzo Pietropaoli is het liefde op het eerste gehoor

Next

RAPHAEL VANOLI (RONDETIJD: 8:40,35)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook