Daniel Herskedal

Nederland is een mooi nieuw muziekfestival rijker: Sound of Europe. De eerste editie in Chassé Theater in Breda is uitgedraaid op een grote verrassing. Op papier was voor aanvang al duidelijk dat de programmering gedurfd en avontuurlijk was, de praktijk liet zien dat Sound of Europe volop bestaansrecht heeft en het verdient de komende jaren uit te groeien tot een volwassen muziekevenement.

Sound of Europe is een muziekfestival, maar de organiserende stichting Beaux Jazz wil met het tweedaagse evenement vooral Europese ontwikkelingen in de jazzmuziek laten zien. Daar heeft programmeur Frank van der Kooij een eigenzinnig concept voor bedacht. Geven vrijwel alle andere muziekfestivals in Nederland meteen – nadat zij plechtige woorden hebben gesproken hoe hún concept eruit ziet – de commercie in hun programmering ruim baan, Sound of Europe doet het anders.

Het Bredase initiatief heeft bijvoorbeeld onderzocht welke muziekvormen zich heden ten dage mengen met jazzmuziek. En kwamen daarbij uit bij klassieke muziek. Niet helemaal nieuw natuurlijk, er zijn al musici en groepen die pionierden in deze hoek – denk aan het Clazz Ensemble met zijn Bach Reflections, aan het Rembrandt Frerichs Trio met muziek van Händel, Bach en Buxtehude, aan Vein met muziek van Maurice Ravel en zelfs Brad Mehldau wiens nieuwe programma Improvising Bach heet – maar binnen een festival zijn ze nog nauwelijks gevangen. Jawel, November Music doet dat ook, maar daar toch vooral met muziek van hedendaagse componisten.

Saskia Lankhoorn tijdens haar recital als opening van Sound of Europe.

Sound of Europe waagde het zelfs de eerste avond van het festival met het programma Musings from the Lowlands te openen: een exposé met werk van vijf eigentijdse componisten. Uitgevoerd door de klassiek geschoolde pianiste Saskia Lankhoorn. Om daarna het Wolfert Brederode Trio op het podium te plaatsen, dat met verstilde muziek, vaak van geïmproviseerde invalshoeken voorzien, daar subliem bij aansloot.

De eerste editie van deze eerste Sound of Europe was zo compact van kwaliteit, dat het ondoenlijk is een of meerdere hoogtepunten aan te wijzen. Vrijwel elk concert borg verrassingen in zich. Hetgeen nog werd gevoed door de contrasten die het programma bood. Eén voorbeeld: de vaak op Arabische toonladders gebaseerde klanken van tubaïst Daniel Herskedal tegen de vingervlugheid van het trio van gitarist Gijs Idema.

Jasper van Hulten is de indruk makende slagwerker van het Trio Wolfert Brederode.

INTIEM RECITAL

Maar laten we bij het begin beginnen; bij het intieme recital dat Saskia Lankhoorn bouwde op werk van de componisten Piet-Jan van Rossum, Kate Moore, Dobrinka Tabakova, Pete Harden en Valentin Silvestrov. Van deze laatste speelde zij twee Bagatelles, waarvoor zij de klep van de piano liet zakken. Het leek daardoor of de muziek vanachter een gordijn werd gespeeld. Maar de helderheid van Saskia Lankhoorns spel bleef gewoon doorklinken. Ze creëerde ermee een weidsheid die het impressionisme van haar eerdere uitvoeringen nog verder onderstreepte. Waarbij het opvallendst was dat de muziek van de door haar verkozen componisten voor de kleine zaal van Chassé leek geschreven. Krijg het maar eens voor elkaar deze plek in noten te vangen, te kleuren en de stilte en ruimte die ze nodig hebben, te laten zegevieren.

Wolfert Brederode houdt ook van meditatieve stilte. Het was opvallend hoe dicht de muziek van zijn trio bij die van Saskia Lankhoorn ligt. Háár muziek wordt gespeeld vanaf partituur, weliswaar met intensieve eigen inbreng, de zijne grotendeels geïmproviseerd, maar met dezelfde subtiliteit. Bij Wolfert Brederode zijn contrabas en slagwerk geen ritmesectie, maar – identiek aan de piano – dezelfde constructeurs aan het immense muziekgebouw dat zij oprichten. Het was fascinerend om te zien hoe die contrabas en dat slagwerk voortschreden en Wolfert Brederode met de handen boven de toetsen gespannen afwachtte hoe hij kon inhaken. Voor de toegift sloot Saskia Lankhoorn nog even aan, nu als vocaliste in de Brederodecompositie Frost Flower. Een luxe bonbon in een gouden wikkel, deze twee ineen vloeiende concerten.

Gulli Gudmundsson van het Wolfert Brederode Trio.

Cellist Thomas van Geelen is ooit geïnspireerd geraakt door het Nederlandse ensemble The Nordanians, die op hun beurt ideeën putten uit Indiase muziek. De raga-toonladders daaruit waren in Breda wezenlijk onderdeel van Van Geelens verrichtingen, maar ook een walsje en een swingstuk voor cello met als ondergrond de Indiase tabla werden zonder met de ogen te knipperen ten gehore gebracht. Een repertoire zó breed dat je even de adem inhield.

ARABISCH

Dit laatste deed je ook bij het concert van tubaïst Daniel Herskedal. Zijn muziek was voor een deel neergelegd op het toonstelsel van Arabische muziek. In Hijaz Train Station – waarvoor het gelijknamige treinstation in Damascus model stond – was een sublieme vermenging te horen van altviool, cello en tuba. Daniel Herskedal buit de capaciteiten van zijn musici en de instrumenten die hen ten dienste staan, volledig uit. Zelden zo’n diep-grommende toon aan de tuba horen ontsnappen en zelden droegen elfenvleugeltjes, veroorzaakt door tinkelende belletjes van de slagwerker, de muziek zó ten hemel. Herskedal speelt ook bastrompet en daarmee verricht hij evenzeer muzikale wonderen. Uit een kwintetimprovisatie konden bastrompet en cello zomaar terug treden en dan nog bleef de magie kaarsrecht overeind.

Gitarist Maxime Delpierre droeg bij aan het ‘spacey’ concert van Pascal Schumacher.

Pascal Schumacher bracht zijn project Drops and Points, een concert dat zich vrijwel in het duister afspeelde, slechts verlicht door opflitsende hoepels met erin geprojecteerd lichtbeelden en eronder laserlichten, die de toehoorders nog meer desoriënteerden. Keiharde muziek, aan vibrafoon, piano en elektronica van Schumacher onttrokken en ondersteund door gitaar en slagwerk, bracht je in een fascinerende en vooral hallucinerende stemming. En toen daar nog vloeistofdia’s aan werden toegevoegd werd deze muzikale eruptie ‘spacey’, herinneringen oproepend aan de vroegere psychedelische rockband Hawkwind.

Vincent Courbois verleende met Rogier Telderman en Adam Baldych een nieuwe kijk op kamermuziek.

We hadden het eerder over de contrasten in de programmering. Hier is er nog een: Pascal Schumacher versus het trio Telderman/Baldych/Courtois. De pianist, violist en cellist hadden elkaar een dag vóór het concert ontmoet, elkaars composities uitgewisseld en zijn toen zomaar begonnen aan een optreden dat schreeuwt om herhaling. Zo’n bezetting doet onvermijdelijk denken aan kamermuziek en die bracht het trio dan ook, zij het wel in welhaast onmogelijk geachte varianten. Hoewel er ook een eigentijds arrangement van de Renaissancecomponist Thomas Tallis opdook! Viool en cello werden vaak geplukt bespeeld, percussief pianospel legde daar nieuwe dimensies onder. Soms was de muziek bedachtzaam, werd stilgestaan bij fraaie individuele improvisaties; een andere keer wisten de drie fortissimo bij elkaar aanknopingspunten te vinden. Als je deze drie zo inventieve musici zou moeten categoriseren kun je niet onder het te pas en te onpas gebruikte woord ‘super’ uit. Een supertrio derhalve. Geef het de tijd van leven – en geld natuurlijk – en moet je dan eens zien wat ervan komt!

Marius Neset

NERVEUS

Tenor- en sopraansaxofonist Marius Neset heeft in korte tijd grote bekendheid verworven. Hoe dat zo is gekomen, was tijdens Sound of Europe overduidelijk te horen. De Noor heeft zich een nerveus en daardoor snel, op korte frasen gebaseerd concept eigen gemaakt. Het lijkt er daarom op of hij een vrachtwagen noten moet lossen. Een weergave van de tijdgeest? Het concert in Breda was het laatste van een tournee van het kwartet, dat vooral stukken speelde van de laatste cd Circle of Chimes. Geweldige muziek! Met bewust hortende en stotende begeleiders werd het ene na het andere hoogstandje uiterst aangenaam de zaal in gekatapulteerd. Nesets duizelingwekkende techniek, verpakt in een stortvloed van ingenieuze invallen, was het bewijs dat de ontdekkingsreis van tenor- en sopraansaxofoons nog lang niet ten einde is.

Zangeres Sanne Rambags, gitarist Bram Stadhouders en slagwerker Joost Lijbaart sloten Sound of Europe af. Zij ontmoetten elkaar drie jaar geleden in Breda en besloten tot samenwerking. Inmiddels is er veel gebeurd. Vorig jaar brak het trio definitief door met het album Under The Surface. Inmiddels hebben deze musici nog meer aan kracht gewonnen. Sanne Rambags is zelfbewuster geworden, de dynamiek van de drie krachtiger. Deze doorontwikkeling is er debet aan dat zij het aandurven om fragiliteit af te wisselen met luidere gezichtspunten. Het indringendst is echter hoe zij stilte tot ware kunst hebben gemaakt. Wil je deze muziek verheffen, dan moet je haar nóg kwetsbaarder maken. Hoe dat klinkt kon je proeven in het slotstuk Sibylla van Sanne Rambags zelf. Stilte, van een meditatieve soort, ragfijn als ijskristallen werd hier hoorbaar gemaakt.

Sanne Rambags

RUMOER

Waarmee een van de zwakke plekken van Sound of Europe werd blootgelegd. Het optreden van zangeres, percussionist en gitarist was gepland in een van de open foyers van Chassé. Rumoer was daarbij onvermijdelijk. Je zag Sanne Rambags’ concentratie telkens verstoord worden als festivalgangers uit een nabijgelegen zaal kwamen. En twee mensen die het gebouw verlieten en luid kakelend naar de uitgang kuierden vormden een ware dissonant. Sanne Rambags c.s. moet je niet in een openbare ruimte plaatsen. Zij verdienen een geluidsdichte ruimte, waarin hun stilte en breekbaarheid naar mythische hoogten kunnen reiken.

De situering van deze drie musici op een verkeerd podium moet slechts als een beginnersfout worden gezien. Evenals het feit dat dit trio een concertdeel moest inleveren, omdat de organisatie had gemeend dat er best twee concerten op één tijdstip konden worden geprogrammeerd. Dat resulteerde in nul bezoekers voor het eerste optreden van Rambags/Stadhouders/Lijbaart. Waarop het concert werd afgelast. Hoe vervelend ook voor de musici, het organiserende Beaux Jazz zal er zeker van hebben geleerd dit soort zaken volgend jaar te vermijden. Want de tweede editie van Sound of Europe staat nu al vast: 2 en 3 februari, opnieuw in het Chassé Theater. En na de eerste opvoering kan worden geconcludeerd dat aflevering, drie, vier, vijf en verder alleszins gerechtvaardigd zijn. Nu het publiek nog, want te weinig mensen hadden hun weg gevonden naar deze eerste Sound of Europe.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA VAN DER HEYDEN

Sound of Europe
Chassé Theater Breda, 3 en 4 februari ‘18

 Saskia Lankhoorn – piano

Wolfert Brederode Trio
Wolfert Brederode – piano
Gulli Gudmundsson – contrabas
Jasper van Hulten – slagwerk

Thomas van Geelen Kwintet
Thomas van Geelen – cello
Ab Baars – klarinet, shakuhachi
Moisés Toscano Fuentes – fluit, bansuri
Emiel van Rijthoven – piano, Rhodes
Tarang Poddar – tabla, percussie

Pascal Schumacher ‘Drops and Points’
Pascal Schumacher – vibrafoon, piano en elektronica
Maxime Delpierre – gitaar en elektronica
Jeff Herr  – slagwerk
Joachim Olaya – visueel ontwerp

Gijs Idema
Gijs Idema – gitaar
Ben van Gelder – altsaxofoon
Koen Schalkwijk – piano en Wurlitzer

Daniel Herskedal
Daniel Herskedal – tuba en bastrompet
Bergmund Skaslien – bratsj (altviool)
John Ehde – cello
Eyolf Dale – piano
Helge Norbakken – percussie

Marius Neset
Marius Neset – tenor- en sopraansaxofoon
Ivo Neame – piano
Petter Eldh – contrabas
Anton Eger – slagwerk

Rogier Telderman c.s.
Rogier Telderman – piano
Adam Baldych – viool
Vincent Courtois – cello

Sanne Rambags
Sanne Rambags – zang
Bram Stadhouders – gitaar
Joost Lijbaart – percussie

www.soundofeurope.eu

Previous

Bram Weijters Crazy Men viert Belgische jazz jaren zeventig 

Next

Met The Mechanics in een muzikaal brandende hel

1 comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook