Jasper van ’t Hof en Paul van Kemenade

De 24e editie van Stranger Than Paranoia, het jaarlijkse festival dat zich improvisatie als hoogste doel stelt, werd geopend met maar liefst een dubbele improvisatie. Het duoconcert van altsaxofonist Paul van Kemenade en toetsenist Jasper van ’t Hof had ontregeld kunnen worden door een haperende computer, maar Jasper van ’t Hof ging meteen improviserend aan de slag met de improvisaties die beide musici zichzelf hadden opgelegd.

“Mijn computer crashte”, lachte Jasper van ’t Hof na afloop van het concert. “Ik hoorde een heel ander orkest achter me. Maar ja, dan maar zonder computer.” En Paul van Kemenade: “Ik heb er niets van gemerkt. De ‘vibes’ tussen ons waren gigantisch.” En dat kan slechts worden onderschreven, want het openingsconcert van het 24e Stranger Than Paranoia-festival had het begrip ‘improvisatie’ geen grotere eer kunnen betuigen. Hier stond een kleine honderdtwintig jaar ervaring op het podium, geworteld in de rijke jaren van de Nederlandse (jazz)-improvisatiemuziek die maakte dat geen berg te hoog en geen zee te diep is. Het valt te hopen dat deze fabuleuze twee-eenheid in welke vorm dan ook een vervolg krijgt.

Hermine Deurloo

ZWAAR AANGEZET

Jasper van ’t Hof opende het concert met grote, zwaar aangezette stappen op de piano. Kort daarna schoof de altsaxofoon van Paul van Kemenade binnen. Van ‘t Hof, een van de eerste pioniers van elektronica in de jazz, legde achter de vlammende altsaxofoon een elektronisch klankgordijn, waarna het ware duel begon met de oneindige ritmes, tempi en melodieflarden die Jasper van ’t Hof aan de elektronica ontrukte. Zodoende werkte hij naar een punt toe dat bijna bruut overweldigde, waarbij de musicus grijnzend, neuriënd en zingend bovenop zijn instrumenten dook. Om in de stemming te blijven: dit eerste stuk had geen titel.

Het tweede wel: de klassieker Round Midnight. Zoals het hoort bij vrije improvisaties werd het thema volledig uit elkaar getrokken, waarbij het duo zonder enig houvast bekeek hoe je in een nieuwe, op dat moment onbekende vorm, naar het basisgegeven kunt terugkeren. In Dry Four klonk de Fender Rhodes als een loeiend orgel en werd kraakhelder uitgelegd dat een duo in de vrije improvisatiemuziek slechts de naakte, onverbloemde waarheid van musiceren dient bloot te leggen. Dance On The Water bleek een proeve van bekwaamheid, want als luisteraar had je geen flauw benul van welke maatsoort de musici zich bedienden. Hadden zij dat zelf wel, vroeg je je af naarmate het nummer vorderde. Toch wel, want het was een indrukwekkend slot van een concert dat meermalen elektronische donderwolken boven zich voelde over trekken en in evenwicht werd gehouden door het fysieke evenwicht dat die ene, akoestische altsaxofoon neerlegde.

Marciano Madretsma alias Sniggy

Het tweede optreden werd verzorgd door Marciano Madretsma, wiens artiestennaam Sniggy in bepaalde kringen een stuk bekender is. ‘In bepaalde kringen’, want Sniggy beoefent de edele kunst van het beatboxen, een fenomeen dat in de wereld van de jazz vrijwel onbekend is. Met een microfoon half in zijn mond ziet Sniggy kans allerlei instrumenten te laten klinken. Beats vooral, maar ook talloze andere vormen van vocale percussie. Beatboxing ontstond ooit in de arme, zwarte wijken van de Amerikaanse grote steden, waar bij gebrek aan instrumenten mensen met hun mond drums gingen imiteren. Geen wonder dat beatboxen al snel zijn intrede deed in kringen van rap en later van hiphop.

GROTE VOORBEELD

Belangrijkste exponent van beatboxing is pionier Rahzel (Rahzel M. Brown), Sniggy’s grote voorbeeld. Analoog aan zijn beatboxkunst liet de Nederlander horen hoe hij beat en chorus tegelijk kan laten klinken. Met zijn eigen vertolking van het muzikale thema uit de film The Godfather nam hij het dolenthousiaste publiek helemaal voor zich in: thema, ritme en de stem van hoofdrolspeler Marlon Brando allemaal tegelijk, hoe knap! De sympathieke Sniggy verzorgde een kort optreden, dat best langer had mogen duren. Want hier was een echte muzikale ambachtsman aan het werk.

Rembrandt Frerichs

Het kwartet van Hermine Deurlo, Rembrandt Frerichs, Jörg Brinkmann en Julian Sartorius sloot de eerste avond af. Met werk van de pas uitgekomen cd Living Here werd een soort roadtrip gemaakt door het land van de belevenissen van iedere musicus afzonderlijk. Het concert werd geopend met A Long Story Short, waarmee een twinkelende piano Arabisch aandoende celloklanken introduceerde en de entree verzorgde voor de chromatische mondharmonica van Hermine Deurloo. In Achiltibuie, vernoemd naar een dorpje in Schotland, kreeg de piano het zwaar te verduren, omdat Rembrandt Frerichs er tot een keer of vijf toe een zakje met inhoud – “Twee oude sokken met bonen, die ik ‘beanbags’ noem” – op smeet. En tegelijkertijd werd duidelijk welk een zeggingskracht Hermine Deurloo op haar mondharmonica heeft ontwikkeld. Zeker als er – met de piano voorop – door de andere instrumenten accenten onder en naast haar zo soepele spel worden geplaatst.

Jörg Brinkmann

Dat Jörg Brinkmann een volstrekt eigen benadering van de cello heeft, was allang duidelijk. De cello als een gitaar in de schoot leggen is één ding, maar hem bij de lichte klank van de mondharmonica inzetten als begeleidende baspartij – uiteraard lichter klinkend dan de gebruikelijke contrabas – was een interessante vondst. De Zwitserse slagwerker Julian Sartorius, die deze avond de op de cd Living Here meespelende Jim Black verving, is vooral een man van beklemtoningen. Soepel passend in het concept van dit kwartet. Maar hoe hij ook licht percussief kan spelen bleek in Misha Mengelbergs Zombi Zua.

Julian Sartorius

KREUNERS EN KLAGERS

Stranger Than Paranoia wordt op 27, 28 en 29 december voortgezet in Paradox. Ga als muziekliefhebber vooral niet af op de programmering zoals die op papier staat. De eerste avond heeft bewezen dat kreuners en klagers die de wijsheid in pacht menen te hebben met verzuchtingen als: ‘Tja, wat moet ik nu van deze programmering denken? Het is allemaal geen Archie Shepp of Mal Waldron of David Murray” beter de benenwagen nemen en onderweg gaan naar Paradox. Want de eerste 2016-festivalavond heeft aangetoond dat Stranger Than Paranoia het niet alleen wil hebben van de improvisaties, maar zeker – en nog altijd – ook van de verrassingen en confrontaties.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

Stranger Than Paranoia
Paradox Tilburg, 23 december ’16

Jasper van ’t Hof ontmoet Paul van Kemenade
Jasper van ’t Hof – piano, toetsen en elektronica
Paul van Kemenade – altsaxofoon

Marciano Madretsma alias Sniggy – beatbox

Kwartet Deurloo-Frerichs-Brinkmann-Sartorius
Hermine Deurloo – mondharmonica
Rembrandt Frerichs – piano
Jörg Brinkmann – cello
Julian Sartorius – slagwerk

www.strangerthanparanoia.com

Previous

Jean Paul Estiévenart (rondetijd 07.09,83)

Next

Het Orgel Trio zet muziek Charlie Parker in nieuw kader

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook