Ze doet altijd wat ze wil, dan komen de juiste dingen vanzelf op haar pad. Daar is Deborah Slijkhuis, contrabassist en basgitarist, van overtuigd. Op die manier heeft ze haar leven ook ingericht. Ze woont en werkt in Zwolle, niet in de Randstad waar de meeste jazzmusici leven en hun muziek ontwikkelen. Zwolle is goed, ze heeft er een eigen, functionele oefenruimte, werkt er intensief samen met gitarist Sebastiaan Visser en is er gelukkig. In Zwolle ook studeerde ze aan het conservatorium om later haar master in Amsterdam te behalen. En in Zwolle doet ze nog wat aan atletiek, speelt ze op haar eerste liefde in de muziek, de piano, en schildert ze. En o ja, niet vergeten, sinds kort beoefent ze ook de edele sport van het kickboksen. Deborah Slijkhuis toont als telg van de jonge generatie jazzmusici, dat je eigen wil doorzetten en je weinig zorgen maken, de deur wijd open zetten naar de juiste benadering van jazz beoefenen.

Deborah Slijkhuis: “Muziek is gelijk aan de emoties die je bezighouden en die kun je er in kwijt, omdat muziek tijdloos is.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Mijn tweede album, Rosa, is net uit. Ik ben het nu aan het promoten met concerten. Daarnaast komt er een nieuwe EP en een iets langer stuk van vijftien minuten, dat ik vóór de zomer van 2022 heb geschreven. Alle muziek die ik heb gecomponeerd, neem ik met gitarist Sebastiaan Visser op. Productie en mixen doen we ook zelf. Ik ontmoette Sebastiaan tijdens mijn bachelor, waarvoor ik twee jaar eerder dan hij afstudeerde. Sebastiaan is erg handig met techniek en een ontzettend goede gitarist.

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Ik heb hoofdvakles bas gehad van Henk de Ligt. Ik heb ontzettend veel van hem geleerd.

Waarom doe je graag wat je doet?
Muziek is gelijk aan de emoties die je bezighouden en die kun je er in kwijt, omdat muziek tijdloos is. Heel erg in het moment zijn is erg belangrijk voor mij. Het is iets onbeschrijfelijks, je voelt het heel erg, het gebeurt gewoon.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Ik speelde aanvankelijk klassiek piano, tot ik op een gegeven moment bij lichte muziek uitkwam. Ik ontdekte Robert Glasper en dat werd mijn eerste aanraking met jazz. In Zwolle studeer je jazz en pop. Je gaat dan verschillende soorten muziek luisteren. En kom je achter allerlei zaken. Dat gebeurde rond mijn zestiende. Ik kwam niet meteen in de traditionele jazz terecht. Ik luister nu graag naar Pat Metheny. En merk dat ik nu ik wat verder ben de muziek ook beter leer begrijpen. Als je begint met jazz, snap je Charlie Parker niet echt.

Deborah Slijkhuis: “Als je begint met jazz, snap je Charlie Parker niet echt.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Ik denk dat iedereen onderdeel is van de geschiedenis van de jazz. Ik geef aan het conservatorium les als invaller. In elke les wordt een musicus besproken. Miles Davis en Herbie Hancock zijn heel interessant, maar ook wat ervoor en erna kwam. Uit de muziek van nu kan ik mijn eigen ding halen.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Ik had een bandje met de naam Selma. Ik doe en deed toen ook al veel met drummer/producer Koen Gardebroek. We hadden een gig op een bierfestival met Nederlandstalig repertoire. Een nummer had als titel Verwarde Lente. Toen we het speelden ging het hard waaien, onweren, stortregenen. De golfplaten gingen van het dak, Koen zat in de regen. Na dit nummer haalden we alles van het podium en vijf minuten later was alles weer helder.

Waar vind je inspiratie?
In wandelen, vooral in de bergen of op plekken waar het rustig is. Ik ben in Alaska geweest, heb daar veel inspiratie opgedaan. Daar geldt een heel ander leven. Je bent niet bezig met eten of hoe je je voelt. Ook muziek luisteren inspireert me. Naar Chick Corea of gitarist Pedro Martins, zo vet. Maar fietsen, zwemmen en douchen werkt ook…

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Mijn trip naar Alaska. Ik was daar met mijn toenmalige vriend, hikend met een tent op de rug. We kwamen in een gebied met beren terecht, heel spannend. Ik ben toen gaan zingen om de beren niet te laten schrikken.

Deborah Slijkhuis: “Ik wil compassie voelen of iets doen voor anderen. Ik hoop dat met muziek een ander daar iets aan heeft.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Caipi van Kurt Rosenwinkel. Afgelopen zomer was ik op vakantie in Noorwegen, heb het nummer toen wel twintig keer in de auto beluisterd. Het is heel positieve en ook zinvolle muziek.

Wat neem je altijd met je mee?
Als ik naar studiosessies ga mijn poppetje Lilo (uit de Walt Disney-animatiefilm Lilo & Stitch, rvdh). Daar krijg je het gevoel van dat je jong bent. Het straalt een soort positivisme uit: alles is goed.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Voor mij is belangrijk dat ik vegetariër ben, ik probeer ook veganistisch te leven. Ik vind het moeilijk daar iets over te zeggen. Ik hoop dat er ooit heel anders met dieren wordt omgegaan. Hetzelfde geldt ook voor mensen als je het bijvoorbeeld over arm en rijk hebt, is heel lastig. Ook hier valt moeilijk iets over te zeggen; je leeft zelf in een huis. Ik denk dat veel mensen gelukkig worden als dat verschil er niet meer zou zijn. Ik wil compassie voelen of iets doen voor anderen. Ik hoop dat met muziek een ander daar iets aan heeft.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Louis Cole, de muziek die hij maakt is niet per se jazz. Zijn muziek is heel erg gestoord, maar alles zit er in. Hij doet alles, speelt drums, toetsen, zingt, brengt humor in, hij produceert en mixt. Het is allemaal heel diepgaand. In juni speelt hij met het Metropole Orkest in TivoliVredenburg in Utrecht. Ik vind hem een beetje avant-garde.

Wat intrigeert je aan je instrument?
Ik speel contrabas en basgitaar. Die laatste heb ik nu twee jaar. Mijn basgitaar speelt echt zo fijn, de lage b-snaar klinkt vaak een beetje modderig, deze is heel helder. Ik ging naar Bass Connection (winkel voor basinstrumenten in Blaricum, rvdh), wilde daar wat instrumenten gaan testen. Bij het eerste had ik meteen: wow! Ik probeerde nog twintig andere, maar wilde die ene. In het algemeen ben ik heel dienend, wil niet voortdurend vooraan staan. Dit wordt wel eens onderschat: goed spelen en doseren is een vak. Ik ben begonnen op piano, waarom ben ik bij de bas uitgekomen? Op basgitaar moet je redeneren vanuit de piano, je linkerhand doet hetzelfde. De basgitaar is machtiger, hij bepaalt de functie van het akkoord.

Deborah Slijkhuis: “Op basgitaar moet je redeneren vanuit de piano, je linkerhand doet hetzelfde.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Op mijn nieuwe plaat Rosa komt het nummer Trust voor, dat ik schreef. Het is harmonisch complex, er zijn grote sprongen voor nodig. Ik moest een jaar lang oefenen om daar fatsoenlijk overheen te kunnen spelen. Ik vind het ook leuk om te zingen, dat stem en bas tegen elkaar ingaan. Daar word je onafhankelijk van.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Ik zat op atletiek, piano- en schilderles. Mijn ideaal was atleet te worden, pianist en schilder. Op een gegeven moment was dat niet meer zo handig. Ik moest kiezen: het werd de muziek en de rest hobby. Ik doe al die dingen nog steeds, die spanning heb ik nodig om creatief te zijn. Sinds een paar maanden doe ik trouwens ook aan kickboksen.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Als ik alleen in de studio ben en nieuwe dingen probeer die niet lukken. Binnen een band ben je niet vrij om te falen, ik vind dat dat daar niet kan. Je moet steady kunnen spelen. Afgelopen maanden heb ik met mijn nieuwe project een paar keer gespeeld. Daar zit improvisatie in en dan mag je falen.

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Alle ontwikkelingen. Zij gebeuren gewoon. Ik zou het toejuichen als mensen die muziek willen schrijven, het gewoon gaan doen. Zo van: wij willen iets maken, niet met als doel te scoren.

Met wie werk je graag samen?
Met Sebastiaan Visser. Als wij samen spelen, begrijpen we elkaar meteen. We hebben dezelfde interesses. Als Sebastiaan solo speelt, zoekt hij altijd de juiste spanning, dat raakt me heel erg, dat pure. Hij heeft mij heel erg geïnspireerd hoe ik ben gaan spelen. Ik vind Sebastiaan behoorlijk geniaal.

Deborah Slijkhuis en de nieuwe JAZZ-tafette-stokjesdrager Sebastiaan Visser.

Welke dromen liggen nog voor je?
Nieuwe muziek maken en uitbrengen. En meer spelen met mijn eigen band. Ik zou graag een album met een grote band als het Metropole Orkest willen maken. Ik doe altijd wat ik wil, dan komen de juiste dingen vanzelf op je pad. Ik voel me heel erg bevoorrecht dat ik mijn eigen muziek kan maken en zelf opnemen.

Aan wie geef je het JAZZ-tafette stokje door?
Aan Sebastiaan Visser. Waar ik vertel waarom ik graag met hem samenwerk, staat alles waarom ik hem kies als volgende stokjesdrager.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

www.deborahslijkhuis.com

Previous

Engels/Teepe/Herman met zinderend eerbetoon aan jazz van dik halve eeuw oud

Next

Vrouwen in de jazz in tekst en muziek uitgedrukt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook