Foto Paul Jansen
Julie Slick, Adrian Belew en Tobias Ralph na afloop van het concert.

Was het een indicatie toen je deze avond, op weg naar het concert van Andrew Belew in Tilburg, in de bewaakte fietsenstalling ‘Hey Joe’ van Jimi Hendrix door de ruimte hoorde schallen? En wat te denken van het moment dat je Paradox binnenkwam en op het podium enkele grote Marshall-geluidsboxen zag staan? Van die joekels, die bij Jimi Hendrix nooit een lang leven beschoren kregen. Was dat ook een aanwijzing van de richting waarin het concert van Adrian Belew en zijn Power Trio zich ging ontrollen?

Het antwoord is nee, want hoewel iedereen die Belew een beetje kent, weet dat een van zijn grootste inspirators Jimi Hendrix is, sloeg de hedendaagse gitaargod een andere weg in. Beter gezegd: zijn eigen weg. Of je nu van de muziek van de Amerikaan houdt of niet, zijn concert droop van eigenzinnigheid, van een volstrekt eigen aanpak van de elektrische gitaar, zichtbaar optimisme en een fijnzinnig gevoel voor humor. De eerste twee elementen golden ook voor Jimi Hendrix, de andere moest je bij hem ver zoeken.

foto Paul Jansen
Adrian Belew.

ROCK&ROLL

Het concert van Adrian Belew Power Trio begon als pure rock&roll. Je kunt een uitverkochte tent maar beter meteen aan je voeten hebben. Rock&roll vereist energie en die toonde Belew volop. In twee sets was hij onvermoeibaar, maakte grapjes, gaf waar voor zijn geld, speelde gitaar of dit concert het laatste was en liet horen dat nog niet alle mogelijkheden voor de elektrische gitaar zijn uitgebuit. Een vergelijking met Bruce Springsteen is onontkoombaar. Vanwege beider enthousiasme, hun leeftijd en het voorkomen van sleet, die de meeste van hun leeftijdgenoten heeft aangetast. Maar daar houdt de vergelijking op. Springsteen blijft aan de oppervlakte, Belew gaat wat meer de diepte in.

Adrian Belews gebruik van elektronica is alom bekend, de fijnzinnige manier waarop hij ermee omgaat, evenzeer. Dat was deze avond niet anders. De ene keer zette hij een nummer in met een compleet (elektronisch) symfonie-orkest achter zich, een andere keer startte hij met een spreekstem, straatgeluiden en een autoclaxon. Allemaal ontrukt aan die gitaar, een Parker Fly, zíjn gitaar. Gekoppeld aan een Line 6 Variax moduleringssysteem, een synthesizer waarmee hij alle denkbare geluiden uit zijn instrument kan toveren.

Soms was dat leuk, maar op andere momenten als hij net iets te vaak zijn eigen gitaargeluid samplede, dan was dat versluierend en verwarrend. En daardoor tijdens een live-optreden overbodig. Blijft echter kaarsrecht overeind staan dat elektronica voor hem een hulpmiddel is en geen redmiddel. Adrian Belew is een topgitarist die in muziek die weinig of geen nuances kent, voor een nagenoeg perfecte afwerking zorgdraagt. Als hij de slide hanteerde dan gold dat. Maar ook als hij zingend aan zijn eigen gitaargeluid ten onder dreigde te gaan, trok hij zijn stem een tiende octaafje lager en kwam alles weer helemaal goed. Altijd keurig opgevangen door de blikvangende basgitariste Julie Slick en de efficiënte drummer Tobias Ralph.

TOM TOM CLUB

Adrian Belew heeft met alle groten uit de popgeschiedenis van de afgelopen dertig jaar gespeeld. Laten we Talking Heads, Tom Tom Club en David Bowie maar noemen, maar vooral toch Frank Zappa en King Crimson. Wie deze avond gedacht zou hebben dat Belew er een King Crimson Memorial van zou maken, kreeg de deksel op de neus. “We spelen wel King Crimson, maar gaan er niet mee freaken”, verkondigde de gitarist tussen twee nummers in. Deze recensent weet te weinig van het repertoire van Adrian Belew om de afzonderlijke stukken die werden gespeeld, te herkennen. Zeker is echter dat King Crimsom luid en duidelijk aanwezig was, alsmede Nine Inch Nails en Laurie Anderson. En ook wel The Bears en GaGa, vroege bands waarin Belew speelde. Kortom, Belew is een levende muziekencyclopedie, waarbij hij maar op een denkbeeldig knopje hoeft te drukken om zijn indrukwekkende carrière voorbij te laten komen.

In tegenstelling tot vrijwel alle gitaristen die zich bewegen op het vlak van – laten we zeggen – experimentele, elektronische rock vindt Belew het niet nodig de mannetjesputter uit te hangen. Bij hem geen supersonisch snelle jachtpartijen over de snaren of jankende sustain-exercities. Liever smaakvolle demonstraties van gitaartechniek en afgewogen gebruik van moderne elektronica. Toch leek het opeengepakte publiek in Paradox op dat andere te wachten. Want als de gitarist dan eens heftig uitpakte, dan gingen vuisten en armen de lucht in, alsof ze met een touwtje vastzaten aan de gitaarsnaren.

LIZZARD

Adrian Belew had het nodig gevonden een voorprogramma aan zijn optreden te koppelen. Dat werd verzorgd door LizZard, ook al een power trio, uit het Franse Limoges. De drie deden erg denken aan de hardrock uit de jaren zeventig. Met een duidelijk eigentijds verschil. De jaren-zeventigmannen zwaaiden met haardossen die ze met moeite tussen hun gitaarsnaren uit konden houden. LizZard stond op het podium met fris gekapte marinierkopjes. Al noemen ze hun muziek dan art-rock, dáár tekende zich geen verschil af.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld PAUL JANSSEN

Adrian Belew Power Trio
Paradox Tilburg, 24 februari 2016 

Adrian Belew – gitaar, elektronica en zang
Julie Slick – basgitaar
Tobias Ralph – drums

www.adrianbelew.net

LizZard (voorprogramma)

Mathieu Ricou – gitaar en zang
William Knox – basgitaar
Katy Elwell – drums

www.lizzard.fr

Previous

Rosario Bonaccorso vertolkt verlangen naar betere tijden

Next

Bill Laurance introduceert nieuwe cd met tournee

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook