Rembrandt Frerichs

Ergens in Den Haag staat een fortepiano en ergens in Den Haag woont een musicus die van meerdere markten thuis is. Hij kan de fortepiano bespelen zoals 99 procent van de bespelers dat doet: vanuit het perspectief van klassieke muziek. Maar deze musicus verheft het zo klassieke instrument en heeft het geïntroduceerd in de wereld van de jazz- en improvisatiemuziek. Hoe dat klinkt is vastgelegd op de intrigerende cd ‘The Contemporary Fortepiano’, die deze week wordt gepresenteerd. Welkom fortepiano, welkom Rembrandt Frerichs.

Een vleugel was tot voor pakweg vijf jaar geleden het werktuig waarmee Rembrandt Frerichs zijn weg zocht binnen de improvisatiemuziek. De Hagenaar, altijd op zoek naar nieuwe uitdrukkingsvormen, had inmiddels kennis gemaakt met de muziek uit het Midden-Oosten, landen daar bezocht en de uitdrukkelijke wens gevoeld om die klanken in zijn eigen muziek en die van zijn trio te incorporeren. Hijzelf, contrabassist Tony Overwater en slagwerker Vinsent Planjer gingen experimenteren en liepen onmiddellijk tegen problemen aan. Een vleugel was te nadrukkelijk voor de muziek die het trio voor ogen had; zijn geluid was niet licht en transparant genoeg. Dat gold niet alleen voor de drie Nederlandse musici, ook voor hun collega’s uit het Midden-Oosten. Daarop werd het idee geboren aan de slag te gaan met de fortepiano, de voorloper van de vleugel.

Een van de met leer beklede hamertjes aan de binnenkant van de fortepiano.

OPMERKELIJK

Fortepiano-specialist Bart van Oort was de muzikale sparring partner van Rembrandt Frerichs. Talloze gesprekken over en experimenten met de fortepiano leidden tot een opmerkelijke uitkomst: concerten van Rembrandt Frerichs op gehuurde fortepiano’s trokken de aandacht van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) dat aan de Belgische pianobouwer Chris Maene opdracht gaf een fortepiano te construeren. Het werd een kopie van de Walter-fortepiano uit 1790, eenzelfde instrument dat Wolfgang Amadeus Mozart bespeelde. In het voorjaar van 2014 werd deze bijzondere fortepiano op transport gesteld naar het huis van Rembrandt Frerichs in Den Haag.

 

Rembrandt Frerichs

Nu, vier jaar later en na tal van indrukwekkende concerten van het Rembrandt Frerichs Trio met onder andere de Iraanse bespeler van de kemenche (oud Perzisch strijkinstrument met vier snaren) Kayhan Kalhor en tar-speler (Perzische langhalsluit) Hossein Alizadeh, eveneens uit Iran, is de muziek gedocumenteerd. Deze week wordt in Rotterdam de cd The Contemporary Fortepiano gepresenteerd. Hierop zijn de ervaringen met de fortepiano, de violone (voorloper van de viola da gamba) van Tony Overwater en de Whisper Kit van Vinsent Planjer op indringende wijze vastgelegd. Dat gebeurde in juni 2017 volgens de nieuwste Direct Stream Digital-techniek in de Evangelisch-Lutherse Kerk in Groningen. Opnametechnicus was Jared Sacks, die een indrukwekkende naam heeft opgebouwd met opnames voor Channel Records, nu met een sub-label NativeDSD Music geheten. Op The Contemporary Fortepiano is ook een Trayser-harmonium uit 1860 te horen, dat Rembrandt Frerichs zelf heeft laten restaureren.

Chris Maene bouwde de fortepiano van Rembrandt Frerichs.

Wat op deze nieuwste cd van het Rembrandt Frerichs Trio meteen opvalt is hoe de fortepiano drie culturen verbindt: de klassieke, de jazz en de muziek uit het Midden-Oosten. En dat is precies wat de pianist voor ogen had. Was hij dan op zoek naar een nieuw geluid in de jazz? “Dat is voor een deel onvermijdelijk”, zegt hij. “Ik heb altijd gemusiceerd vanuit de context van jazz. Maar daarmee raak je heilige huisjes: de instrumentkeuze in jazz is zo ontzettend conservatief. Ik vind dat instrumenten best open gebroken mogen worden. Morris Kliphuis is iemand die dat doet. Hij redeneert: ik speel gewoon hoorn. Ik doe met de fortepiano hetzelfde. Ik wil er zeker een nieuwe richting mee inslaan. Het is toch te gek met nieuwe noten aan te komen, maar wel met behoud van het instrument.”

ACHTERWEGE

Als je op een fortepiano speelt, vereist dit dan een andere manier van componeren? “Je moet heel veel achterwege laten. Je hanteert een heel ander palet. Inmiddels vind ik dit uiterst bevrijdend: de forte is echt een van mijn (letterlijke) instrumenten geworden. Mijn aanvliegroute ligt nu aan een heel andere kant. De komende weken speel ik een paar concerten zonder fortepiano. Het is zo gaaf om zelf te bepalen welk instrument ik zal inzetten. Als kunstenaar ervaar ik zelf de meeste artistieke vrijheid als ik ook de vrijheid heb om iets niet te doen.” Om op het componeren terug te komen: “Omgekeerd krijg je ook zaken aangereikt. Bassen onderin spelen is helemaal het einde. Op een Steinway-vleugel met zijn kruissnaren gaat dat niet zo lekker, die is gebouwd om te ‘blenden’. Met rechtsnarige instrumenten knort het allemaal heel lekker uit. Ik ga misschien nog wel een keer een cd opnemen met muziek die is geïnspireerd op die van Lennie Tristano, daar hoor je ook vooral dit laag; het lage register prikt er lekker doorheen. Bovendien kun je op een fortepiano een soort dromerig harpgeluid creëren.”

Rembrandt Frerichs

Op The Contemporary Fortepiano hoor je ook barokklanken. Geen wonder, want van rond die periode stamt de fortepiano. “Je kunt heel bot zeggen dat Mozart dit instrument ook had en er de hipste shit op deed. Ik ben, prikkelend gezegd wat betreft de concertpraktijk, veel meer in de trant van Mozart bezig dan klassieke pianisten. Nu noemen we zijn muziek klassiek, maar die gast kon improviseren als een beest. Improviseren doe ik natuurlijk ook, maar op mijn fortepiano ontwikkel ik toch een ander soort ‘personality’. Omdat je gedwongen wordt om anders te spelen. Als musicus word je altijd gevoed door het medium waarop je je uitdrukt. Op een bepaalde manier is improviseren op een historische piano moeilijker. Bepaalde texturen of frases werken niet. Dit instrument trekt je de andere kant op.”

Rembrandt Frerichs beseft terdege dat het leven van een kunstenaar voortdurend aan verandering onderhevig is. “Ik had nooit gedacht dat ik de ontwikkeling waarin ik nu zit, zou doormaken. Op het Koninklijk Conservatorium hadden we een vak historische ontwikkeling van de piano. Daar leerden we over het spinet, harpsichord, hammerklavier, de fortepiano. Dat vak interesseerde me totaal niet. Wat fijn is het dan dat je als kunstenaar tien jaar later toch met een historisch instrument in zee gaat. Wij zijn immers geen koekenbakkers of autobandenfabrikanten. Zoiets overkomt je, je verzint dit niet. De ‘credits’ voor mijn bemoeienis met de fortepiano komen overigens voor rekening van Vinsent Planjer en Maarten van Boven, directeur van Muziekgebouw aan ’t IJ. Vinsent en ik kwamen eens terug van een concert toen hij zei: waarom probeer je niet eens een fortepiano? Hij zei dat half als grap, half als aanzet tot experiment. We speelden toen al met Perzische musici en ons was duidelijk dat de piano voor geen meter mengde met de kemenche en de tar. Als je op een piano in kwarttonen wilt stemmen, sta je voor een bijna onmogelijke taak. Terwijl musici uit het Midden-Oosten altijd zeggen: ‘Jammer dat we met die Nederlanders geen kwarttonen kunnen doen, dat zijn immers de ‘spices in curry’.’”

Een deel van het interieur van de fortepiano.

GEEN REPERTOIRE

Rembrandt Frerichs raakte vijf jaar geleden met Maarten van Boven in gesprek. “Ik vertelde hem over mijn intuïtieve plannen met de historische piano. Waarop hij me meteen uitnodigde om te komen spelen in de grote zaal van het Muziekgebouw. Ik had er toen alleen nog geen instrument en geen repertoire voor. Tot ik van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds mijn fortepiano in bruikleen kreeg. Dat was overigens nogal beklemmend, je hebt immers geen referentiekader. Ik kon geen enkele plaat opzetten, behalve uit de historische muziekpraktijk. Keith Jarrett heeft wel op historische instrumenten gespeeld, maar nooit stappen gezet op nieuw terrein.”

Rembrandt Frerichs

En toen trad er een sneeuwbaleffect in. “Toen de fortepiano in mijn huis stond, bracht Tony (Overwater) zijn contrabas mee. Dat werd experimenteren: het laag van de bas drukte veel weg. Een volgende keer had Tony zijn viola da gamba bij zich. Uiteindelijk kwam hij uit op de violone, de basversie van de viola da gamba.” Die van Tony Overwater is een kopie van een Magine-violone uit 1560. De muzikale uitprobeersels werden allengs gaver, de klank was eindelijk klein, mengde prachtig met de kemenche van Kayhan Kalhor. Vervolgens kwam Vinsent Planjer aan de beurt. “We gingen op onderzoek naar het nulpunt van de klank van de jazz. Een drumstel is natuurlijk ook een samenraapsel van onderdelen. Vinsent ging op zoek naar elementen die konden ‘matchen’. Hij heeft daarop een soort fluisterkit samengesteld, met trommels uit onder meer Iran, China en India. Met zijn Whisper Kit is hij overigens nog altijd bezig. Hetzelfde geldt voor Tony en zijn violone. Dat is technisch gezien een zwaar instrument. Ik zie hem dagelijks ‘struggelen’. Toen we begonnen werd het een zoektocht naar het nulgeluid. Ik kan me voorstellen dat dit voor Tony een heel onderzoek is geweest. Op een violone heb je zes snaren en ook frets. Tony studeert uren per dag op dat instrument. Hij heeft een of ander maf Händel-ding aangenomen om met nimmer aflatende honger de violone beter te leren kennen.”

Rembrandt Frerichs

AUTORITEIT

Is Rembrandt Frerichs inmiddels een autoriteit op de fortepiano? “Mensen denken dat ik het allemaal kan. Voor jazzbegrippen lees ik tamelijk goed noten, maar ik ben geen Ton Koopman. Ik zie mij voorlopig nog niet op een Vivaldi-festival zitten spelen. In de klassieke wereld borrelt het wel erg, daar kun je nog zoveel meer experimenteren, vind ik. In de klassieke hoek is bijvoorbeeld de muziek van ons trio veel positiever ontvangen dan wij ooit dachten. Leuk, is er zo’n jongen in Nederland die iets gaat doen met de klank die wij zo goed kennen, zo wordt daar gereageerd. Ik overweeg om een forteconcert te gaan componeren. Lijkt me onwijs interessant. Misschien om dat te laten uitvoeren door het Orkest van de 18e Eeuw, of het Residentie Orkest. Daar heb ik al eens over gesproken.” Waarbij Rembrandt Frerichs vrijwel zeker weet dat ook de moderne vleugel zijn hoofdinstrument blijft. “Ik voel me niet ‘senang’ als ik een paar weken niet speel. Ik ben nu bezig met een nieuwe compositie voor violiste Liza Ferschtman. Nou, dan moet ik wel af en toe achter de piano, hoor.”

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA VAN DER HEYDEN

De cd ‘The Contemporary Fortepiano’ van het Rembrandt Frerichs Trio wordt op 9 maart gepresenteerd in de Doelen Rotterdam. Als gast speelt violiste Liza Ferschtman mee.

 

www.rembrandtfrerichs.nl

Previous

Eric Ineke's vakmanschap naar land van de Spaanse jazz

Next

Paul Berner hijst The Beatles in een nieuw jazzjasje

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook