COLUMN

Jij, geachte jazzliefhebber, hoe vaak heb jij dit jaar een concert bezocht? Twee keer? Drie keer? Vier keer? Ondergetekende, als recensent komt aan negen: acht jazzoptredens en één klassiek. Een respectabel aantal in tijden van Covid-19 zou een mens zeggen. Maar… misschien wel té veel?

Vier lockdowns vanwege Covid-19, laat de vijfde golf er een zijn waarop alle jazzmusici van Nederland hun energie en creativiteit weer kunnen loslaten.
Vier lockdowns vanwege Covid-19, laat de vijfde golf er een zijn waarop alle jazzmusici van Nederland hun energie en creativiteit weer kunnen loslaten.

Had jij dat nou ook, de onrust die het telkens teweeg bracht? Die wringende vraag: moet ik nu wel of niet gaan? Er zijn veiligheidsmaatregelen getroffen, jazeker. Maar is het dan toch veilig? De meeste van de concerten die ik bezocht trokken redelijk wat volk, maar je zag er duidelijk aan af dat er meer mensen over dachten zoals ik: ik maakte geen enkel concert mee dat volledig was bezet.

Daar kwam nog iets bij. Ik moest me telkens in het harnas hijsen om toch maar te gaan. De zin ontbrak vaak. Heuh? Geen zin? Hoe kan dat dan? Soms was het zelfs een opgave om te gaan. Dat was een nieuw en tegelijk beangstigend gevoel. Was immers nog nooit voorgekomen in al die decennia dat ik de concerttempels afstroopte. Het maakte me ongerust.

Tot ik in gesprek kwam met een groepje fervente concertbezoekers. Ze waren eensgezind: er was niet veel meer aan om concerten af te gaan. Al dat gedonder met QR-code aan de deur, tafels en stoelen ver uit elkaar, gedrang aan de bar wat zeker niet veilig voelde. Nee, naar concerten gaan zagen deze oprechte diehards niet meer zitten. En de streamer-diensten die enkele podia hadden opgezet? Nee, dat was helemaal niks, ze waren het na een paar keer kijken al beu om via de computer een concert uit te zitten. En als Covid-19 ooit voorbij zou gaan, wat dan, wenkte dan weer de jazzclub? Ze wisten het niet, maar het gebrek aan enthousiasme was in feite al het halve antwoord.

Hoe het ook zij, deze veranderende concertattitude geeft te denken. Van de kant van de musici hoor je niet anders dan dat de concerttrein zo snel mogelijk op gang zou moeten komen. Begrijpelijk: er is de innerlijke drang dat hun kunstenaarschap 24 uur per dag moet worden getoond. Daaraan gekoppeld zit uiteraard de economische noodzaak om via optredens brood op de plank te krijgen. Zo was het altijd en zo zou het ook altijd wel blijven.

Maar toen kwam Covid-19 met zijn vervelende en zich ras uitbreidende familie en die maakte dat hun met gif geladen pijlen het ‘oude normaal’ wel eens helemaal vleugellam zouden kunnen maken. Want als het inderdaad zo is dat een deel van het concertpubliek een zekere concertmoeheid aan de dag legt, omdat het wellicht nieuwe coronageneugten heeft ontdekt, dan blijft de nood waarin zovele jazzmusici momenteel verkeren, aan de orde van de dag. Zij het dan in een andere vorm – er kan immers wel gespeeld worden, het publiek laat het echter voor een deel afweten – maar nood is nood.

Twee jaar geleden waren we vol goede moed. Even door een lockdown heen en dan waren we weer Boven Jan. Korte tijd de tanden op elkaar en dan diende het ‘oude normaal’ zich weer aan. Nu, tijdens de vierde lockdown, berust toekomst kijken nog slechts op gokken. Niets is meer zeker, hoogstens dat ooit de verwoestingen van Covid-19 door de wetenschap teniet worden gedaan.

Dit moet het beeld worden voor 2022: jazzmuziek die geheel Nederland weer overspoelt.
Dit moet het beeld worden voor 2022: jazzmuziek die geheel Nederland weer overspoelt.

Zullen we daar maar van uitgaan, nu het nieuwe jaar 2022 zich aandient? Dat in de loop van de komende maanden de medische greep op de pandemie vaster wordt en dat we aldus ook de dwangneuroses die het virus uitdeelt, onder de knie krijgen. Dat is toch de allermooiste nieuwjaarswens die je kunt uitspreken. Daarin zit hoop voor de toekomst. En als er hoop is, dan kun je ook uitzien naar oplossingen. Die misschien wel liggen in een schop onder de kont voor het terugtrekkende concertpubliek én nieuwe moed en dappere, opborrelende creativiteit onder de door ons zo gekoesterde jazzmusici.

Zullen we dat elkaar toewensen? Dan wordt het, met twee of drie vaccinaties in het lijf, een mooi 2022. En voorkomen we in elk geval een vijfde lockdown. En wat Covid-19 dan nog uitbroedt, dat lappen we gewoon aan onze laars. Oké?

Het allerbeste voor het komende jaar!

RINUS VAN DER HEIJDEN
Illustraties GEMMA KESSELS

Previous

Wiro Mahieu (rondetijd 5.09,69)

Next

De late ontdekkingsreis van Kristina Fuchs in Jazzland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook