COLUMN

Pittigheid kon het vrouwtje niet ontzegd worden. Klein maar dapper in haar aanval die ze meende te moeten plegen op de schrijver van dit artikel, nadat ze op JazzNu een recensie had gelezen die handelde over de moderne opera ‘Harriet’. Met in de hoofdrollen de sopranen Claron McFadden en Naomi Beeldens.

Claron McFadden in de moderne opera ‘Harriet’.

“Je schrijft daarin dat het een multidisciplinair project is”, riep ze met overslaande stem. Haar gouden oorhangers bewogen heftig mee met het schudden van haar hoofd. “Met eigentijdse gecomponeerde muziek, video- en lichtkunst, theater en performance. Het zal allemaal wel, interesseert me geen bal. En die sopranen ook al niet. Want JazzNu is toch een digitaal medium dat over jazz schrijft. Waar was verdorie toch de jazz in Harriet? Of is opera ook al jazz?” Rustig mevrouw, rustig. Die zat er wel degelijk in. Maar ja, wat is jazz?

Daarop antwoord geven heeft veel ruimte nodig, maar beter is te stellen dat je van jazz geen sluitende definitie kunt geven. Tallozen hebben het geprobeerd, maar geen van hen kon de vinger op de wond leggen. Jazz, tja. Muziek waarin veel wordt geïmproviseerd? Waarin musici hun eigen beleving kwijt kunnen? Muziek die in elk geval moet swingen? Muziek met accentverschuivingen? Muziek die stamt uit de tijd van de slavernij? Muziek zonder moraal? Muziek die akkoordschema’s overboord heeft gezet? Muziek zelfs zonder melodie en/of harmonie? Muziek die daarentegen ritme en harmonie versterkt? Muziek met een soort religieuze extase?

KOSMOPOLITISCH

Nee, dit is het allemaal niet. En wél. Want in jazz zitten alle bovenstaande pogingen om deze muziekvorm te beschrijven. Maar nog veel meer. Jazz is kosmopolitisch, alles omvattend. En dus valt Harriet, muziektheater dat op opera lijkt en handelt over het slavernijverleden, alleen al door inhoud en onderwerpkeuze, ook onder jazz. Daar komt bovendien nog eens de muziek bij, de teksten en de afsluitende spiritual Swing Low, Sweet Charriot. En jawel, al die elementjes maken nog geen jazz in de traditionele zin zoals wij die al zovele decennia kennen. Maar dat hoeft ook niet meer, want jazz is aan zijn zoveelste gedaanteverandering bezig.

Nadat jazz in de beginjaren ontstond uit gospels en spirituals, nadien de blues zijn intrede deed, amusementsmuziek, Caribische- en Latijns-Amerikaanse klanken, rock- en popmuziek, Braziliaanse-, Afrikaanse-, Surinaamse-, Arabische- en Scandinavische muziek gingen doorklinken, zo is er nu klassieke muziek waarmee jazzmusici een vrijage willen aangaan. Dat is niet echt aan deze tijd voorbehouden: de muziekgeschiedenis staat bol van componisten die voor jazz schreven. Dmitri Sjostakovitsj (Jazzsuite nr. 2), Béla Bartók (Contrasts), Igor Stravinsky (Ebony Concerto), Claude Debussy (Golliwog’s Cakewalk), Darius Milhaud (La Création du Monde), Paul Hindemith (Klavier Suite, Suite 1922), de rij kan moeiteloos worden aangevuld. En wat te denken van George Gershwin die talloze composities heeft geschreven, die muurvast in de annalen van de jazzmuziek zijn verankerd.

Wat velen niet weten is dat de oprichter van het jaarlijkse festival Jazz Middelheim, de klassieke componist Elias Gistelinck helemaal diep in zijn arsenaal tastte om de jazzwereld van dienst te zijn: zijn Small Cantata For Jeanne Lee, Three Middelheim Sculptures en Three Movements For Jazz Quintet and Symphony Orchestra zijn de bekendste.

BENNY GOODMAN

In vroeger tijden kwamen ook omgekeerd kruisbestuivingen voor. Offenbachs Barcarolle, Delibes’ balletmuziek Sylvia en Rubinsteins Melodie in F werden door grote swingorkesten als die van Benny Goodman en Glenn Miller met een jazzsaus overgoten. Muziek van Bach was vele malen uitgangspunt voor jazzthema’s, bandleider Paul Whiteman nodigde Amerikaanse (klassieke) componisten uit om werk voor zijn orkest te schrijven. En hij was niet de enige.

Toch slaat de jazz van nu andere richtingen in. Nog altijd zijn er in klassieke muziek gewortelde componisten die voor jazzuitvoerders schrijven en ook omgekeerd wordt het terrein van klassieke muziek door jazzmusici afgegraasd. Wat sinds een jaar of zes, zeven echter aan de hand is, is dat beide richtingen nóg meer door elkaar gaan lopen. Plus dat niet alleen componisten naar andermans werelden overstappen, maar ook uitvoerders ‘vreemde’ terreinen betreden. Waardoor de vermenging van jazz en klassieke muziek nóg dichter wordt.

Een willekeurige opsomming van hedendaagse mengvormen schept wellicht meer duidelijkheid. Op het voorbije November Music trad contrabassist Mats Eilertsen aan met het Trio Mediaeval, dat middeleeuwse liederen brengt. Saxofonist, klarinettist en componist Ken Thomson – van Bang On A Can All-stars – bracht een samengaan van eigentijdse gecomponeerde muziek en jazz, Dick de Graaf New Quartet onderzocht nieuwe compositietechnieken die werden ingepast in een jazzsetting, Sanne Rambags sloeg een brug tussen jazz en wereldmuziek, Benjamin Herman met Bughouse tussen jazz, pop en wereldmuziek. Tony Overwater vertolkte met de ud-speler Omar Bashir Arabische- én jazzmuziek, Steven Kamperman bracht een opera rond de middeleeuwse componiste en mystica Hildgard von Bingen en Amir ElSaffar had jazzmusici rond zich verzameld om te laten horen hoe zij kunnen opgaan in Arabische klassieke muziek.

INDIASE MUZIEK

En dan waren op November Music nog Oene van Geel en Wolfert Brederode. De eerste wierp een nieuwe blik op de mix jazz, Indiase muziek en klassieke kamermuziek. Wolfert Brederode was een samenwerking aangegaan met het klassieke Matangi Quartet om de Eerste Wereldoorlog muzikaal in beeld te brengen. Allemaal voorbeelden uit slechts één festival.

Maar ook door het jaar heen wordt er gemengd dat het een lieve lust is. De sopraan Claron McFadden beweegt zich aan één stuk op het terrein van jazz en improvisatiemuziek. In het eerder genoemde Harriet, maar eerder ook bij Artvark in het project Sly Meets Callas en vers van de pers in het project Italian Opera Meets Jazz – met het Metropole Orkest en solist Mike del Ferro op piano.

Cappella Pratensis speelt al jaren met altsaxofonist Paul van Kemenade, pianist Jef Neve laat tijdens elk concert horen hoe klassiek hij is geschoold. Mezzosopraan Nora Fisher bracht met haar debuutalbum Hush elektrische gitaar, popzang en oude muziek samen, Jasper Blom bracht zojuist zijn nieuwste cd Polyphony uit, waarvan het werk van middeleeuwse Vlaamse polyfonisten de basis is. Rembrandt Frerichs heeft de forte piano met geijkt werk weer in de belangstelling én in een nieuwe hoek geplaatst. En dan is er nog Eric Vloeimans die even gemakkelijk de barokopera Dido and Aeneas ten gehore brengt als de pittige marsmuziek van de Marinierskapel en zijn jazzachtergrond nooit verloochent. De rij initiatieven van nú kan ongelimiteerd worden uitgebreid.

Dus ja mevrouw, jazz is ook opera. En binnenkort is opera misschien ook jazz.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto KOEN BROOS

 

Previous

Muze Jazz Orchestra strijkt neer op zijn thuisbasis

Next

Joris Posthumus en Teus Nobel eren Shaw en Garrett volop

Lees ook