Al jaren voert het festival November Music in Den Bosch de leuze ‘Muziek van nu door de makers van nu’. Muziek van nu betekent niet dat alle componisten en uitvoerenden per se jong moeten zijn. Het wordt niet zo duidelijk gezegd, maar eigenlijk wordt bedoeld dat de muziek grensverleggend is. Dat lukt de ene keer beter dan de andere. Zeker is dat November Music niet van hokjes houdt en daardoor komt vrijwel alles waar geluid uitkomt aan bod. Elf dagen van klassiek tot elektronica en van jazz tot avant-garde pop. JazzNu deed een kleine greep uit het uitgebreide programma.

Fuensanta Méndez bracht onder meer hele lieve meisjesmuziek, die ook heel zen was.

Een vast onderdeel is de Muziekroute op de eerste zondag van het festival. Door een keuze te maken uit negentien podia, waar met ruim twintig verschillende concerten van alles en nog wat is te beleven, is dit de uitgelezen mogelijkheid om van al die soorten muziek een beetje te proeven.

Het leek een goede keuze om te beginnen bij de Jazzwerkplaats, een broedplaats voor nieuwe jazz van jonge musici. Daar opende Joey Roukens de Muziekroute. Roukens was dit jaar de festivalcomponist die het Bosch Requiem 2022 schreef, een mis uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor en Amsterdam Sinfonietta. Toen Roukens achter de vleugel had plaats genomen zei hij: “Ik ga vandaag een half uur improviseren maar ik weet nog niet wat”.

Joey Roukens is goed voor een overdonderend stuk muziek dat vele grenzen overschrijdt.

Zware akkoorden openden dit optreden en al snel noteerde ik dat ik geen jazz hoorde. Wel een overdonderend stuk muziek dat vele grenzen overschreed. Korte romantische stukjes en impressionistische vergezichten wisselden elkaar af. Chopin kwam langs en werd door Ravel van de pianokruk geduwd en daarna kwam ook nog Stravinsky een oogje in het zeil houden. Intieme en serene momenten werden overspoeld door een waterval van noten. Hard werd afgewisseld met zacht en extrovert met introvert. Het was misschien wel een completere improvisatie dan we bij veel jazzimprovisaties horen.

Matthijs van Wijhe in actie tijdens ‘Cycles’ van Peter-Jan Wagemans.

Het voelde uitzonderlijk aan om in het hedendaagse klassieke territorium zo’n intensieve improvisatie te horen die als een uitgeschreven compositie klonk. Achteraf vertelde Roukens dat hij voornamelijk klassieke muziek speelde, maar ook jazz. Op mijn vraag of hij enig idee had hoe zo’n improvisatie tot stand komt zei hij, dat hij zomaar iets begon. Van te voren had hij gedacht om iets met contrapunt te doen, maar dat kwam niet uit zijn vingers. Hij probeerde dat nog wel in die richting te sturen, maar zijn brein had het al lang overgenomen van de ratio.

Grand Picture Palace in volle glorie.

Op naar het kwintet van de Belgische contrabassist Anneleen Boehme dat samen met een strijkkwartet haar groep Grand Picture Palace vormt. In haar openingsnummer hoorde ik opnieuw geen jazz, maar kennelijk zinderde Roukens nog na in mijn oren. Het was of Boehme met haar volgende nummer Illusie mijn gevoel verklaarde. De strijkers swingden, het gestopte trompetje van Cedric de Lat smeekte om meer en de basklarinet gaf waarom werd gevraagd.

Boehme stond soeverein vooraan om de troepen aan te voeren.

Boehme stond soeverein vooraan om de troepen aan te voeren. Ze trok en geselde de snaren van haar contrabas alsof ze daarmee wilde aantonen dat ze geen tegenspraak duldde. Maar die was er wel degelijk. De tuba, van oudsher de concurrent van haar instrument, ging de strijd aan in het laag. Drummer Matthias De Waele hield zich in het geheel niet aan een bescheiden maatvoering en liet zijn trommels melodisch meedoen om aan te tonen dat wat dat betreft hij echt niet onderdoet voor violisten en blazers. Wat een feest was dit paleis, dat in het ouderwetse bebop-nummer Marleine met een vette knipoog naar schmaltz zelfs een paleis der weemoed werd.

Wie naar grenzeloze muziek luistert moet ook zijn eigen grenzen verleggen. Hoe moeilijk dat kan zijn bleek bij de compositie Cycles van Peter-Jan Wagemans, waar de niet-ingewijden geen touw aan vast konden knopen. Voor hen bleef verborgen waar de compositie vandaan kwam en waar het naar toe ging.

Bas en zang zijn bij Peter Willems gelijkwaardig en dat mag best bijzonder worden genoemd.

Daarentegen lag de muziek van zangeres en bassist Fuensanta Méndez een stuk makkelijker in het gehoor. Met de twee andere zangeressen van haar groep zongen ze perfecte close harmony op een podium waar abstracte videobeelden achter werden geprojecteerd. We hoorden hele lieve meisjesmuziek, die ook heel zen was of wie daar niet gevoelig voor is zenuwslopend. Later tijdens haar optreden kwam meer van haar Mexicaanse achtergrond aan bod. Hoe perfect er ook werd gezongen, Fuensanta die in het verleden met Guy Salamon en Teis Semey optrad, zou voor een veeleisend publiek toch iets meer Mexicaanse peper in haar muziek moeten verwerken.

Julia Warren en Peter Willems mogen iets meer uitdagen.

Contrabassist-zanger Peter Willems verlegde geen enkele grens, of het moet zijn dat hij dit jaar voor het Conservatorium Maastricht de Conservatorium Talent Award won. Willems is niet iemand die er naast het bassen ook een beetje bij zingt, en hij is ook geen zanger die er een beetje bas bij speelt. Bas en zang zijn bij hem gelijkwaardig en dat mag best bijzonder worden genoemd.

Willems is nog maar net van het conservatorium gekomen en de ruimte is open om door te groeien. Eigen composities zijn nog schaars en alleen in Crazy toonde hij met een gekke mix van maatsoorten aan dat die weg open ligt. Voor de rest zong hij covers van zijn grootste invloed Cécile McLorin Salvant en anderen zoals het door Peggy Lee bekend geworden Why don’t you do right. Willems heeft een fraaie en lichte baritonstem en geeft een eigen draai aan die covers, zodat hij daarbij toch een eigen signatuur achterlaat. Zijn begeleiders, allen uit Maastricht, doen hun werk netjes al zou iets meer uitdaging de groep goed doen.

Cornelissen zet een deurtje open voor Bachs contrapunt en laat stiekem weemoedige tango-ritmen los, terwijl Oene van Geel fanatiek op zijn cajon trommelt.

De Muziekroute werd in stijl afgesloten met de aparte gelegenheidsgroep van accordeonist  Rik Cornelissen. Hoe dan ook is het accordeon een zeldzame gast in jazzland. Cornelissen lijkt zich ook een gast in zijn eigen groep te voelen. Hij houdt zich een beetje op de achtergrond, laat anderen en met name Oene van Geel de show stelen, maar speelt ook bijna ongemerkt de fraaiste noten. Cornelissen zet een deurtje open voor Bachs contrapunt en laat stiekem weemoedige tango-ritmen los, terwijl Oene van Geel fanatiek op zijn cajon trommelt of zingend een fraaie bijdrage levert. De drie complexe nummers van de bandleden en de compositie van Cornelissen zelf vormden een overtuigende onderstreping van wat November Music voor ogen staat.

Foto’s en tekst TOM BEETZ

NOVEMBER MUSIC MUZIEKROUTE

Den Bosch, diverse locaties, 6 november 2022

Joey Roukens solo
Joey Roukens
– piano

Anneleen Boehme Grand Picture Palace
Anneleen Boehme
– contrabas
Rob Banken – basklarinet
Cedric De Lat – trompet
Berlinde Deman – tuba
Juno Kerstens – cello
Rhea Vanhellemont – altviool
Linde Verjans – viool
Laura Kennis – viool
Matthias De Waele – drums

Peter Willems Quartet
Peter Willems
– contrabas, zang
Julia Warren – altsaxofoon
Jonas Blume – piano
Jacob Lingen – drums

Cornelissen/Van Vliet/Van Geel/Boelens/Nijland
Rik Cornelissen
– accordeon
Oene van Geel – viool, cajon, zang
Miguel Boelens – altsaxofoon
Jeroen van Vliet – piano
Dion Nijland – contrabas

Cycles
Peter-Jan Wagemans – compositie
Matthijs van Wijhe – piano
Friso van Wijck – drums

Fuensenta
Fuensanta Méndez
– zang, contrabas
Marta Arpini – zang
Liva Dumpe – zang

www.novembermusic.net

Previous

Grote jazzpodia hebben vooralsnog geen reden tot klagen

Next

Tineke Postma leunt krachtig op free jazz idioom

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook