De vijftigste editie van Jazz Middelheim heeft een gedroomde opening gekregen. Daarvoor zorgden Idris Ackamoor & The Pyramids: vooronderstelde oude glorie die echter met twaalf voeten in het nú stond. De eerste dag van Jazz Middelheim bood daarnaast kansen op een onverbiddelijke blik op de hedendaagse stand van zaken in de jazz. Daarvoor zorgden drie reuzen van tenorsaxofonisten en politiek-muzikale veroordelingen van racisme en excessief geweld.

Idris Ackamoor joeg de duivelse oerritmes die aan hel en vagevuur werden onttrokken, de festivaltent in.

De klanken van een digeridoo waren de eerste die Jazz Middelheim 2019 openden. Aangeblazen door Idris Ackamoor, die evenals zijn mede-musici in felgekleurde, Afrikaanse kledij in marstempo het podium opkwam. Geheel in de traditie van de avantgardistische Afro-Amerikaanse musici in de jaren zestig van de vorige eeuw, werd een daverend concert ingezet.

Idris Ackamoor kun je vergelijken met het Sun Ra Arkestra. Waar de Zonnegod van de jazz het firmament als speelpodium beschouwde voor zijn kosmische boodschap, bleven The Pyramids op Middelheim verankerd in de tijd van nu: de recente schietpartijen in de Verenigde Staten en de racistische ongelijkheid daar waren grotendeels de dobber waar hun concert op dreef. Met uiteraard verwijzingen naar de Afrikaanse afkomst van de jazz. Na het didgeridoo-intro speelde de band heel even percussief, waarna een fluitje het eigenlijke concert inzette en iedere musicus zijn eigen instrument opzocht. Ackamoor zelf op tenor- en altsaxofoon en vooral ook op een draagbare KORG-synthesizer.

Saul Williams stelde middels raps en gedichten de huidige maatschappelijke en politieke stand van zaken in de Verenigde Staten – en de rest van de wereld – aan de orde.

MOOIER KON NIET

Mooier dan dit kon je vijftig jaar Jazz Middelheim niet herdenken: in een tijd waarin jazz elke invloed op sleeptouw neemt, terugkeren naar de oermoeder van deze muzieksoort: Afrika. Met de hypnotiserende ritmes van dat werelddeel en de traditie die de jazz heeft opgebouwd voltrok dit openingsconcert zich op het allerhoogste niveau. Idris Ackamoor was daarbij zeker een showpik die de aandacht graag naar zich toetrekt, maar zijn verrichtingen op tenorsaxofoon doorstaan alle kritiek. En zijn samenspel met de viool en elektrische viool van Sandra Poindexter waren fascinerend. Hij als het losgeslagen beest op zijn instrument, zij als zijn schaduw die nergens krimp gaf om beiden de duivelse oerritmes die aan hel en vagevuur werden onttrokken, nóg verder de festivaltent in te jagen.

‘An angel fell land broke her wings, she fell from the sky’ debiteerden beiden en bouwden daarmee de metafoor die hun boodschap in feite is: een zingend vraag- en antwoordspel dat gebouwd is op die alles omvattende boodschap van The Pyramids: Message To My People. Het was een van de stukken van het fantastische album An Angel Fell uit 2018, die de vrijheidsstrijd van Idris Ackamoor & The Pyramids niet beter had kunnen uitbeelden.

Het spel van David Murray was als vanouds van alle ankers losgeslagen.

De huidige maatschappelijke en politieke stand van zaken in de Verenigde Staten – en de rest van de wereld – kwam verbaal nog duidelijker aan bod tijdens het concert van het David Murray Quartet met slam-dichter Saul Williams. Daarin werd pijnlijk duidelijk dat de strijd van de zwarte man nog lang niet is gestreden. Terwijl de jonge Saul Williams de wereld aan de kaak stelde in raps en gedichten, toonde David Murray op tenorsaxofoon in wervelende vaart de verrotting ervan. Zoals bij rap en hiphop het geval is, waren de aneenrijgingen van teksten nauwelijks te volgen. Maar de afzonderlijke woorden die bijtend de festivaltent binnendrongen brachten de boodschap klaarhelder over: Congo, Jemen, Nigeria, Brasil, Turkey, Dear God, mei ’68, nucleair gevaar, blanke overheersing.

GEVANGENISSEN

“Open de deuren van de gevangenissen, van de kerken, van de banken, van de rijken”, boodschapte Williams. “Maak een einde aan kapitalisme en imperialisme. We leven in een industrieel en koloniaal tijdperk, met robots en computers en wie zijn dan nú de slaven?” Grote en ware, confronterende woorden die nog groter en confronterender werden door een van alle ankers losgeslagen David Murray, geruggesteund door een boven zichzelf uitstijgende slagwerker Hamid Drake. Hij spande met David Bryant – die imponeerde met een tegen de atonaliteit aanleunende pianosolo – de brug tussen de free jazz zoals die ooit ontstond en niets ontziende vrije muziek van nu, die zoveel waarde heeft voor de ontwikkeling van Afro-Amerikaanse stijlen.

Ambrose Akinmusire bracht zijn project ‘Origami Harvest’ naar Jazz Middelheim 2019.

Ook Origami Harvest, het project waarmee trompettist Ambrose Akinmusire naar Middelheim was gekomen, stelde racistisch geweld aan de kaak. Dat moest vorm krijgen door rapper Kokayi en een klassiek strijkkwartet. De vier strijkers verhinderden dat er zich een rollende donderstorm kon ontwikkelen, doordat ze rust en bezinning creëerden. Tevens zorgden ze in samenhang met trompet, toetsen en slagwerk voor een orkestraal totaalgeluid, dat steun moest bieden aan Kokayi. Maar de verbinding met de rapper kwam nauwelijks tot stand. Kokayi, artiestennaam voor Carl Walker, had weinig zeggingskracht, zeker als je hem vergeleek met Saul Williams. Kokayi is meer een instrumentalist, die zijn stemacrobatisme laat prevaleren boven de boodschap die hij geacht wordt, te brengen.

Ambrose Akinmusire wordt gezien als een van de beste, jonge trompettisten ter wereld. Aan die definitie mag best worden geknaagd. Hij speelde in elk geval hier op Middelheim vlak en middelmatig, paste zich te zeer in binnen het concept van Origami Harvest. En leed evenals het uiteindelijke muzikale resultaat van dit project, onder het feit dat er veel te veel van papier af werd gespeeld. De vrije improvisaties en onvoorspelbaarheden die het concert van David Murray en Saul Williams schraagden, bleven hier nagenoeg buiten schot.

Rapper Kokayi en het strijkkwartet tijdens ‘Origami Harvest’.

PHAROAH SANDERS

Idris Ackamoor, David Murray en Pharoah Sanders. Drie legendarische tenorsaxofonisten, waarvan één zichzelf van zijn zo welverdiende glans ontdeed. Het concert van Pharoah Sanders werd een regelrechte aanfluiting. De man die ooit door John Coltrane werd binnen gehaald als diens enige en echte opvolger, bleek op Jazz Middelheim een oude man die de kracht van vrije jazz geenszins nog aan kan. Schuifelend en leunend op een stok kwam hij op badslippers het podium op, om een concert van een dikke tachtig minuten te verzorgen, waarvan hij hoogstens een kwartier voor zijn rekening nam. De vis werd zodoende duur betaald voor de organisatoren van Jazz Middelheim. Je zult als dik betalende programmeur maar gezegend zijn met de vergane glorie van een man als Sanders.

Pharoah Sanders’ optreden was een aanfluiting.

De tenorsaxofonist die op weg leek naar een legende maar de ruiten daarvan zelf dreigt in te gooien, liet het verloop van zijn optreden geheel over aan zijn drie begeleiders. Met Benito Gonsalez voorop, pianist voor al uw bejaardenfuiven. Pharoah Sanders’ statische houding op een kruk, met de saxofoon werkeloos op zijn schoot, werd soms doorbroken door amechtig gezang, dat niet veel meer opbracht dan ‘ya-ya-yaaah’. Nadat piano, contrabas en slagwerk een afwijkende versie van Misty hadden ingezet, zette Pharoah Sanders aan het begin van zijn optreden onvervaard in, met kippenvel tot gevolg. Dat trok echter snel weg.

Sanders zat daar maar. Kennelijk niet in staat een concert het gevolg te geven dat het merendeel van de bezoekers van hem verwachtte: laten horen welk een geweldige tenorreus hij is/was. Ook al besloot hij het optreden met twee Coltrane-composities, het kon niets bijdragen aan de gestokte verwachtingen. Giant Steps, het slotstuk, bracht nog enig licht in de pikzwarte duisternis. Maar ‘s luisteraars oren die bijna anderhalf uur lang waren geteisterd door een trio dat ook al niet beter kon, hadden al te veel geleden.

Reggie Washington was op de eerste dag van Jazz Middelheim ‘peter’ van het kleine podium, de Club Stage.

CLUB STAGE

Op het kleine podium van Jazz Middelheim, de Club Stage, had contrabassist/basgitarist Reggie Washington het een avond lang voor het zeggen. Hij trad aan in wisselende bezettingen. Mooi was het eerste concert dat hij verzorgde met tenor- en sopraansaxofonist Fabrice Alleman. Ze lieten zich inspireren door John Coltrane en Wayne Shorter. Al kun je niet veel meer dan de nagedachtenis van hun muziek in ere houden, bassiste en saxofonist zetten hun werk in een ragfijn, hedendaags kader.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

Opening Jazz Middelheim 2019
Park Den Brandt Antwerpen, 15 augustus ’19.

Idris Ackamoor & The Pyramids
Idris Ackamoor
– tenor- en altsaxofoon, didgeridoo en KORG-synthesizer
Sandra Poindexter – viool, elektrische viool en percussie
Bobby Cobb – gitaar en effecten
Gary Brown – contrabas en basgitaar
Ernesto Marichales – conga’s en percussie
George Hearst – slagwerk en percussie

David Murray Quartet en Saul Williams
David Murray
– tenorsaxofoon
Saul Williams – raps en zang
David Bryant – piano
Rahsaan Carter – contrabas
Hamid Drake – slagwerk

Ambrose Akinmusire ‘Origami Harvest’
Ambrose Akinmusire
– trompet
Kokayi – raps en zang
Sam Harris – piano en toetsen
Kendrick Scott – slagwerk
Maya Bernardo – viool
Olivia de Prato – viool
Victor Lowrie – altviool
Tyler Borden – cello

Pharoah Sandes Quartet
Pharoah Sanders
– tenorsaxofoon
Benito Gonzalez – piano
Oli Hayhurst – contrabas
Gene Calderazzo – slagwerk

Reggie Washington met o.a. Fabrice Alleman

 

www.jazzmiddelheim.be

Previous

Klankenpalet van SMANDEM moet je live zien én voelen

Next

SYM brengt warmte van Afrika naar steenkoolmijn in Genk

1 comment

  1. Ha Rinus
    Je zou je kunnen afvragen waarom Pharoah Sanders met een stok liep. Dat heeft niet met zijn leeftijd te maken, maar hij had een gebroken heup, opgelopen door een val. Misschien verzacht dat je recensie.
    Met vriendelijke groet,
    Martin Rohde

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook