Hij wordt aangekondigd als de volgende grote jazzgitarist, de Amerikaan Nir Felder. Uiteraard door zijn eigen platenmaatschappij Okeh (Sony). Maar ditmaal is daar niets teveel mee gezegd. De 32-jarige gitarist is een duivelskunstenaar, die een volstrekt eigen stijl heeft ontwikkeld. Of dat nog kan op een instrument, dat vooral in de pop- en rockmuziek volledig is uitgemolken? Nir Felder levert er met elke noot het overtuigende bewijs van.

De gitarist die het tijdens concerten gewoon stelt met één instrument, begon zijn optreden in Paradox als het begin van een Nederlands tourneetje. Hij kondigde aan met zijn kwartet twee korte sets te zullen spelen. Het werden twee lange, wat te danken was aan het enthousiasme dat alle vier de musici aan de dag legden. Ook op dit punt was geen moeite te veel.

Eerst maar iets over die eigen stijl. Bij Nir Felder vraag je je onmiddellijk af of je op gitaar ooit zó’n geluid hebt gehoord. Om meteen daarna te concluderen dat het nog niet is gebeurd dat een dergelijk gitaargeluid tot zo’n unieke stijl is uitgebouwd. Natuurlijk hoor je er raakvlakken in met andere gitaristen. Met Pat Metheny bijvoorbeeld, die ook eindeloos kan improviseren op een handvol noten. Van Bill Frisell hoor je de nagalm en glissando’s. Maar wat je vooral recht in je ziel treft is het gemak waarmee Nir Felder zijn concert uitbouwt tot één lange improvisatie. Nergens liggen afgeknaagde lijnen naar rock- of fusionmuziek; het is klinkklare jazz wat de klok slaat.

ACHTELOOS

Nir Felder is één met zijn instrument. Schijnbaar achteloos dwalen zijn vingers over de snaren. Ineen lopende melodielijnen komen enkel voort uit die omzwervingen, waarbij de gitarist nergens zwalkt maar doelbewust handelt. Ook al lijkt toeval een hoofdrol te spelen in het concept van Felder, het zijn organische improvisaties waarmee hij zijn gitaar laat spreken en het publiek in een staat van extase brengt.

Ook al trok de uiterst sympathieke Amerikaan alle aandacht naar zich toe, zijn begeleiders Kristjan Randalu op piano, Phil Donkin op contrabas en Ross Pederson op slagwerk zijn eveneens musici van een nieuwe lichting. De tijd van functionele begeleiders binnen de nieuwe jazz lijkt voorbij. Ervoor in de plaats komen steeds meer individualisten binnen één groep die gezamenlijk de muziek die zij spelen, van nieuwe dimensies voorzien. Zij maken duidelijk dat eensluidende ritmesecties niet meer bij de muziek anno nu horen.

Bij Nir Felder zijn solist en ritmesectie één. Het kwartet is op verschroeiende wijze op elkaar ingespeeld. Maar ook solistisch was er geen speld tussen te krijgen. Waar je in een compositie de slotnoten op de gitaar verwachtte, vulde de piano die heel delicaat in. En waar de contrabas zich in de toegift een uiterst begenadigde melodiemaker betoonde, had de slagwerker daarvoor al meerdere malen laten horen dat hij onbedaarlijke toendra’s van ritmes exploiteert.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld: GEMMA VAN DER HEYDEN

Nir Felder Quartet. Tilburg, Paradox, 3 april 2015

Nir Felder gitaar
Kristjan Randalu piano
Phil Donkin contrabas
Ross Pederson slagwerk

Previous

Bij John Engels begint de shit elke dag weer opnieuw

Next

Memorabel concert van bandeloze avonturier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook