Wiro Mahieu en Paul van Kemenade

Toen Paul van Kemenade in 1993 begon aan een festival dat hij de naam Stranger Than Paranoia meegaf, kon hij niet bevroeden dat 25 jaar later alle muziek die hij in die jaren programmeerde, het element ‘achtervolgingswaan’ (paranoia) zo sterk zou benadrukken. ‘Paranoia’ werd letterlijk ‘Stranger’; de vierentwintig festivals die hij tot dit jaar op de kalender zette, dropen van diversiteit, improvisatiekunde, mafheid en volstrekte verrassingen. En afgemeten aan de openingsavond van de 25e editie, gaat deze uitgave daar geen uitzondering op maken.

Het zilveren huwelijksfeest van Paul van Kemenade en Stranger Than Paranoia opende de bruidegom zelf. Met een zinderende solo op zijn altsaxofoon. Volledig geïmproviseerd, met zijn krankzinnige uithalen, uniek behandelde ademhalingstechniek, valpartijen tussen hoog en laag en het triomfantelijke altgeluid dat de saxofonist heeft ontwikkeld en veel meer omspant dan de boog paranoia en lyriek. Paul van Kemenade zette in een handvol minuten de geschiedenis van zijn geesteskind souverein neer: zó Paranoia is de muziek waar hij voor staat.

De nieuwe slagwerker Markku Ounaskari van het Paul van Kemenade Quintet.

PRIMEUR

Een overweldigend begin derhalve, direct gevolgd door een primeur: het eerste optreden van het Paul van Kemenade Quintet met de nieuwe slagwerker Markku Ounaskari, de vervanger van Pieter Bast. Het was wennen en genieten tegelijk. De Fin is een stuk bescheidener dan zijn voorganger en dat bepaalt het groepsspel in behoorlijke mate. Dat was vooral te horen in het slotnummer van het optreden: Stranger Than Paranoia. De klassieker uit 1993, een van de stukken op de cd Mo’s Mood, werd in 1993 tijdens het eerste Stranger Than Paranoiafestival live opgenomen. Nu, bij het 25-jarig bestaan was het een afgewogen keuze om het stuk – een feature voor altsaxofoon en trombone – opnieuw te brengen. Met nieuwe mensen, onder wie de op de kleintjes lettende slagwerker Ounaskari en de iets minder nieuwe Louk Boudesteijn op trombone, toonde het dat de tand des tijds er geen vat op heeft gekregen. Stranger Than Paranoia blijft zacht en wonderschoon, slepend met zijn afdalingen in de melodie en twinkelende pianonoten. De sterkte van de compositie blijkt onder meer uit de duur die je haar kunt meegeven. Zij kan elke lengte aan.

Pianist Rein Godefroy componeerde het prachtige stuk ‘Nobody Knows Anything’.

Opvallend was de broederschap die het optreden van het kwintet kenmerkte. Van ieder werd wat gespeeld: het prachtige Nobody Knows Anything van Rein Godefroy, het treurige Liedje voor Bas van Wiro Mahieu, Hip van de leider zelf, met opwindend en strak samenspel en het overweldigende Einzel Hymne van Louk Boudesteijn – waarin altsax en trombone zoekend en improviserend naar de glorieuze top van deze lofzang toewerkten. Dé uitwerking van de gedachte dat het zilveren jubileum van een eigenzinnig festival slechts tot een uitbundig feest kan leiden.

Leider en gitarist Tolga During van OttoMani.

OTTOMANI

Het Italiaanse kwartet OttoMani tekende voor het tweede concert. Het ensemble is gerangschikt rond Tolga During die een twaalfsnarige gitaar met twee halzen hanteert. Samen met basklarinettist Franscesco Ganassin speelde OttoMani eigen stukken: harmonieus en melodieus, waarbij de fraaie ineenvloeiing van basklarinet en contrabas je meerdere malen kippenvel bezorgde. De basis van het kwartet wortelt in mediterrane muziek, maar ook gipsy- (in de ritmische gedeelten) en Balkanklanken (in orkestrale fragmenten) zorgden voor op het gehoor uiterst toegankelijke muziek. Waaraan echter een doordacht concept ten grondslag ligt. De dynamische opbouw maakte dat leider During na het eerste stuk een noodkreet uitzond naar een deel van het onbeheerst kwetterende publiek om stil te zijn, maar ook dat de Italianen het aandurfden om lange stiltes in te bouwen. De dynamiek was er ten zeerste mee gediend. En de vanaf dan zwijgende kletskousen evenzeer. Naar we mogen hopen.

Basklarinettist Francesco Ganassin

Naar het slot van deze eerste festivalavond zal menigeen hebben uitgekeken. Het Brabants Jazz Orkest had componist en contrabassist Niko Langenhuijsen uitgenodigd vijf stukken te arrangeren. De uitwerking zorgde voor een verrassende hergeboorte van het begrip big band. Het ijzeren repertoire hiervan is het Brabants Jazz Orkest sowieso vreemd; de diversiteit die Niko Langenhuijsen aan alle vijf de stukken heeft meegegeven, maakte van dit optreden een nog sprankelender gebeurtenis. Het orkest speelde met enorm enthousiasme, kon de vaak niet gemakkelijke hersenspinsels van Langenhuijsen ruim aan en bewees hiermee dat dit soort uitstapjes het verschijnsel big band best van een ruim vallend bontkraagje kunnen voorzien.

Giuseppe Dimonte

VERRASSING

Voor aanvang van dit slotconcert werd nog een verrassing ingebouwd. Three Horns and a Bass, een van de formaties van Paul van Kemenade, beklom het podium om nóg een arrangement van Niko Langenhuijsen te brengen: Whats Appening. De arrangeur bewerkte dit Van Kemenadestuk voor een Zuidafrikaans groot-orkest, dat eerder deze maand werk van de Tilburgse altsaxofonist – samen met hem – in Johannesburg en Pretoria uitvoerde. Hier werd het absoluut níet dunnetjes overgedaan, nu door altsaxofoon, bugel, trombone en contrabas.

Percussionist Andrea Piccioni van OttoMani.

Waarop het Brabants Jazz Orkest aantrad. 4 voor twaalf herbergde een prachtige passage met vijf gestopte trompetten en Voor de indrukte makers ruimte voor een representatieve solo van baritonsaxofoon en mijmerende interactie van de vakbekwame pianist Joris Reutelingsperger. Hoogtepunt van het optreden was de ballade Substitutes met een imposant optreden van dirigent Jeroen Doomernik op bugel. Altsaxofonist Albert van Veldhuizen en baritonsaxofonist Joost van Buchem hadden hun instrument verruild voor klarinet en basklarinet, wat een spectaculair veranderend klankpatroon tot gevolg had. En in Samples zorgde invaller Ilja Reijngoud voor een drijvende solo op trombone. Mail Us (if you want) sloot het concert en de avond af.

Leider en dirigent Jeroen Doomernik van het Brabants Jazz Orkest gaf een imponerende solo op bugel. Achter hem Niko Langenhuijsen, naast hem Joost van Buchem, hier op basklarinet.

Daarmee een welverdiende rustpauze inlassend voor oortjes en gemoed, tot 27 december als Stranger Than Paranoia een vervolg krijgt, opnieuw in Paradox. Een dag later volgt in Concertzaal Tilburg de jubileumavond die de kroon moet zetten op het 25-jarig verjaardagsfeest van het festival. Op 24 december deed Stranger Than Paranoia Brebl in Nijmegen aan. De slotavond van het vijf dagen durende evenement is op 29 december in het Bimhuis in Amsterdam.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA VAN DER HEYDEN

Openingsavond Stranger Than Paranoia 2017
Paradox Tilburg, 23 december ’17

Paul van Kemenade Quintet
Paul van Kemenade – altsaxofoon
Louk Boudesteijn – trombone
Rein Godefroy – piano
Wiro Mahieu – contrabas en basgitaar
Markku Ounaskari – slagwerk

OttoMani
Tolga During – gitaar
Francesco Ganassin – basklarinet
Giuseppe Dimonte – contrabas
Andrea Piccioni – percussie

Het Brabants Jazz Orkest
Jeroen Doomernik – dirigent en trompet
Niko Langenhuijsen – arrangeur en contrabassist
Ilja Reijngoud – trombone
en anderen

www.strangerthanparanoia.nl

www.ottomani.eu

www.hetbrabantsjazzorkest.nl

Previous

JazzNu publiceert vijfdelige serie over pianisten

Next

Spinifex levert met ‘Amphibian Ardour’ weer topalbum af

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook