Foto Tom Beetz

De rol van het orgel in de jazz is beperkt. We hebben het over het enige echte orgel, het kerkorgel. Een kerkorgel op een jazzpodium zit er niet in en we moeten het dus hebben van jazzconcerten in een kerk. Die zijn er, maar niet al te vaak.

Pianist-zanger Fats Waller was de eerste die jazz op een orgel speelde. In 1926 maakte hij zijn eerste orgelopnamen in The Trinity Baptist Church in Camden, New Jersey. Dat kon omdat platenmaatschappij Victor al in 1918 in het bezit was gekomen van deze kerk. Hij ging ermee door tot in 1939, en maakte bij elkaar een flinke stapel 78-toeren platen. Fats Waller swingde op het logge orgel, wat een bijzondere prestatie is omdat de aanslag op de toetsten het blaasmechanisme dat de enorme pijpen aanblaast met vertraging in werking stelt. Voor Waller was het orgel een bekend instrument dat hij als kind al tijdens kerkdiensten bespeelde en hij had ontdekt dat door de toetsen langer of korter ingedrukt te houden het geluid veranderde. Door de pedaalnoten daarbij licht staccato te spelen – kort en krachtig – kon je het orgel aan het swingen krijgen. Heel veel navolging heeft hij toen niet gekregen, al was Count Basie in het begin ook gecharmeerd van dit instrument en maakte hij er een paar opnamen op.

We denken wel eens dat improvisatie een uitvinding van de jazz is, maar dat klopt niet. Juist het orgel was hét instrument waarop vanaf de middeleeuwen volop werd geïmproviseerd omdat de meeste organisten zich geen bladmuziek konden veroorloven.

Voor veel jazzpianisten is het een uitdaging om zo’n enorm orgel te bespelen, en omdat die eeuwenoude improvisatietraditie juist in Nederland zo sterk was misschien in het bijzonder voor Nederlandse jazzpianisten. Organist Berry van Berkum speelde met saxofonist Gijs Hendriks en recent maakte hij een cd met Charlie-Parkernummers op het Marcussen-orgel in de Utrechtse Nicolaïkerk.

Bert van de Brink doet niets liever en zou de Geneefse psalmen weleens in een jazzversie willen uitvoeren met een swingend orgelconcert op het Baderorgel in Zutphen. Organist Hayo Boerema vindt dat de mogelijkheden van het orgel eindeloos zijn en werkte samen met trompettist Eric Vloeimans in de Rotterdamse Laurenskerk. Louis van Dijk maakte in 1970 plaatopnamen met improvisaties van Beatlesliedjes op het orgel in de Hervormde Kerk van Loenen aan de Vecht, en Pieter de Mast combineerde het kerkorgel met zijn sopraansaxofoon op de cd Offshore.

Ook buiten Nederland zijn er jazzmusici die actief zijn op het orgel zoals de Duitse Barbara Dennerlein en de Amerikaan John Zorn die op de foto na zijn concert op het grote orgel van de Sint-Janskathedraal in Den Bosch het applaus in ontvangst neemt.

Previous

Jazz ten tijde van corona: Mark Alban Lotz

Next

Jazz ten tijde van corona: Edward Capel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook