GASTOPINIE

Het rommelt rond Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. En niet zo’n beetje ook. De afdeling Lichte Muziek (voorheen Jazz- en Geïmproviseerde Muziek) ligt onder vuur nadat vijftien docenten, onder wie Jeroen van Vliet, ontslag hebben gekregen. Het verwijt is dat het conservatorium – onderdeel van Fontys Hogeschool voor de Kunsten – zo’n bureaucratie heeft ontwikkeld, dat die de opleiding de nek heeft omgedraaid. Contrabassist, componist, directeur van Muzieklab en oud-docent Eric van der Westen, laat er zijn licht over schijnen.

De recente verwikkelingen rondom het ontslag van Tilburgs belangrijkste en meest geroemde jazzpianist Jeroen van Vliet bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten (FHK), brengen iets naar boven dat zich al heel lang heeft ontwikkeld. Ik was er hoofdvakdocent Contrabas in de jaren negentig en stopte in 2001. Ik heb nooit ervaren dat Fontys ambitieus was – ze schreven het toen ook vast in hun beleidsplan – wanneer het om de inhoud van het te volgen programma ging. Integendeel: er werd, ook toen, altijd bezuinigd en er was geen geld om wat dan ook te organiseren.

Terwijl op de andere conservatoria in Nederland spraakmakende grootheden kwamen vertellen hoe zij er gekomen waren, bleef het stil in Tilburg. Zelfs een kwalitatief sterk en structureel volledig docententeam was bij FHK niet haalbaar, want het bleef – op mijn vakgebied – bij incidentele gastdocentschappen van top-basgitaristen als Michel Hadzi en Theo de Jong. Dit terwijl het merendeel van de studenten vooral basgitaar speelde en noodgedwongen de contrabas omarmde. Het was veelzeggend dat de beste studenten, onder wie de saxofonisten Mete Erker en Guido Nijs en trombonist Louk Boudesteijn uiteindelijk naar Rotterdam, Amsterdam, Utrecht of Den Haag vertrokken. Er is blijkbaar in de veertien jaar dat ik weg ben weinig veranderd. Het belang van de organisatie gaat boven de belangen van de studenten.

AANVOERCENTRUM

De rol van het conservatorium als aanvoercentrum voor de Tilburgse jazzscene is er eigenlijk nooit geweest. Het was altijd andersom. Vanuit muziekpodium Paradox en de workshops van Niko Langenhuijsen, Hein van de Geijn, Henk Koekkoek, Paul van Kemenade en later Harmen Fraanje en anderen, gingen talenten naar het conservatorium, enkelen ook naar Tilburg. Daar kwamen ze aanvankelijk in de goede handen van Willem Kühne en co, die die prille talenten op weg hielpen om elders door te kunnen groeien. Jeroen van Vliet en Harmen Fraanje zijn daar goede voorbeelden van: via Tilburg en Utrecht groeiden zij tot pianohelden van de Nederlandse jazzwereld en daarbuiten.

Dat was de kracht van Tilburg: prille talenten zich laten ontwikkelen tot een niveau zodat ze verder konden ontwikkelen onder vleugels van anderen die hen werkelijk naar de top konden brengen. Met als belangrijkste doel het ontwikkelen van zelfbewustzijn en gevoel voor creativiteit. Daar is in het huidige tijdscharnier geen ruimte meer voor. Alles moet meetbaar zijn: de boekhouder regeert. En iedere ondernemer weet dat wanneer dit zo is, het bedrijf in korte tijd naar de haaien zal gaan. In het onderwijs is het niet anders. En dat geldt niet alleen in het kunstvakonderwijs, maar algemeen.

Tilburg was in een ver verleden ook hofleverancier van Het Brabants Orkest. Inmiddels zijn Nederlanders in de grote orkesten lastig te vinden en worden vrijwel alle belangrijke plekken in de orkesten ingevuld door buitenlanders. Heel simpel: die zijn gewoon beter opgeleid en hebben meer talent. En inderdaad: Het Brabants Orkest is er ook niet meer….

MOLOCH

De Tilburgse politiek kan dus veel beter in Paradox, Hall Of Fame en andere kleinschalige podiumplekken investeren dan moeite doen om een moloch als Fontys koers te laten wijzigen. Alsof Fontys zich iets aan Tilburg gelegen laat liggen. Uit alles spreekt al decennia een navelstaarderige, narcistische bestuursmentaliteit. Niet in de laatste plaats door de situatie die er nu ligt. Om vijftien topmensen te ontslaan en daarna een jaarcontract aan te bieden. Daarmee kan FHK zich gemakkelijk van het enige kapitaal dat het heeft, ontdoen.

Als directeur van Muzieklab, de enige organisatie in Nederland die zich richt op de ontwikkeling van professionele creativiteit van musici, zie ik de strijd die de echte talenten onder de afgestudeerden moeten voeren om in een vervlakkende markt hun carrière op te bouwen. Ze zijn vindingrijk, initiatiefrijk, creatief en heel ambitieus. Uit heel Nederland worden we benaderd omdat er bij die beste talenten toch nog behoefte is aan extra, hoog gekwalificeerde begeleiding bij het ontwikkelen van een goede solide, creatieve beroepspraktijk. Blijkbaar doet Muzieklab iets bijzonders wat eigenlijk normaal zou moeten zijn: coaching en begeleiding op het hoogste persoonlijke niveau.

FALEN

De kunstvakopleidingen slagen er maar niet in hun opleiding aan te laten sluiten op het werkveld. Dat is al decennia zo en zal voorlopig ook wel zo blijven. Het verouderde onderwijssysteem faalt gewoonweg. Totdat er een bewindspersoon komt – met echte kennis van zaken en lef – die het hele kunstvakonderwijs grondig en resoluut op de schop neemt en de student weer boven de organisatie stelt, zal er weinig veranderen.

ERIC VAN DER WESTEN
beeld   GEMMA VAN DER  HEYDEN

Previous

‘Ripples’ van Stephanie Francke vertoont weinig rek

Next

Spotify playlist Franz von Chossy

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook