Foto Tom Beetz

Bij de geboorte van de jazz in New Orleans was het niet de trompet, maar de kornet die als blaasinstrument op de voorgrond stond. De kornet en de trompet worden vaak door elkaar gehaald, maar in feite zijn ze op hun best verre familie van elkaar. Het instrument heeft een andere geschiedenis: het stamt af van de posthoorn en heeft deels een conische buis die naar de beker toe steeds breder wordt, terwijl de trompet een cilindrische buis heeft.

In Frankrijk kreeg de posthoorn ergens tussen 1814 en 1828 drie ventielen en werd daarmee een cornet à pistons. De toon van de kornet is milder en intiemer dan die van de trompet, hoewel het erg moeilijk is om beide instrumenten gehoormatig van elkaar te onderscheiden. In New Orleans met zijn sterke Franse invloed werd kornet gespeeld met als grootste beroemdheid Buddy Bolden. Het is merkwaardig, maar Bolden die geen enkele opname maakte en van wie niemand weet hoe hij speelde, wordt de grootste trompettist (!) van de jazz genoemd, wat uitsluitend is gebaseerd op verhalen uit overlevering en terwijl hij bovendien nooit trompet heeft gespeeld.

In elk geval waren alle jazztrompettisten in het begin kornettisten zoals King Oliver, Freddie Keppard, Bix Beiderbecke en Louis Armstrong. In de jaren twintig stapten bijna allen over op trompet. Tegen de wens van purist Herbert Clark in, die in 1921 van mening was “dat de trompet een nieuwerwetse buitenlandse modegril is die alleen geschikt is om in grote orkesten een dynamisch effect te verkrijgen.” Het heeft niet geholpen en waarom is niet helemaal duidelijk. Er gaan verhalen dat orkestleider Erskine Tate de kortere kornet geen gezicht vond tussen de trompetsectie. Maar waarschijnlijker is dat Louis Armstrong in 1926 van mening was dat zijn mogelijkheden op kornet waren uitgeput en hij zich solistisch verder moest ontwikkelen op trompet.

De invloed van Armstrong was zo groot dat anderen ook overstapten. In elk geval werd de kornet al snel ouderwets gevonden en dat de kornet wel stand hield in de trad- en dixielandscene hielp ook niet mee om dit instrument een hip image te bezorgen. Niettemin hielden Bobby Hackett en bij Duke Ellington Rex Stewart stand en later Warren Vaché, Ruby Braff en Nat Adderley.

Tegenwoordig is het ouderwetse verleden achter ons gelaten en zien we vaker een kornet op het podium, zeker sinds avant-gardisten Olu Dara, Butch Morris en bij het Moscow Art Trio Arkadij Shilkloper (foto) hiervoor kozen. In Nederland spelen Eric Boeren, soms Michael Varekamp en als hij geen hoorn speelt ook Morris Kliphuis kornet.

 

Previous

Jazz ten tijde van corona: Truus Engels

Next

Eddy & The Ethiopians pakken opnieuw Europa en Afrika in

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook