Het festival Stranger Than Paranoia 2015 is een grote feesttaart geworden, met een enorme toef slagroom erop. De chef-patissier was Archie Shepp. De Amerikaanse tenor- en sopraansaxofonist verzorgde twee historische concerten in Tilburg. Met daarin vervat de geschiedenis van de tenorsaxofoon in colleges van anderhalf en twee uur. Gegeven door een professor die nog nooit zó uit zijn schulp kwam gekropen.

Het eerste concert van Archie Shepp tijdens Stranger Than Paranoia op zondagavond was fabelachtig, het tweede, op deze dinsdagavond, was van hetzelfde loepzuivere gehalte. De tenorsax-titaan was wederom in een milde stemming en daardoor in meer dan goeden doen: opnieuw haalde Archie Shepp vernietigend uit. Daarmee dijken van kippenvel bezorgend bij het publiek in een nagenoeg uitverkocht Paradox. Als hij dat al niet eerder deed, bewees Shepp dat hij naast Sonny Rollins de enige nog levende tenorsaxofoonlegende is in de jazz. Al wil de 78-jarige grootheid daar zelf niet zo aan. Dat vertelde hij dezer dagen in een interview aan JazzNu, dat wij volgende week publiceren. “Sonny is de grootste, ik ben lang niet zo bekend”, mompelde hij in opperste bescheidenheid. Na twee overweldigende concerten denken in elk geval een paar honderd mensen daar héél anders over.

Luc Houtkamp.
Luc Houtkamp.

GEMAK

Tijdens zijn tweede concert in Tilburg speelde Archie Shepp een aantal dezelfde stukken als tijdens zijn eerste optreden, afgewisseld met andere standards. Het leek erop dat hij deze avond nog meer op zijn gemak was, waardoor hij dieper de muziek leek in te duiken om het karakter ervan te duiden. Maar liefst twee uur speelde en zong hij dat de stukken er af vlogen. Onvermoeid, vol gas en het uiterste eisend van zijn band, scheurde, growlde en danste hij als op een strak gespannen koord over zijn saxofoons. En mediteerde hij ongeëvenaard in een paar huiveringwekkend mooie ballades. Met in alle muziek die hij vertolkte altijd De Blues als belangrijkste handvat. Jazeker, bij Shepp moet dat in hoofdletters worden geschreven.

Het festival Stranger Than Paranoia gaat met de sublieme concerten van Archie Shepp zijn 23-jarige geschiedenis in als een van de gedenkwaardigste. Organisator Paul van Kemenade mag zich gelukkig prijzen met zijn keuze voor de zo glorieuze Amerikaan. Hoewel hij hoge verwachtingen had van Shepps komst, zal hij zeker niet hebben voorzien, dat deze zó zou uitpakken. Wie wel trouwens?

Stranger Than Paranoia zat buiten Archie Shepp weer vol wringende verrassingen. Op papier niet zozeer; wilde je daar kennis van nemen, dan moest je wel de concerten gaan bezoeken. Zoals dat van het POW Ensemble van Luc Houtkamp, elektronica- en computerpionier, tenorsaxofonist en componist. Zijn kwartet, met een zangeres, tubaïst, tapdanser en hijzelf had het boek Tender Buttons van de Amerikaanse schrijfster Gertrude Stein als basis gekozen voor het project STEIN. Het bleek een perfecte symbiose van psychedelica en gezondere geestelijke inspanningen, wat een computeroperaatje opleverde over Gertrude Stein, die zich tijdens haar leven zo beijverde om het kubisme uit de schilderkunst in haar literatuur te incorporeren. De eigenaardigheden van dit kubisme hoorde je zeker ook terug in de aanpak van Luc Houtkamp c.s.

SOPRAAN

De interactie tussen akoestische instrumenten, elektronica en stem met daarbij als extra menselijke toevoeging de tapdans, is uniek. Zangeres en toetsenbespeelster Stephanie Pan is een krachtige sopraan, die de veelal onbegrijpelijke teksten van Gertrude Stein met kracht zong en declameerde. Dat deed ook tapdanser Peter Kuit. En Axel Schappert op zijn eigen manier op zijn tuba, tussen de fragmentatiebommen van dans, elektronica en saxofoonspel door. En vóór een speeldoosje, teer en kwetsbaar, dat na zijn korte aanwezigheid de elektronische fanfare weer in gang trok. Luc Houtkamp wil de komende tijd besteden aan het bewerken van teksten van Gertrude Stein tot liederen. Om er samen met het project STEIN over een jaar of twee een heuse opera van te maken. Het frame ervoor staat nu al stevig verankerd.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Conrad Bauer.

Opmerkelijk was ook het soloconcert van trombonist Conrad Bauer. Hij had zichzelf een duidelijke opdracht verschaft: het publiek vermaken en zichzelf muzikaal bevredigen. Anders houd je zo’n solo-optreden geen drie kwartier interessant. De Duitse koperblazer slaagde erin zowel ritme als melodie aan zijn trombone te onttrekken. Met circulaire ademhaling en percussieve uitbreiding door geklop op zijn borst en voetgestamp, leverde Bauer een bewonderenswaardig staaltje van langdurende improvisatiekunst af.

De twee pianisten Bert van den Brink en Oscar Jan Hoogland zweefden aan de trapeze van hoog ingerichte pianistiek. Het werd een meester-gezelontmoeting: Hoogland heeft les gehad van Van den Brink. Dit heeft er zeker toe bijgedragen dat het deze avond een spel werd van uitdagen, aftasten, aanvullen en ook aanvállen. De twee vleugels werden niet gespaard. Regelmatig dook een van de bespelers het binnenste in om harpgeluiden aan de snaren te ontlokken, óf ze danig te ranselen. Van alles werd uitgeprobeerd om van gebaande pianowegen af te wijken en om beider spel aan te vullen of te ontregelen. Met als opbrengst een concert dat tegelijk duel en liefdesblijk was.

Oscar Jan Hoogland en Bert van den Brink.
Oscar Jan Hoogland en Bert van den Brink.

CONTRABASTRIO

Het Tingvall Trio haalt zijn muziek uit Zweden, Duitsland en Cuba. Martin Tingvall, Jürgen Spiegel en Omar Rodriguez Calvo vormen een zogeheten pianotrio, maar hier kon je beter spreken van een contrabastrio. Met name in de snelle delen was contrabassist Omar Rodriguez Calvo onnavolgbaar. Hoewel het driemanschap  zeker is aangeraakt door het inmiddels tot cult-trio verheven E.S.T., is het toch alsmaar die contrabas die het grote onderscheid maakt. In een ballade klonk de bas heel geprononceerd, waarbij de piano uit de nagalm van de basnoten een intro inzette. Erg origineel, hetgeen ook gold wanneer het Tingvall Trio ondubbelzinnige speeltempi inzette, waarmee het – hoe onwaarschijnlijk het misschien ook klinkt – in de buurt van de muziek van Sonny Sharrock kwam. Ook al was híj een gitarist…

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Omar Rodriguez Calvo.

De zeperd van Stranger Than Paranoia kwam van het kwartet Azure Hiptronics. Hun muziek is even nietszeggend als het etiket dat ze zichzelf hebben opgeplakt: ultrafunkatronicjazzhippop. Als je niet door het zelf opgelegde imago van Rogier Schneemann heen kunt kijken, zou je uit zijn zo vertrokken gezicht moeten concluderen dat gitaarspelen pijn doet, verrekte veel pijn. Maar dat overtrokkene is evenveel aanstellerij als toen de gitarist op beide knieën neerzonk om een rits voorspelbare noten uit zijn instrument te peuteren. Behalve de vet aangehouden beat is alles bij deze Hiptronics uit het clichémapje gekopieerd: zó speel je funk en niet anders. Vooral niet afwijken, dat is het devies.

Jace van de Ven overhandigt zijn gedicht aan Archie Shepp.
Jace van de Ven overhandigt zijn gedicht aan Archie Shepp.

SPREEKSTALMEESTER

De vier avonden in Tilburg kenden weer het bijna vergeten festivalonderdeel ‘spreekstalmeester’. Dit jaar was daarvoor Jace van de Ven uitgenodigd, in 2003 de eerste van de inmiddels zeven stadsdichters van Tilburg. De schrijver/dichter kondigde elk concert aan met een zelfgeschreven stuk poëzie, dat vanwege sommige lengtes niet altijd in de smaak viel van het publiek. Wel bij Archie Shepp. Voor hem had Jace van de Ven speciaal een gedicht geschreven, waarbij de eerste letters van elke dichtregel de naam van de saxofonist vormden. De voormalige stadsdichter overhandigde voor aanvang van diens tweede concert Shepp zijn schrijfsel, die het met zichtbaar genoegen in ontvangst nam.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

[posts title=’Lees ook’ count=’3′ offset=” tag=’shepp’ layout=’slider-carousel’][/posts]

Stranger Than Paranoia
Paradox Tilburg, 28 en 29 december ’15

www.paulvankemenade.com

Pow Ensemble
Luc Houtkamp – tenorsaxofoon, elektronica, computer
Stephanie Pan – zang en toetsen
Alex Schappert – tuba
Peter Kuit – tapdans en zang
Konrad Bauer – trombone

Tingvall Trio
Martin Tingvall – piano
Omar Rodriguez Calvo  – contrabas
Jürgen Spiegel – slagwerk

Azure Hiptronics
Rogier Schneemann – gitaar
Federico Solazzo – toetsen
Luciano Poli –basgitaar
David Barker – slagwerk

Bert van den Brink – piano
Oscar Jan Hoogland – piano

Archie Shepp Quartet
Archie Shepp – tenor- en sopraansaxofoon
Carl Henri Morisset – piano
Reggie Washington – contrabas
Steve McCraven – slagwerk

Previous

Maand van de Contrabas

Next

De dwarse snaren van Wilbert de Joode

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook