Maarten Hogenhuis
Maarten Hogenhuis

Het was een uitgelezen mogelijkheid om (de jonge – nog geen dertig jaar oude) altsaxofonist Maarten Hogenhuis te leren kennen tijdens deze concertavond in Paradox. Want hij had maar liefst twee ensembles in stelling gebracht: een kwartet en zijn trio. Met als traktatie dat beide groepen verschillende muziek speelden. Wat je op zijn minst mag verwachten, maar dit terzijde.

Onmiddellijk dient opgemerkt, dat dit ‘verschillende’ niet te letterlijk moet worden genomen. Want het uitgangspunt van zowel kwartet als trio is de swingende, oerdegelijke en voor vele liefhebbers nog altijd dé jazz uit haar eigen historie: de bebop en hard bop uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Onverbloemd, recht voor zijn raap, swingend tot in elke vezel en zo energiek gespeeld, dat er geen speld tussen is te krijgen.

De altsaxofonist opende de avond met zijn kwartet: Miguel Rodriguez op piano, Thomas Rolff op contrabas en Joost Patocka op slagwerk. Hij had er zo’n beetje zijn hele muzikale verleden in gestopt met stukken van zijn leermeester Jasper Blom, van Benjamin Herman, van Thelonious Monk, voor (!) Misha Mengelberg en vooral van zichzelf. Ze waren alle overgoten met dezelfde saus: dwingend, virtuoos, fantasierijk en verbazingwekkend muzikaal-technisch. Maarten Hogenhuis betoonde zich vanaf de eerste noten een onbedaarlijke swinger, zelfbewust en met een trefzeker geluid. Hetzelfde gold voor zijn band, waarbij opviel dat slagwerker Joost Patocka op onverwachte momenten zo’n harde meppen uitdeelde, dat het idee postvatte dat hij dat uitsluitend deed om lollig te zijn. Dit kwartet is als een ouderwets dieseltreintje, dat altijd blijft gaan. Het gaat allemaal niet supersnel, maar wel uiterst betrouwbaar. Eén ding weet je daarbij zeker: je arriveert altijd op je eindbestemming, wat er ook gebeurt. En dat deed de muziek deze avond dus ook.

Met het trio, waarin de drumkruk nu werd ingenomen door invaller Mark Schilders, werd de historie van de jazz nog meer eer aan gedaan. Vooral Duke Ellington kwam voorbij: met een stuk uit zijn Black Brown and Beige Suite en twee delen uit diens Queen’s Suite. En omdat bij Ellington Billy Strayhorn nooit ver uit de buurt is, kwam ook hij om de hoek kijken. Uiteraard waren al deze stukken, zeker niet de bekendste uit de Amerikaanse standards-literatuur, van eigen penseelstreken voorzien. Maar je ontkwam niet aan de indruk dat het evenals eerder bij het kwartet toch vooral om een exposé van technisch kunnen ging. En om te laten horen dat een halve eeuw later deze muziek nog altijd op de manier van toen kan worden gespeeld.

Een kleine veertig toeschouwers ervoeren het in elk geval als zodanig. Er deinden aardig wat hoofden heen en weer en het applaus na afloop kwam in de buurt van ‘denderend’. Het publiek raakte gaandeweg steeds meer in de ban van de aangrijpende swingpartijen, waarbij het er niet om maalde dat Hogenhuis c.s. weinig nieuws toevoegden. Dat hoeft ook niet. Maarten Hogenhuis’ kwartet én trio willen kennelijk de traditie van de Afro-Amerikaanse jazz van het midden van de vorige eeuw dienen en bewaren. Daar is niets mis mee. Laat hen sleutelbewaarders zijn van de rijke schatkamer die de jazzmuziek heeft opgeleverd. Wellicht dat in de toekomst daar wat nieuwere elementen aan worden toegevoegd. En in het geval van niet? Geen man overboord: hun concept bezorgt in elk geval een deel van jazzminnend Nederland toffe avonden.

 

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

 

Maarten Hogenhuis Kwartet en Maarten Hogenhuis Trio
Paradox Tilburg, 9 oktober 2015
Maarten Hogenhuis – altsaxofoon
Miguel Rodriguez – piano
Thomas Rolff – contrabas
Joost Patocka – slagwerk

Maarten Hogenhuis – altsaxofoon
Thomas Rolff – contrabas
Mark Schilders – slagwerk
www.maartenhogenhuis.com

Previous

Joris Posthumus en de bad boys in Japan

Next

Spotify Playlist Stefan Lievestro

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook