Foto Tom Beetz

De sheng is een veel gebruikt instrument, maar niet hier. In een Chinees orkest is het een van de belangrijkste instrumenten. Geen volksliedje is mogelijk zonder de sheng en in de befaamde Chinese opera speelt de sheng de hoofdrol. Hier zien we het instrument zelden. In feite kennen we ook maar één shengspeler: Wu Wei (foto) die in Berlijn woont. Toevallig of niet, hij wordt wel als de beste shengspeler beschouwd.

De sheng is de mondharmonica van China en is al meer dan drieduizend jaar oud. Je zou dus kunnen zeggen dat Wu Wei de Toots Thielemans van de sheng is. Dit instrument had in een ver verleden zeventien bamboepijpen, tegenwoordig 36 tot 38 die uit een windkamer steken. De windkamer is een metalen kom waarin lucht wordt geblazen. Aan de onderkant van de pijpen is een rietblad van metaal bevestigd dat vrij kan trillen in de windkamer. Iedere speelpijp heeft een vingergat dat gesloten kan worden zodat er geluid uitkomt en tonen en akkoorden kunnen worden gespeeld. Wu Wei giet voor zijn optreden warm water in de kom en laat dat rondjes draaien waardoor volgens hem de klank verbetert. Maar het echte geheim van het bijzondere geluid zit volgens Wu Wei in een klein rood knobbeltje dat hij op de rietbladen heeft aangebracht. Gemaakt van een mysterieus en geheim mengsel van buitengewoon giftige Chinese kruiden en was.

Dankzij de vele pijpen is de sheng goed te gebruiken voor barokmuziek, en wanneer hij als een fluit bespeeld wordt komen de werken van Erik Satie tot hun recht. Vandaar dat ook Westerse componisten voor de sheng hebben geschreven, onder wie Lou Harrison, Tim Risher, Daníel Bjarnason en Christopher Adler. Maar de belangrijkste zijn Unsuk Chin en onze eigen Guus Janssen. En niet alleen deze Nederlandse jazzheld werd gegrepen door dit instrument, ook bassaxofonist Klaas Hekman maakte gebruik van Wu Wei voor zijn wereld-jazz-improvisatieband The Noo Ones.

Net als bij de mondharmonica, waarvan het mechanisme in principe overigens is ontleend aan de sheng, wordt geluid gemaakt door zowel door het mondstuk te blazen als te zuigen. De chromatische sheng is er in verschillende groottes en net als bij de saxofoon bestaat er een sopraan-, alt-, tenor- en bas-sheng.

Previous

Jazz ten tijde van corona: Roberto Haliffi

Next

Jazz ten tijde van corona: Polo de Haas

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook