Bij de toekenning van de Buma Boy Edgarprijs 2016, in de middag van 24 juni in Rotterdam, was laureaat Wilbert de Joode niet aanwezig. “Ik onderbreek er mijn vakantie in IJsland niet voor”, vertelde hij tijdens een kort interview aan JazzNu, voorafgaande aan de feestelijke gebeurtenis. “Maar ik heb twee mensen die de honneurs waarnemen. Dat zijn Joost Buis en Ab Baars en ik weet zeker dat zij het er heel goed van af brengen.” Wilbert de Joode kreeg die middag groot gelijk. De toespraak die Ab Baars naar aanleiding van de toekenning hield, viel bij velen zo goed in de smaak, dat JazzNu heeft besloten die hier integraal af te drukken. Het woord is aan Ab Baars.

Foto Gemma van der Heyden
Foto Gemma van der Heyden

‘De contrabas is het grootste instrument van de strijkersfamilie en maakt de laagste tonen. De bas kan ook hele hoge tonen maken, zogenaamde fluittonen die altijd te horen zijn. De bas is beroemd vanwege haar veelzijdigheid: grommen, piepen, schreeuwen, fluisteren, lachen, huilen of ontroeren, de contrabas kan het allemaal. Soms lijken de contrabassen op een kudde olifanten, soms lijkt het alsof de bas een mooi liedje zingt’.

Zo wordt de contrabas geïntroduceerd in een orkestgids voor kinderen, de OrkestKidSite. Een toepasselijke omschrijving van Wilbert de Joode met z’n bas.

Halverwege de jaren tachtig hoorde ik voor het eerst over Wilbert de Joode via altvioliste/componiste Ig Henneman.  Ze was met Wilbert aan het repeteren voor haar nieuwe kwintet en sprak met bewondering over deze ontdekking;  hij speelde veelal op z’n gehoor en intuitie en had een mooie timing en frasering. Een natuurtalent,

Een aantal jaren later maakte ik plannen voor een nieuw trio met contrabas, slagwerk en saxofoon. Welke bassist? Wat verwachtte ik eigenlijk van een bassist? Een eigenzinnige, avontuurlijke houding, geen dienende puur begeleidende rol, niet bang om risico’s te nemen. Een bassist met een mooi donker ‘woody’ basgeluid, die akoestisch denkt. Een bassist met een ‘gulle’ timing die in- en uit het materiaal kan gaan en initiatieven neemt.

Wilbert de Joode was die bassist. En mijn trio, met Martin van Duynhoven op slagwerk, bestaat nu al 25 jaar.

In die 25 jaar heeft Wilbert een indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt; van een nieuwsgierig musicus, autodidact, tot een musicus met een intense en persoonlijke visie die zich weinig aantrekt van maatstaven en tradities.

Tegenwoordig begint een concert met Wilbert meestal met het zoeken naar de best klinkende contrabas-plek op het podium. Is die gevonden dan kan de rest van de band zich installeren. Vervolgens wordt gekeken of er akoestisch of versterkt gespeeld kan worden. Bij versterkt spelen volgt een indrukwekkende dialoog tussen Wilbert en de geluidsman: met grote kennis van zaken wordt door Wilbert tot in detail uitgelegd hoeveel er aan welke knop gedraaid kan worden om het perfecte geluid te krijgen.

Zijn met darmsnaren bespannen John Lott contrabas uit 1840 heeft een enorme dynamiek en een groot arsenaal aan kleuren.

“Een pittig basje” zo omschreef pianist-componist Misha Mengelberg het ooit. De zorgvuldige en smaakvolle manier waarop Wilbert de Joode kleurschakeringen en speeltechnieken gebruikt verraadt een lange en intense zoektocht. Het is ook bijzonder hoe die kleurschakeringen en speeltechnieken op een logische manier hun plek krijgen in de improvisaties en nooit gekunsteld of geforceerd klinken.

In mijn trio gebeurt het wel eens dat ik een te strakke rolverdeling wil doorbreken. Zo kan het zijn dat de bas een slagwerk- of saxofoonpartij op de lessenaar krijgt; het is verrassend te horen hoe Wilbert zich zo’n partij eigen weet te maken, met het materiaal gaat improviseren en onverwachte impulsen aan de muziek geeft. Samenspelen met Wilbert is uitnodigend en inspirerend. In de loop der jaren is er meer adem, meer overzicht in z’n improvisaties gekomen, wat z’n energieke spel nog sterker en indrukwekkender maakt.

Dat Wilbert zo’n veelgevraagd bassist is heeft niet alleen met z’n spel te maken. Hij heeft namelijk ook een ontzettende fijne bus, rijdt graag en omdat hij zich zo verantwoordelijk voelt voor de medemens worden wij soms ook nog thuis gebracht.

En tijdens tournees is het altijd gezellig vanwege de vrouwen die Wilbert van dichtbij willen bewonderen. Zo kwam na afloop van een trio concert in Brussel de beroemde actrice Sylvia Kristel naar mij toe, pakte mijn handen, begon te strelen en zei: “Wat een fijne zachte handen heeft u, bijna onvoorstelbaar wanneer ik u zo hoor spelen op die contrabas”. Ik complimenteerde haar en mompelde iets over techniek. Pas achteraf begreep ik dat ze haar contactlenzen niet in had.

Het is verheugend dat in een tijd waarin begrippen als toegankelijkheid, bezoekersaantallen, toekomstplannen, management en marketingstrategie en de woorden ‘veel’, ‘meer’, ‘meest’, de norm zijn, dat een eigenzinnig en avontuurlijk musicus als bassist Wilbert de Joode de BUMA-Boy Edgar Prijs krijgt toegekend. En dat de jazz- en geïmproviseerde muziek voor even uit de marge tevoorschijn komt en er in de pers aandacht zal worden besteed aan deze fantastische avontuurlijke muziek, waarin samenwerking, het samen maken, het samen geven en ontvangen door middel van improvisatie centraal staat. Wilbert, van harte gefeliciteerd.

AB BAARS

 

Previous

Weinig pittige discussies op conferenties van inJazz

Next

Saxofonist Max Ionata put inspiratie uit de Noordzee

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook