Drie seconden denk je dat je op een nieuw album van Sonny Rollins bent gestoten. Drie seconden slechts en dat is maar goed ook, want op dat album, ‘Volume 1’, gaat het om twee jonge jazzmusici die maar wat graag hun handtekening zetten in het dikke logboek van de Nederlandse jazz. Niks geen Sonny Rollins!

Die musici zijn trompettist Ian Cleaver en tenorsaxofonist Gideon Tazelaar. Het concept waarvoor zij kozen wortelt muurvast in de beste traditie van de jazz. Met Volume 1 schroeven zij de tijd enkele decennia terug, naar de periode waarin kwartetten met trompet en saxofoon in de frontlinie en achter hen slechts contrabas en slagwerk historie schreven met een wel heel dikke viltstift. Dat mannetjesmakerij daarbij soms om de hoek kwam kijken, werd in de meeste gevallen vergeven.

Die mannetjesmakerij zijn Gideon Tazelaar en Ian Cleaver vreemd. Liever buitten zij hun jarenlange vriendschap muzikaal uit en daarmee leggen zij een resultaat neer dat klinkt als de spreekwoordelijke klok. Volume 1 is een terugblik op een rijke fase uit het jazzverleden en door de aanpak van trompettist en saxofonist is het een sprong voorwaarts naar deze tijd. Want de samenspraak van beide instrumenten, met een uiterst effectieve ondersteuning van contrabas en slagwerk, is een eerbetoon aan wat ooit was en tevens een plastische vingerwijzing dat die periode onontbeerlijk was voor de ontwikkeling van jazzmuziek. Waarbij het een genoegen is te mogen beluisteren hoe deze vier musici de erin slagen nieuwsgierigheid naar het verleden op te roepen. Om die te bevredigen door met vakmanschap, vakkennis en liefde voor het materiaal jongere generaties ermee kennis te laten maken.

Volume 1 telt acht stukken van componisten als Duke Ellington, Hoogy Carmichael, Jimmy van Heusen, Cole Porter en Oscar Pettiford én van Misha Mengelberg, waarmee ten overvloede wordt bewezen dat traditie niet altijd stokoud hoeft te zijn. Het zo diverse materiaal dat de acht componisten aandragen schenkt niet alleen luistergenot, maar daagt door de breedte ervan de uitvoerders uit om de staldeuren wagenwijd open te zetten. Daardoor kan het gebeuren dat een vleugje reminiscentie aan Sonny Rollins in het openingsstuk Love You Madly (Ellington) wordt ondergedompeld in een prachtige blues en dat het uitheems klinkende Tamalpais van Oscar Pettiford evenzeer intrigeert als I Get Along Without You Very Well van Hoogy Carmichael. De vette sound van ooit Coleman Hawkins wedijvert hier met die van Gideon Tazelaar.

Benjamin Herman en Joris Roelofs zijn gasten in respectievelijk drie en één stuk(s). Mooi, zeker wel. Maar de nadruk ligt toch echt op de verrichtingen van het kwartet zelf, dat die hulp van buitenaf in de schaduw stelt. Het klassieke geluid van de kwartetleden is immers zo immens, dat het nergens benadrukking of aanvulling behoeft.

RINUS VAN DER HEIJDEN

 

IAN CLEAVER & GIDEON TAZELAAR
Volume 1

DOX RECORDS

Ian Cleaver – trompet
Gideon Tazelaar – tenorsaxofoon
Felix Moseholm – contrabas
Jorge Rossy – slagwerk
Gasten
Benjamin Herman – altsaxofoon
Joris Roelofs – basklarinet

 

www.gideontazelaar.com

www.musiciancleaver.com

www.dox.amsterdam

Previous

Toots Thielemans 100 jaar geleden geboren: feest!!!

Next

25-jarig Motives for Jazz richt festival als etalage in

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook