Mag je tegenwoordig nog over ambient music spreken? Of het antwoord ja of nee is, pianist/componist Floris Kappeyne trekt er zich niets van aan. Hij is ooit geraakt door deze muziekstijl en gebruikt hem nu als een van de basiselementen voor de muziek die hem momenteel bezig houdt. Met als voorlopige uitkomst de cd ‘Closer’, die hij op 14 april met zijn trio uitbrengt. Een verhaal over een avontuurlijke zoektocht.

Floris Kappeyne: “Ik wil de luisteraar meenemen naar een rustgevende, serene wereld.”

Floris Kappeyne is er heel eerlijk over: ambient behoort tot een genre dat heel smakeloos is/kan zijn. Hij zag het als zijn opdracht om het album dat hij voor ogen had, mét een ambient-grondslag, “heel spannend te maken. Om te zorgen dat de muziek niet smakeloos werd, maar de nadruk kreeg op inhoud.” En om dat doel te bereiken werd de factor improvisatie een belangrijke toegevoegde waarde. En ruimte. Ruimte waar de muziek werd opgenomen en ruimte tussen de noten. “Ik wil de luisteraar meenemen naar een rustgevende, serene wereld”, zegt de componist/bandleider. “Door een mix van akoestische en elektronische elementen creëer ik geluiden die doen denken aan de natuur en het comfort van thuis.”

Floris Kappeyne: “Toen ik aan het conservatorium studeerde, werd ik verliefd op Russische muziek.”

Maar goed, beter niet vooruitlopen. Want de aanloop naar de realisering van Closer is vervat in avontuurlijke omstandigheden. En daar is – voor de zoveelste keer – corona debet aan. Want juist in die periode “ging het niet zo goed met mij”, blikt Floris Kappeyne terug. “Op zeker moment zat ik er helemaal doorheen. Mijn levenslust was zelfs aan het verdwijnen. Dat lag ook aan een stukgelopen relatie. Een oude wens van mij was om te gaan wandelen, in eerste instantie door Rusland. Toen ik aan het conservatorium studeerde, werd ik verliefd op Russische muziek. Ik wilde vanuit Polen naar St. Petersburg wandelen. Maar toen kwam corona. Mijn vriend Mo van der Does zei: ‘Nu kun je mooi langs een studio gaan wandelen om een solo-pianoplaat te gaan opnemen’.” Dat gebeurde, Floris Kappeyne wandelde van Amsterdam naar Duitsland.

“Ik belde met Fattoria Musica in Osnabrück en juist op die ene dag in 2021 dat ik er naar toe wilde, was de studio vrij. Ik heb 33 solo-improvisaties opgenomen, elf ervan kwamen op het album. Dat ik de titel gaf Half of what I say is meaningless. Dit is de eerste tekstregel uit het nummer Julia van John Lennon. De woorden hadden niet alleen betrekking op de verwerking van mijn kapotte liefdesrelatie, maar op alle stukken van de plaat. Het zijn rustige, meditatieve improvisaties geworden, uitgekomen bij Zennez Records. Alles voelde super persoonlijk, het was voor het eerst dat ik mezelf dichtbij de muziek vond staan. Maar ook dat mijn gevoelens nog niet waren uitgekristalliseerd.” De soloplaat Half of what I say is meaningless betekende het begin van Closer dat er nu aan komt. Het album is met Kappeyne’s trio, bestaande uit contrabassist Tijs Klaassen en drummer Wouter Kühne, net voor kerst 2022 in Frankrijk opgenomen.

Tijs Klaassen, Floris Kappeyne en Wouter Kühne in ‘hun’ kasteel in Frankrijk. Foto privécollectie

Dat Closer in Frankrijk zijn beslag kreeg geeft de cd een bijzonder accent. Want daarvoor werd geen specifieke studio opgezocht. “In Frankrijk staat een kasteel waar de eigenaren je voor een hele week onderdak, eten en al wat niet meer, bieden. De enige tegenprestatie is dat je aan het einde van zo’n week een concert moet geven. In dit geval dacht ik: we nemen onze geluidstechnicus Steffen Lütke mee, we hebben immers in die week volop tijd. Steffen stelde voor een dummy head mee te nemen, een soort hoofd met twee oren. Je kunt er binaural-opnamen mee maken die reproduceren hoe de muziek in je hoofd klinkt. Bovendien wilde ik ASMR-effecten aan de muziek meegeven. (Autonomous Sensory Meridian Response wekt bij een klein deel van mensen die daar gevoelig voor zijn bepaalde prikkels op, zoals bijvoorbeeld een tinteling (rvdh). ASMR lijkt op een bepaalde therapie om rustig van te worden.”

Floris Kappeyne: “Ik heb 33 solo-improvisaties opgenomen, elf ervan kwamen op het album Half of what I say is meaningless.”

“We zijn met z’n allen naar het kasteel in Frankrijk gereisd”, vervolgt Floris Kappeyne, “en hebben met z’n allen zes dagen in één ruimte daar, doorgebracht. Drie dagen repeteren, drie dagen opnemen. We hadden een analoge Juno-synthesizer à la Brian Eno meegenomen en ook een field recorder om in en buiten het kasteel opnames te maken. Het was een geweldige ervaring. De plaat die er uit voort is gekomen is heel anders dan de andere twee die ik met het trio opnam: Interchange en Synesthesia. Op Closer wordt het gevoel van ruimte heel erg ervaren, ook de ruimte tussen de noten. Met een koptelefoon of oortjes beleef je dat allerlei zaken in de ruimte zijn geplaatst. Er is sprake van vier triostukken, twee solo-piano composities – waarbij drums en contrabas voor wat effectjes zorgen. Demon is dé ASMR-track, je wordt ineens van links naar rechts geworpen.”

Floris Kappeyne: “Op Closer wordt het gevoel van ruimte heel erg ervaren, ook de ruimte tussen de noten.”

Floris Kappeyne is een uiterst veelzijdige musicus/componist. Zijn muziek stoelt op de erfenis van John Coltrane, Joshua Redman en veel bopmuzikanten, maar evenzeer op de nalatenschap van klassieke giganten als Aleksandr Scriabin, Claude Debussy en Frédéric Chopin. Zijn inspiratie stormt uit allerlei hoeken op hem af, onder meer uit die van de romantische Engelse dichter John Keats. Van de laatste heeft Floris Kappeyne een brief gebruikt om een van de composities op Closer een basis te geven. “De totstandkoming van de cd is er gekomen door een conceptuele aanpak”, zegt hij. “Bij mijn vorige twee trio-cd’s hadden we weinig met elkaar doorgenomen. Nu zijn we al spelend bij een bepaalde stijl uitgekomen, er is veel gesproken en uitgedacht. De brief van Keats heb ik bijvoorbeeld getoond via een powerpoint.”

Floris Kappeyne’s muziek stoelt op de erfenis van John Coltrane, Joshua Redman en veel bopmuzikanten, maar evenzeer op die van Aleksandr Scriabin, Claude Debussy en Frédéric Chopin.

“Ik denk dat muziek doorgaans passief wordt geconsumeerd. Is niet erg, dit hoort bij muziek net als bij visuele kunsten. Ik wilde dit fenomeen heel graag onderzoeken: muziek die de luisteraar niet helemaal meeneemt, maar uitnodigt voor een soort soft focus. Waardoor deze misschien een bevrijding ervaart van een hard focus. Dat hoor je bijvoorbeeld duidelijk bij ambient. Ik heb er heel bewust met de jongens over gesproken. Het bijzondere aan Wouter is dat je hem in elke situatie voor de leeuwen kunt gooien. Ik vroeg hem bijvoorbeeld om veel boventonen voor de piano te geven. Zó bijzonder dat hij dat kan. Tijs liet zich van zijn beste kant zien. Voor mij is hij een stijlicoon, hij is mijn smaakvolheidmeester. Ik ben nogal impulsief, Tijs heeft een heel duidelijk idee van wat wel of geen smaak is, in een genre dat vaak heel smakeloos is; in ambient music namelijk. Wij zijn heel spannend aan dit project begonnen: hoe kunnen we zorgen dat het niet smakeloos wordt, maar wel inhoud krijgt.”

“Tijs was daarbij de belangrijkste factor. Zijn spel en dat van Wouter is enorm veranderd. Nu we als trio tien jaar bestaan, is Closer ons jubileumalbum. In onze interactie hoor je dat. We leren nog elke dag van elkaar. Bovendien werken we ook in andere bands samen.”

Closer ziet op 14 april het levenslicht in de Utrechtse muziekschool DUMS. Nadien op 16 april in De Pletterij in Haarlem en op 15 juni in het BIMhuis in Amsterdam.

RINUS VAN DER HEIJDEN

www.floriskappeyne.com

Previous

‘Orlando’ van Toine Thys Quartet reis door poëtisch universum

Next

Teun Creemers brengt met ‘Naamu’ een knaller van een debuutalbum

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook