Nog nauwelijks het stokje overgenomen van drummer Gerri Jäger en gitarist Mikael Szafirowski sprint er vandoor. Struikelt hier en daar wat over woorden, maar wil graag de ‘credits’ voor het geven van een interview in het Nederlands. De Fin is eigenzinnig, introvert en vrij. Een wereldreiziger, een wereldbewoner en een wereldmuzikant. Ook een bewonderaar van zijn medemens en de taal… De taal. De taal neemt een prominente plek in. Niet verwonderlijk dat deze componist graag met ‘oneliners’ smijt die hij al improviserend, zoals het deze musicus betaamt, uit de mouw schudt.

foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comWaar ben je op dit moment mee bezig?
Ik heb net een kleine tour achter de rug met Rooie Waas en we hebben net onze derde plaat uitgebracht. In Naked Wolf speel ik onder andere met Felicity Provan en de beste drummer: Gerri Jäger. Op 23 maart spelen we voor het eerst in Parijs tijdens het Banlieues Bleues festival. Dat is spannend, want er is een grote markt in Frankrijk voor onze improvisaties en meer abstracte muziek. Daarnaast speel ik nog in Pumporgan en ben ik bezig met een soloplaat. Deze komt volgend jaar uit en ga ik opnemen in Zweden, in de Fylkingen-studio. Afhankelijk van het materiaal dat ik tegenkom zie ik wel wat voor muziek er op komt. Ik neem er de tijd voor.

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Tijdens mijn studie aan het conservatorium in Helsinki maakten we een reis naar Kenia. Met lokale musici wisselden we muziek uit. Het was opvallend dat het voor hen veel moeilijker was om onze muziek eigen te maken dan wij die van hen. Hun muziek gaat al zo lang van de ene generatie over op de andere, waardoor zij een hele duidelijke taal is geworden. Wij missen die grond, die basis, maar zijn daarentegen wel een stuk flexibeler. Het is onderdeel van onze job om snel te leren. Het heeft me geïnspireerd om op zoek te gaan naar mijn eigen muziek. Ik heb nu het gevoel in de stroom te zitten en onderdeel te zijn van het muzikaal erfgoed. Ik hoef niet succesvol te zijn, maar ik ben wel graag bij deze groep met fijne mensen.

Waarom doe je graag wat je doet?
Naast het maken van muziek werk ik ook als fietskoerier. Wanneer ik die twee beroepen met elkaar vergelijk heb je mijn antwoord: muziek is oneindig. Je kunt altijd nieuwe dingen proberen, altijd dieper gaan. Muziek is de taal van de mensheid. Het is een levenslang project dat nooit zal vervelen. Ik ben dankbaar dat ik onderdeel ben van die stroom en het voeden ervan is waarom ik graag doe wat ik doe.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Ik groeide op in Finland. In Helsinki studeerde ik gitaar aan het conservatorium. Ik koos voor de richting jazz, omdat ik deze stroming intellectueel gezien interessant vond. Mijn passie voor jazz werd pas tastbaar toen ik mijn docent Neff Irizarry zag optreden met zijn kwartet. Het concert sloeg in als een bom. Er was een constante druk of spanning – de swing natuurlijk. Je voelt dat het ergens vandaan komt, dat er een connectie is.

foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comBij het bestuderen van jazz zijn musici wel vaker verheven tot iconen, maar de muziek zelf maakte het eindelijk tastbaar voor me. Daarna leerde Neff me dat ik de dingen eerst kan laten koken in mijn hoofd en dat ik niet meteen alles hoef te analyseren. Een groot verschil met het conservatorium in Den Haag, dat veel minder experimenteel was. Ik koos voor de richting Compositie zodat ik mijn eigen stijl kon ontwikkelen. Tegelijkertijd kwam ik in de improvisatiescène terecht van Amsterdam. Ik leerde opeens allemaal nieuwe genres kennen, zoals ‘contemporary classical’, elektronisch en de meer conceptuele componisten. Er ging een wereld voor me open.

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Zijn we nog in de jazzgeschiedenis? Want dan ben ik blij dat ik er nu onderdeel van uitmaak. De academische geschiedenis stopt namelijk bij Coltrane. Cecil Taylor is al geen jazz meer… Ik had misschien een beetje een rare docent. Maar goed. Het gevoel dat ik bij een bepaalde historische periode heb, is natuurlijk niet hetzelfde als wanneer ik er daadwerkelijk onderdeel van zou zijn. Geschiedenis is de interpretatie van iets dat nooit was.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Gisteravond heeft voorman Gijs Borstlap van Rooie Waas de hele ruimte gereorganiseerd tijdens het concert. Hij stond opeens met hout te slepen en haalde van alles van de zijkant van het podium tevoorschijn. Het leek wel een hele experimentele theatervoorstelling. Maar wat wil je na een tour van vijf shows? Je raakt vermoeid en gisteravond hadden we ons laatste concert… Het opbreken van de realiteit kan een hele fijne uitlaatklep zijn.

Waar vind je inspiratie?
In taal en dan vooral in grapjes. Ik woonde een jaar in Frankrijk. Daar is een heel ander gevoel voor humor dan in Nederland of Finland. Dat intrigeert me, want je kunt niet benoemen waar dat verschil precies in zit. Het is een mysterieus ding. Net zoals muziek. Ons leven bestaat heel duidelijk uit een kader, met een dak boven ons hoofd en een baan om dat te kunnen betalen. Terwijl humor en muziek niets met die kaders van doen hebben.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Ik woon in Brussel en over twee weken verhuis ik naar Bazel, Zwitserland. Ik blijf niet lang op dezelfde plek. Ik vind het heel spannend, elke keer weer, maar ik zoek het wel op. In Bazel ga ik geld verdienen en sparen om vervolgens te verhuizen naar Berlijn. Het gevoel dat je krijgt als je uit de bus stapt op een plek waar je nooit eerder bent geweest… dat inspireert me.

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Op mijn vijftiende luisterde ik veel naar Sketches of Spain van Miles Davis. Die sfeer: ik was meteen in een hele andere wereld. Van mijn leraar kreeg ik op mijn twaalfde een mixtape met nummers van Deep Purple, Jimi Hendrix en Led Zeppelin, precies hetzelfde verhaal. Toen maakte ik, in de figuurlijke zin, al wereldreizen.

Wat neem je altijd met je mee?
De mensen van wie ik hou. Ik schrijf of bel niet vaak, maar in gedachten zijn zij altijd bij me.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Ik heb het gevoel dat we met z’n allen in een boot zitten zonder roeispanen. We zitten in een recessie, waar alles in geld wordt uitgedrukt en het alleen nog maar gaat over het economisch belang. Stel je voor, we gaan meer consumeren, zoals de overheid van ons vraagt, om de economie te redden. Maar waar gaan we dan eigenlijk heen? En wat is de rol van de waarde van de mens daarin? Ieder individu heeft wat te geven en zou zich geestelijk moeten kunnen ontwikkelen. Ik mis een visie daarop.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Nikola Tesla, de ontdekker van de wisselstroomgenerator en de radio. Hij is een goed voorbeeld van iemand die aan de mensheid denkt. Hij werkte voor velen en was niet alleen een visionair, maar had ook een sociale visie.

foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comWat intrigeert je aan je instrument?
Mijn akoestische gitaar is een heel orkest in één. Met zes snaren kan ik veel diepte, spanning en natuurlijke tonen creëren. Het is te vergelijken met de piano, maar dan heb je al die verschillende tonen ook nog op verschillende plekken zitten. Overal is de klankkleur net weer anders. De elektrische gitaar en zijn versterker is mijn belangrijkste instrument vanwege de ‘feedback loop’. Als je een versterker met een elektrische gitaar combineert, heb je eigenlijk twee orkesten.

Qua geluid zat ik in het begin meer richting de traditionele jazz, maar ik wilde al snel breder denken. In die zin ben ik echt een jazzmusicus, ook al klinkt dat misschien niet zo. De jazzgitaarsound is vrij dik, waardoor er minder plaats is in het sonisch spectrum voor andere instrumenten. Om in een improvisatiesetting meer ruimte te creëren heb ik een scherpe sound ontwikkeld, die meer richting de rockmuziek neigt.

Bij Rooie Waas doe ik de elektronica. In het begin hebben we onszelf de beperking opgelegd alleen twee synthesizers te bespelen. Daar ontstaat direct nieuwe muziek uit, want ook frontman Gijs is eigenlijk gitarist. Het bespelen van de elektronica heeft wel invloed op mijn gitaarspel. Het is niet typisch en daarmee een voeding van mijn muzikaliteit.

Het belangrijkste als muzikant is niet je techniek of kennis, maar het trainen van je gehoor om zoveel mogelijk informatie tot je te kunnen nemen. Muziek is de menselijke interpretatie van geluid.

Wat heb je geleerd van je muziek?
Dat een samenwerking een kwetsbaar ding is. Je moet samen keuzes maken, ook op momenten dat er weinig energie is en dat is best heftig. Je probeert het beste uit jezelf te halen en zoekt ook naar manieren om het beste uit je maten te halen. Dat is een proces dat nooit stopt.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Schrijver. Ik was vroeger erg introvert en hield er van om mensen te observeren. Ik heb nog steeds wel de ambitie om een boek te schrijven. Ik heb al een titel: Beerdrinking problems. Met Rooie Waas zaten we wel vaker in de kroeg te drinken en het valt op hoe ieder zijn eigen verhaal heeft. Het is verrijkend; om te zien hoe de dingen zijn.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Altijd. Alhoewel. In een vriendschap zou ik niet willen falen, bij een soundcheck ook niet en ik kom liever ook op tijd bij een repetitie. Maar bij improvisatie is een fout een nieuwe mogelijkheid. Een fout is nieuwe muziek.

foto Gemma van der Heyden/JazzNu.comWelke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Ik vind Anthony Braxton een hele interessante componist. Hij is nu hier, in deze tijd en er is geen sprake van nostalgie. Hij heeft een palet met zoveel verschillende kleuren, hij heeft zoveel kennis opgedaan waaruit hij kan putten. Ik ben nog jong, maar ik hoop dat als ik tachtig ben, dat ik dan net zo’n geschakeerd palet heb ontwikkeld.

Met wie werk je graag samen?
Met Luc Ex bij Inevetable Sound. Hij heeft zoveel ervaring en beweegt op een hele warme manier in de muziekwereld. Ik leer heel veel van hem, zoals dat je nooit stil moet blijven staan of in je comfortzone moet blijven.

Welke dromen liggen nog voor je?
Ik wil later wel een muziekschool beginnen. Of eigenlijk een atelier. Misschien beter nog: een beweging. Waar iedereen de kans krijgt zich constant te ontwikkelen, ook de docenten. Ik heb er met Yedo Gibson wel vaker over gefantaseerd. We zien het als een omgekeerde piramide en willen een antihiërarchische organisatie. De waarde van het individu moet centraal staan. Zijn of haar mening, creativiteit en gevoel. We leven in een crisis, in een maatschappij waar al die individuele bollen van energie, gecombineerd, van enorme betekenis kunnen zijn.

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Dick Bruinsma, saxofonist en componist, die ook graag mag improviseren. Ik speel met hem in Pumporgan. Hij is heel interessant, omdat hij een van die mensen is die een stilistisch bewustzijn creëert. Hij heeft fantastische bands opgericht zoals Blast met Frank Crijns en Brown versus Brown. Een concert dat ik van Brown versus Brown heb gezien op het schip M.S. Stubniz, behoort tot mijn top-tien muzikale ervaringen. Een echte bad ass!

MAUD MENTINK
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

www.janmikaelszafirowski.wordpress.com

Previous

Het tweemansorkest van Oguz Büyükberber en Tobias Klein

Next

Een prettige reis door het hoofd van Louis Armstrong

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook