Pianist Bill Carrothers is een bijzondere musicus. Albums bijvoorbeeld bereidt hij nooit voor. “Ik bedenk van tevoren niet hoe ik een opnamesessie wil laten klinken. Ik heb geen vooropgezette ideeën. De muziek leidt haar eigen leven in de studio en we komen allemaal gewoon langs voor de rit.” Hij is regelmatig op tournee geweest, maar met al dat gereis heeft hij niet zoveel. ‘Home is where the heart is’, is in het bijzonder bij zijn gezin op het schiereiland van Michigan. Zijn passie is geschiedenis, de stilte is zijn beste vriend.

Een mijlpaal in het oeuvre van Bill Carrothers is het bijzondere dubbel-pianoalbum met pianist Marc Copland; No Choices heeft de jazzworld ademloos achtergelaten. Op zijn album Love and Longing (2013, La Buisonne) bewijst Carrothers dat ook zijn vocale kwaliteiten van hoog niveau zijn.

Bill Carrothers (Minneapolis, 1964) begon zijn carrière als tiener, als lokaal bandlid. In 1988, verhuisde hij naar New York. Carrothers heeft regelmatig getourd door de VS en Europa. In de jaren negentig speelde hij in het kwartet van Bill Stewart, samen met Scott Colley en Herwig Gradischnig. Er staan inmiddels negentien plaatopnames op zijn naam, maar ook als begeleider heeft Carrothers zijn sporen ruimschoots verdiend. Zo staat zijn naam op de platenhoezen van (onder vele anderen) Curtis Fuller, Lee Konitz, James Moody, Gary Peacock, Dewey Redman, Charlie Rouse en Toots Thielemans.

Bill CarrothersBill, je professionele carrière omspant nu inmiddels drie decennia. Hoe kijk je aan tegen de muzikale ontwikkelingen sinds je bent begonnen met optreden?
Jazz richt zich steeds meer op de wereldmuziek. Minder swing, minder ‘storytelling’. Het wordt ook steeds minder emotioneel, afstandelijker, minder met het hart. Ik heb vaak het gevoel dat improviserende musici zichzelf niet meer kunnen zijn als ze spelen. Waarschijnlijk voelen ze zich veilig bij deze emotionele distantie.

Je hebt al op jonge leeftijd voor de piano gekozen. Waarom dit instrument?
Ik speel al piano vanaf mijn vijfde. Het instrument is dus altijd een onderdeel van mijn leven geweest. Ik speel piano omdat mijn moeder vond dat piano een onmisbaar onderdeel is van de muzikale opleiding.

Welk instrument zou je hebben gekozen als je geen piano zou spelen?
Naast piano speel ik graag drums. Ik ben er niet bijzonder goed in, maar ik geniet er wel van.

Je hebt samengewerkt met zoveel sublieme muzikanten. Wat heb je van deze samenwerkingen opgestoken?
Ik heb van iedereen met wie ik door de jaren heen speelde iets opgestoken, maar ik kan je werkelijk niet vertellen wat ik van wie heb geleerd. Er is één uitzondering: Billy Higgins. Hij was de eerste echt grote drummer met wie ik ooit samenwerkte en zijn pure liefde voor de muziek die hij op mij overdroeg tijdens onze optredens, is mij altijd bijgebleven. Hij is een ware mentor voor me geweest.

Je hebt naast Billy Higgins ook andere helden. In je jeugd werd je geïnspireerd door Clifford Brown, Oscar Peterson en Shirley Horn. Wie doet dat tegenwoordig?
Ik word nu meer geïnspireerd door de plaats waar ik woon en mijn dagelijkse gezinsleven dan door bepaalde muzikanten of muziek. Familie, bomen, open ruimte, eenzaamheid.

Wat betekent stilte voor je?
Thuis.

Je hebt je eigen pianotrio, je speelt solo, je participeert in duetten, in welke samenstelling voel je je het beste thuis?
Ik heb geen favoriete samenstelling. Het gaat mij primair om de muziek die ik mooi vind en daarna ga ik op zoek naar de mensen die op dezelfde manier als ik tegen deze muziek aankijken. Ik prefereer het open einde. Ik ben wars van de controverse en laat me graag gaan. Ik speel elk optreden alsof het mijn laatste is. Zolang ik op deze manier kan blijven spelen is het formaat irrelevant.

Op enkele albums bespeel je de Fender Rhodes. Je bent een van de weinige jazzmuzikanten die zo verfijnd een elektrisch instrument kan bespelen. Wat trekt je zo aan in dit instrument?
Ik heb altijd van het geluid van de Rhodes gehouden vanwege de contrastrijke toon. Enerzijds de heldere, schelle klank in de hogere octaven en in de lagere regionen die grommende toon. Het is een heerlijk instrument om te bespelen. Jaren terug sleepte ik mijn Rhodeskoffer overal naar toe. Helaas speel ik de laatste tijd amper meer op de Rhodes. Het is zo’n gedoe om er een tournee lang mee rond te sjouwen. Ik ken overigens weinig collega’s meer die dit nog wel doen. Het ding is enorm groot en loodzwaar.

Je bent een verhalenverteller en tegelijkertijd een liefhebber van geschiedenis. Dat is te horen op enkele thema-albums die zijn gewijd aan de geschiedenis van de Burgeroorlog (1861-1865) en het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918. Hoe heb je deze albums voorbereid?
Ik bereid albums nooit voor. Ik selecteer bepaalde muziek omdat ik er van houd en kopieer de partijen voor de andere muzikanten om samen te kunnen spelen. Ik bedenk van tevoren niet hoe ik een opnamesessie wil laten klinken. Ik heb geen vooropgezette ideeën.

Armisitice 1918 werd bijna volledig geïmproviseerd. De meeste mensen die de opname horen denken dat ik deze  vooraf heb gecomponeerd, gepland en uitgedacht. Maar helaas voor deze mensen: zo slim ben ik niet!

Ik selecteer de musici waarvan ik vermoed dat ze iets moois kunnen bijdragen aan de muziek. Dat zijn de mensen die ik graag hoor spelen, en dan laat ik ze zo veel mogelijk hun ding doen. Het grootste deel van de albums die ik heb opgenomen klonk na afloop compleet anders dan ik van tevoren had bedacht. De muziek leidt haar eigen leven in de studio en we komen allemaal gewoon langs voor de rit. En uiteindelijk accepteren we het eindresultaat.

Bill CarrothersIk denk dat veel hedendaagse opnames worden uitgevoerd als een soort proefschrift, waarin elke stelling moet worden getoetst. De studio wordt door veel van mijn collega’s gezien als een plek waar volmaaktheid moet worden bereikt. Ik kijk er op een andere manier naar. Een opname is een  plaats- en tijdgebonden beleving van een of twee dagen. Het is – kortom – een momentopname. De liefde voor de muziek en voor elkaar is, naar mijn mening, veel dwingender. Ik bewerk dus vrijwel nooit mijn muziek. De opnames komen op cd zoals we ze gespeeld hebben, inclusief de missers, de fouten, de ongeplande frases. De kans dat je mensen bereikt met je muziek is veel groter als je ook de sfeer hebt vastgelegd waarin zij is ontstaan.

In 2013 heb je een solo-album opgenomen met de titel ‘Love  and Loneliness’. Behalve een begenadigd pianist blijk je ook een prachtige stem te hebben. Hoe kijk je terug op dit album?
Toen Gerard (de Haro, producent, red) me uitnodigde voor dit project, was ik verrast. Ik had nooit verwacht dat men van mening is dat ik een goede stem heb. Het album kwam ongepland en ik heb het in alle vrijheid kunnen opnemen. Hoe dan ook, het was leuk om te doen.

Je speelt ongeveer twaalf weken per jaar in Europa. Ervaar je in artistiek opzicht verschillen met de VS?
Ik denk dat op artistiek gebied de verschillen grotendeels verdwenen zijn. Natuurlijk is er momenteel nog veel meer financiële steun voor de kunst in Europa, maar die steun is langzaam aan het verdwijnen.

En wat als deze steun helemaal verdwenen is? Heeft jazz dan nog toekomst?
Ik hoop het, maar wie weet? Kunstvormen komen en gaan, want ze zijn een afspiegeling van de tijd waarin ze zijn ontstaan. Zodra een kunstvorm niet langer de pathos en de ziel van een bepaalde tijd uitdrukt, is deze niet langer relevant en sterft onvermijdelijk uit.

ROBIN ARENDS
beelden beschikbaar gesteld door Bill Carrothers

www.carrothers.com

Previous

Wolfert Brederode Trio dromerig en uitbundig

Next

Enrico Pieranunzi eert met zang trompet van Chet Baker

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook