Accordeonist Luciano Biondini van het Rabin Abou-Khalil Trio.
Accordeonist Luciano Biondini van het Rabin Abou-Khalil Trio.

Dag acht van November Music kende zoals andere jaren wederom het project ‘Colours of Improvisation’, waarin jazzmuziek bijzondere aandacht krijgt. Een link daarnaar was ook de wereldpremière van ‘Nachklang’ van componist Theo Loevendie, die in vroegere jaren een begenadigd jazzmusicus was. En dan was er nog de Nederlandse première van ‘Et Lux’, het eigentijdse requiem van de bekende Duitse componist Wolfgang Rihm. Uitgevoerd door eigenzinnige Belgen. Hoewel daar in de uitvoering van deze avond niemand van was te bespeuren…

Een wereld van verschil viel op te maken na afloop van Et Lux van de Duitse componist Wolfgang Rihm en Requiem voor Jheronimus Bosch van zijn landgenoot Detlev Glanert, dat precies een week eerder tijdens November Music zijn wereldpremiére beleefde. Zijn in de traditionele dodenmissen bepaalde compositorische overeenkomsten op te merken en gold dat ook voor het eigentijdse Requiem voor Jheronimus Bosch, in het eveneens hedendaagse Et Lux speelde dit veel minder. Het Rihm-werk sloot wat betreft uitvoering en beleving meer aan bij bijvoorbeeld een collega-componist als Henryk Górecki, dan de Latijnse rite die aan Requiem voor Jheronimus Bosch ten grondslag lag.

Het Huelgas Ensemble en Minguet Quartett tijdens de geluidstest voor Et Lux.
Het Huelgas Ensemble en Minguet Quartett tijdens de geluidstest voor Et Lux.

Toch bevat ook Et Lux elementen uit de Latijnse dodenmissen, zij het dat Wolfgang Rihm die op een geheel eigen wijze heeft behandeld. Bijbelteksten bijvoorbeeld heeft hij uit elkaar gehaald en als muzikaal element ingezet, in plaats van ze als interpretabel te hanteren. En ook de combinatie van vocaal ensemble en strijkkwartet riekt eerder naar hedendaags dan twee koren, groot orgel, solisten en de kathedrale omgeving die dit alles belieft.

Het Huelgas Ensemble en Minguet Quartett onder de prominente leiding van Paul Van Nevel voerden Et Lux geheel in hun traditie op: onberispelijk, tot in de details perfect en met een alle kanten uitstralende bezieling. Dat sloot perfect aan bij de aard van het werk, dat nergens rustig voortkabbelt en vooral inlevingsvermogen vraagt van de luisteraar. De intermezzi van het instrumentale kwartet die soms opdoken mochten dan op entr’acts lijken, ze waren dat geenszins. Ze vormden de schakels tussen de diverse delen van Et Lux en waren klankborden om de zang te laten resoneren. Er lag een kristallen verbindingsbrug tussen het ensemble en het strijkkwartet. Zo breekbaar als wat, maar zuiverder kon je het niet krijgen. Dit requiem was er geen om stervenden tot in de dood te begeleiden, maar hen naar de hoop op licht te voeren. Vandaar ook die relatief trage wandeling door de muziek. Wat een heksentoer was het voor het Huelgas Ensemble om alleen al Et Lux naar zijn einde te zingen. De verstilling die daarmee gepaard ging, wees nog eens op de eindeloosheid van het begrip tijd.

Blokfluitist Erik Bosgraaf
Blokfluitist Erik Bosgraaf

HOLLAND BAROQUE

Holland Baroque maakte ook al een koppeling met oude muziek en nieuwe, pasgeboren toonkunst. Zwaartepunt van het optreden van dit opmerkelijke ensemble lag bij de wereldpremière van Nachklang van componist Theo Loevendie. De inmiddels 86-jarige Nederlandse componist had het werk geschreven voor blokfluit en strijkersbezetting. De strijkers traden aan in de bijzondere samenstelling van drie violen, drie altviolen, drie cello’s, aangevuld met contrabas en clavecimbel. Het werk, met als blokfluitsolist Erik Bosgraaf, bestond uit drie delen: snel-langzaam-snel. Nachklang was vooral interessant in het middendeel vanwege de ruimte die de fluitist innam en de ruime beddingen die de snaarinstrumenten zichzelf verschaften. Met een indringende ritmische passage aan het begin verwezen clavecimbel, contrabas en cello’s duidelijk naar de jazzachtergrond die Theo Loevendie heeft.

Nachklang mocht er zijn en is zeker een aanvulling op het Nederlandse repertoire van eigentijdse gecomponeerde muziek. Maar Holland Baroque liet overtuigend horen dat wanneer je een werk van Johann Sebastian Bach naar je hand kunt zetten, alle muziek die daarna komt eigenlijk overbodig is. Bachs Derde Brandenburgs Concert werd kippenvel bezorgend vertolkt. Die werd opgewekt door de schoonheid van de melodie die vanaf de eerste noten aan de snaren van Holland Baroque ontsnapte. Wat een enorm gloedvol ensemble is dit. Op de manier hoe de Canadese gastvioliste Aislinn Nosky met haar zwaar op fysiek leunende spel het voortouw nam, verschafte deze zo bekende Bachcompositie een geheel nieuw kader. Ook al door het hoge tempo dat werd aangehouden.

Violiste Aislinn Nosky leek op een vrouwelijke Nigel Kennedy door haar fysiek sterke spel.
Violiste Aislinn Nosky leek op een vrouwelijke Nigel Kennedy door haar fysiek sterke spel.

Hetzelfde gold voor de interpretatie van de Arvo Pärtklassieker Fratres. Meteen bij de eerste noten, die hier niet voortkwamen uit de lange stilte die de componist als start voorschrijft, werd de ziel van het stuk blootgelegd. De staccatonoten van de contrabas leken op slagwerk; de cello’s voerden de intensiteit van het werk gaandeweg tot in het uiterste door. Waarmee Fratres de zoveelste sublieme uitwerking kreeg sinds Pärt het in 1977 componeerde.

COLOURS OF IMPROVISATION

Jazzliefhebbers werden een hele avond verwend met het initiatief ‘Colours of Improvisation’, dat al jarenlang prijkt op de programmering van November Music. Jeroen van Vliet trad aan met collega-pianist Colin Vallon, het Yuri Honing Quartet met mede-frontman trompettist Mathias Eck en het Rabih Abou-Khalil Trio sloot de avond af. Het optreden van de beide pianisten miste deze recensent, vanwege aanwezigheid bij een andere uitvoering.

Wolfert Brederode is een muzikale filosoof en masseur tegelijk.
Wolfert Brederode is een muzikale filosoof en masseur tegelijk.

Het concert van Yuri Honing en de zijnen was een afgewogen vat vol subtiliteiten. De tenorsaxofonist en zijn trio hadden ’s middags een kleine drie kwartier geoefend met de hen onbekende Mathias Eick en elkaar daarbij wat muzikaal materiaal toevertrouwd. Als er toen over de noten is gesproken, dan waren het enkel die die je weg kunt laten. Als resultaat leverde dit deze avond een bloemige wei vol schoonheid op, die op één stuk na, alleen maar rust uitstraalde. Het geluid van Yuri Honings tenorsaxofoon is genoegzaam bekend; het is alles omvattend en van een doordringende sonoriteit, samengebald in alles wat de tenorsaxofoon in de geschiedenis van de jazz voor indrukwekkendst heeft voortgebracht.

De ritmesectie van Honing, pianist Wolfert Brederode, contrabassist Gulli Gudmundsson en slagwerker Joost Lijbaart, is een verhaal apart. De meeste jazzliefhebbers kennen hen wel, maar de rijpheid die elk jaar verder toeneemt, is van een onwaarschijnlijke intensiteit. Gudmundsson bijvoorbeeld speelt enkele naar het lijkt zomaar aangewaaide noten. Met veel lucht ertussen. Wolfert Brederode ‘vangt’ ze op, vult die lucht met de zijne, waardoor beiden een ragfijn melodisch lijntje weven. Wolfert Brederode, melodisch een filosoof en in de uitwerking een masseur was daarbij op zijn best. Hetzelfde geldt voor Joost Lijbaart. Toen de gestreken bas zich mengde met verspreid liggende pianonoten was dat al genoeg om saxofoon en trompet een efficiënt spanningsveld te schenken. De duetten van de beide blaasinstrumenten werden neergelegd met een lichte nagalm. Ze dansten om elkaar heen, versterkten elkaar en gaven het al zo rijke Yuri Honing Quartet een niet weg te cijferen meerwaarde.

Trompettist Mathias Eick was gast bij het Yuri Honing Quartet.
Trompettist Mathias Eick was gast bij het Yuri Honing Quartet.

RABIH ABOU-KHALIL

De Libanese udspeler Rabih Abou-Khalil had het deze avond zichtbaar naar zijn zin, getuige de vele grappen – dit keer eens gebbetjes waar je écht om kon lachen – die hij tussen de nummers door lanceerde. Het optreden van zijn trio kende als sleutelwoord: virtuositeit. Waarbij je je als buitenstaander afvraagt hoe zijn ud telkens weer een concert van zijn bespeler overleeft. Abou-Khalil had de Amerikaanse slagwerker Jarrod Cagwin en de Italiaanse accordeonist Luciano Biondini mee naar Den Bosch getroond. Cagwin bespeelde veelal de grote platte framedrum, waarmee hij nauw aansloot bij de Arabische klanken van de ud. Hoogtepunt van het concert was de compositie Dreams For A Dying City, die Rabih Abou-Khalil voor één keer serieus aankondigde en waarmee hij Beiroet bedoelde. De stad die hij was ontvlucht toen zij middelpunt was van een wrede, alles verwoestende oorlog in zijn vaderland.

Slagwerker Jarrod Cagwin en ud-speler Rabih Abou-Khalil
Slagwerker Jarrod Cagwin en ud-speler Rabih Abou-Khalil

Dreams For A Dying City, geschreven in 1990, was een lange compositie. Weemoedig van aard, maar muzikaal tegelijkertijd een uitgebreide improvisatie op de ud. Rabib Abou-Khalil behandelde zijn instrument soms als een slidegitaar, waarmee hij de verbinding die er al lag tussen klassieke Arabische muziek, jazz en volksmuziek nog meerdere invalshoeken gaf. Het was muziek die verhaalt van treurnis en daarmee indirect het zoveelste requiem dat November Music 2016 presenteert. Ook muziek echter die de musicus hier – vanuit het (relatief) veilige westen – eveneens glimpen van hoop meegeeft. Het is te hopen dat zijn landgenoten er in ruime mate kennis van hebben kunnen nemen.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

November Music 2016
Verkadefabriek en Toonzaal ’s-Hertogenbosch, 11 november 2016

Et Lux
Huelgas Ensembmle en Minguet Quartett o.l.v. Paul Van Nevel

Perfect Strings – met o.m. wereldpremière Theo Loevendie
Holland Baroque en Erik Bosgraaf

Colours of Improvisation
Jeroen van Vliet en Colin Vallon
Yuri Honing Quartet en Mathias Eick
Rabih Abou-Khalil Trio

www.novembermusic.net

Previous

Drie hoogtepunten in drie dagen bij November Music

Next

Jazzfest daagt voor de zesde maal weer volop uit

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook