Synesthesie is een neurologisch verschijnsel waarbij de verschillende zintuigen in de ervaring van de wereld aan elkaar zijn gekoppeld. Een synestheet kan kleuren horen, of geluiden zien. Eén van de bekendste synestheten uit de geschiedenis is de schilder Wassily Kandinsky. Bij het horen van muziek zag hij levendige kleuren, wat inspiratie leverde voor vele doeken. Het zijn deze doeken die klarinettist Federico Calcagno tot het schrijven van zijn muziek bewegen.

Federico Calcagno won met Liquid Identities onlangs de tweede prijs bij de Keep an Eye Jazz Award 2019.

De cirkel is rond. Calcagno is de ontwerper van de lijnenspellen en kleurvlakken van de Amsterdamse band Liquid Identities, die onlangs de tweede prijs won bij de Keep an Eye Jazz Award 2019. Samen met de overige bandleden, José Soares op altsax, Adrian Moncada op piano, Pau Sola Masafrets op cello en Nick Thessalonikefs op drums, brengt hij complexe en abstracte stukken ten gehore. En toch leeft en danst de muziek van deze band van Amsterdamse conservatoriumstudenten. Een interview met Federico Calcagno, de jonge leider van de groep. “De band is ontstaan in 2018 als een vrije-improvisatie-ensemble. We begonnen zonder percussie. Sinds een jaar spelen we in de huidige bezetting. Het heeft een tijdje geduurd voordat we echt een bandgeluid hadden, maar sinds dit jaar spelen we veel concerten.”

Wanneer je Liquid Identities hoort, is het lastig je voor te stellen dat ze aanvankelijk drummerloos waren. De partijen die Calcagno schrijft hangen aan elkaar van ritmes uit zowel hiphop als Zuid-Indiase carnatische muziek. Wanneer die vervlechten, maakt Liquid Identities grooves om in te verdwalen. Eenmaal ronddolend blijf je als luisteraar in de dynamische orkestraties nieuwe dingen op je pad vinden. Pas aan het einde van een stuk krijg je een beeld van waar je bent geweest. Een goed voorbeeld hiervan is het nummer There Was a Rhythmn, waar je als luisteraar herhaaldelijk van een Esscheriaanse wenteltrap lijkt te vallen.

De partijen die Federico Calcagno schrijft hangen aan elkaar van ritmes uit zowel hiphop als Zuid-Indiase carnatische muziek.

Die dynamiek komt door de aanwezigheid van twee minder voorkomende instrumenten in jazz: de basklarinet van Calcagno en de cello van Masafrets. Calcagno kan grommend vanuit donkere diepten opstijgen naar snerpende hoogten en Massafrets heeft op zijn cello nagenoeg precies hetzelfde bereik. Hierdoor is er veel mogelijk in de orkestratie van de stukken. “De cello heeft in deze band een dubbele rol. Enerzijds is Pau onderdeel van de ritmesectie, maar hij kan ook een extra stem zijn in de melodische sfeer. Die rol in de ritmesectie kan ik ook vervullen, al is de basklarinet natuurlijk een minder percussief instrument.”, zegt Federico Calcagno. Met zo veel instrumenten die een leidende stem kunnen zijn moet de band ‘gespannt wie ein Fitzebogen’ zijn wanneer de vier collectief improviseren. En dat zijn ze ook. Iedereen reageert attent op elkaar en ze kunnen snel schakelen tussen bruut geweld en liefkozing of twijfel.

Liquid Identities heeft zeker een vloeibaar geluid. De bandnaam heeft echter ook een diepere betekenis. ‘Het woord ‘liquid’ komt van Zygmunt Baumans boek Liquid Modernity. Hij schrijft over de aard van de huidige moderniteit. Volgens hem wordt die gekarakteriseerd door endemische onzekerheid; in werkrelaties, toekomstverwachtingen, technologische ontwikkelingen, et cera. Die onzekerheid biedt ook mogelijkheden. Mensen staan voor de mogelijkheid om radicaal verschillende levens te leiden, verschillende identiteiten aan te nemen. “Onze muziek reflecteert dat fenomeen, denk ik. Dat kan niet anders eigenlijk: we zijn er zelf onderdeel van.”

Federico Calcagno: “Mensen staan voor de mogelijkheid om radicaal verschillende levens te leiden, verschillende identiteiten aan te nemen. Onze muziek reflecteert dat fenomeen.”

“Qua orkestratie haal ik veel inspiratie uit de klassieke muziek. Ik houd erg van Messiaen. We waren op Pau’s initiatief bijna begonnen aan een interpretatie van zijn Quator pour le fin du temps, maar daar hebben we toch voorlopig van af gezien”, zegt Calcagno met een schalkse lach. Andere klassieke invloeden van Calcagno zijn 20e-eeuwse componisten als Stravinsky, Alban Berg, de quasi-tonale discipel Arnold Schönberg, en de spectralisten. “Maar ook Bach, natuurlijk”, voegt hij toe. Het gaat hier niet om losbandige flirts met de klassieke traditie: Calcagno is muzikaal tot wasdom gekomen als klassiek klarinettist. Tijdens de middelbare school studeerde hij fanatiek op deze muziek.

Later koos Calcagno voor de jazzmuziek. “Ik heb mijn instrument leren kennen via de klassieke muziek, maar mijn individualiteit als muzikant kon ik daar niet goed in verkennen.” Dat is hij nu volop aan het doen, zowel in improvisatie als compositie, waarin hij aan het conservatorium wordt onderwezen door gitarist Reinier Baas. Componeren is voor Calcagno zeker nog geen routineklus. “Ik voel me op dit moment nog meer een improvisator dan een componist, al ga ik snel vooruit. Eigenlijk zou ik elke dag minstens één maat aan goede muziek willen schrijven. Op dit moment doe ik dat nog niet. Een goede compositie komt wanneer je iets te zeggen hebt. Zo niet – dan heb je niets te componeren.” Momenteel ligt zijn focus in de eerste plaats bij de basklarinet.

Federico Calcagno: “Een goede compositie komt wanneer je iets te zeggen hebt. Zo niet – dan heb je niets te componeren.”

Die basklarinet is in de jazz onlosmakelijk verbonden met de geitensik (het karakteristieke gezichtskenmerk van Dolphy, red). Zo ook voor Calcagno: Dolphy was zijn gateway-drug in de jazzmuziek. Calcagno heeft zelfs een album ter meerdere ere van zijn held gemaakt. From Another Planet heet de plaat, de band draagt de naam Dolphians. Toch draait hij momenteel – om aan zijn invloed te ontsnappen – de muziek van Dolphy maar zelden. Op het moment luistert hij wat jazz betreft veel naar musici als Reinier Baas en de saxofonist Steve Lehman; jazz die de grenzen van het genre opzoekt.

Calcagno wil zelf zijn grenzen steeds wat verder in het onbekende leggen. “Je moet je invloeden écht kennen. Ik heb ook heel lang hard op Dolphy gestudeerd, maar op dit moment wil ik andere elementen van mijn spel verkennen. Ik wil niet de hele tijd dezelfde dingen spelen. Voor mij is jazz niet iets wat draait om stijl. Jazz gaat in de kern om de explorerende aard van muziek. Jazz is niet alleen swing, en dat weet ook iedereen eigenlijk wel, denk ik. Al zijn er wel die het lastig vinden dat toe te geven. Wanneer ik speel wil ik nieuwe delen van het onbekende bereiken. Dan voel ik me naakt, en dat vind ik heerlijk.”

Ook voor en na het uitkleden zoekt Calcagno graag contact met zijn publiek. “Bij concerten ga ik graag een band aan met de luisteraars. Muziek is een sociale relatie. Als je tien jaar in hetzelfde huis op zolder zit zul je geen opera’s schrijven. Je moet er op uit gaan, ‘have real human relationships’, met verschillende aspecten van het leven in aanraking komen. Dat gaat allemaal in je muziek zitten. Op die manier is muziek via anderen een ontdekking van jezelf. Als mensen mijn inspiratie voor een stuk kennen, kan ze dat wellicht dichter bij de muziek brengen.”

Federico Calcagno: “Muziek is een sociale relatie. Als je tien jaar in hetzelfde huis op zolder zit zul je geen opera’s schrijven.”

Die inspiratie vindt hij ook buiten de muziek. Musea met moderne kunst zijn niet veilig voor Calcagno, die een grote liefde heeft voor schilders als Picasso en Klee, maar bovenal Kandinsky. “In alle kunstvormen houd ik ervan als een werk ruimte voor verschillende interpretaties laat. Daarom trekt het abstracte me. Kandinsky is hierin voor mij een groot voorbeeld. Het gaat hem om spirituele betekenis van vormen en kleuren op zichzelf, en de gevolgen van het mengen van deze abstractere betekenissen. Dit komt heel nauw overeen met muziek.”

“Maar ik haal net zo makkelijk inspiratie uit horrorfilms van David Cronenberg. Of uit basketbal. Niet lang geleden realiseerde ik me dat basketbal en klarinet in mijn onderbewuste dezelfde plek hebben. Ik benader noten in technisch opzicht eigenlijk op dezelfde manier als dat ik een worp benader. Het zijn beide passies van me, en ik begon met beide op dezelfde leeftijd. Ik realiseerde me die verbondenheid in een droom waarin ik aan het basketballen was met de jongens van de band. Net als muziek in een band, speel je basketbal in een team. Je hebt een bepaalde samenstelling van individuen die moeten samenwerken, maar je om te slagen moet iedereen ook uitdrukking kunnen geven aan z’n ego. Het draait om balans.” Lachend: “En je moet vaak naar training om iets neer te kunnen zetten.”

Federico Calcagno: “Niet lang geleden realiseerde ik me dat basketbal en klarinet in mijn onderbewuste dezelfde plek hebben.”

Voorlopig blijft het team samen spelen. Met de tweede prijs van de Keep an Eye Jazz Award werden harde knaken gewonnen. Die gaan gebruikt worden om de studio in te duiken. De eerdergenoemde onzekerheid van de vloeibare moderniteit is echter niet alleen inspiratie. Zij speelt Liquid Identities ook parten. “Iedereen komt uit andere delen van Europa. Dat maakt het lastig om plannen op de lange termijn te maken. Maar het komende jaar blijven we zeker samen spelen. José (Soares) en ik blijven in Amsterdam, en de rest is hier nog bezig aan z’n conservatoriumopleiding. We willen veel spelen, en ook echt iets neerzetten. Als we nu hard werken zullen we altijd iets hebben om op voort te bouwen als we weer met elkaar spelen. ‘To stay liquid, we have to make something solid’.

FREEK DIJKSTRA
Foto’s GEMMA KESSELS

Liquid Identities speelt op dinsdag 4 juni in het Bimhuis Amsterdam in de Rough-Diamondserie, gecureerd door Jasper Blom.
Hun muziek is te vinden op de soundcloud-pagina van Federico Calcagno.
Hier zijn ook opnames te vinden van hun prijswinnende optreden bij de Keep an Eye Jazz Award 2019.

 

Previous

Ray Anderson e.a. spannen nieuw firmament over jazz

Next

Podium De Ploeg voor de jonge Nabou Claerhout

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook