‘We zouden altijd moeten beseffen dat gevoeligheid en emotie de ware inhoud vormen van een kunstwerk’. Dit is een uitspraak van Claude Debussy. Een andere komt van Maurice Ravel: ‘Muziek moet op de eerste plaats emotioneel zijn en dan pas intellectueel.’

Claude Debussy en Maurice Ravel hebben een aantal kenmerkende overeenkomsten. Beiden waren componist en alle twee afkomstig uit Frankrijk. Beiden waren tijdgenoten, die leefden in zowel de negentiende als de twintigste eeuw. Beiden ook zijn dragers van wat men in de klassieke muziek ‘Impressionisme’ noemt. Beiden openden met hun opvattingen over muziek de deur naar het latere ‘Expressionisme’. En beiden raken met hun uitspraken over muziek alle niveaus ervan.

Ook al breng je het bovenstaande niet meteen met hem in verband, de overeenkomsten hebben alles te maken met pianist Jeroen van Vliet. De Tilburger komt weliswaar niet uit Frankrijk en leeft in de tijd van nú, maar op zijn spel zijn zowel de kenmerken impressionistisch als expressionistisch van toepassing. Bovendien is hij componist en niet zomaar eentje. En had hij dezelfde uitspraken kunnen doen als die van zijn beroemde voorgangers. Zijn pianospel draagt dat uit met elke noot.

Jeroen van Vliet is sinds enkele jaren aan een opmerkelijke zegetocht bezig in het land van de geïmproviseerde muziek. In januari 2014 presenteerde hij twee opmerkelijke cd’s: een met het trio OGU en Wait, een solo-album dat de meeste aandacht trekt. De titel slaat zowel op het feit dat het pas zijn tweede soloplaat is in bijna dertig jaar muzikantschap, als op de aard van zijn muziek.

DIEPTE

JazzNu_Jeroen-thuis1Jeroen van Vliet is een van die uitzonderlijke talenten die het karakter van muziek kunnen duiden. Dat verstaat hijzélf onder  impressionisme. Waarbij hij de diepte induikt en de muzikale verhoudingen zonder uitzonderingen voor ogen houdt. “Niet iets groter of anders maken”, zegt hij daarover. Bij hem is muziek waarachtig, met als enige bedoeling het muzikale beeld dat hij voor ogen heeft, vorm te geven.

Die nieuwe solo-cd Wait geeft daar een fraai beeld van. Improviserend en drijvend op zijn intuïtie komen zestien klankjuwelen voorbij. De pianist  overschrijdt daarmee alle grenzen. Want hoewel liefhebbers hem labelen als jazzpianist, raakt hij evenzeer aan én over klassieke grenzen. En doordat hij die klassieke beperkingen ook al weer overschrijdt, betreedt hij met gemak alle muziekgebieden op deze wereld.

Vanuit de jazztraditie hoor je reuzen als Paul Bley, Abdullah Ibrahim, Mal Waldron en Cecil Taylor doorschemeren; vanuit de wereld van de klassieke muziek Sergej Prokofjev, Robert Schumann, Johannes Brahms, Sergej Rachmaninov en Erik Satie. Altijd is daar echter Jeroen van Vliet, zoekend en tastend, maar immer wetend waar hij uitkomt. Soms met klaterende clusters, een andere keer met intervallen van stilte. Want zei Debussy ook niet: ‘Muziek is de stilte tussen de noten’?

Wait is in oktober 2012 opgenomen in de beroemde Rainbow Studio in Oslo. De plaat is echter pas in 2014 uitgekomen. “De muziek heeft zes maanden op de plank gelegen, omdat ik nogal onzeker was over het resultaat”, vertelt Jeroen van Vliet. “Ik zat in m’n uppie in de studio, waar ik werkte met een technicus die zich nogal afzijdig hield. Daardoor had ik geen reflectie. Aan het einde van de middag kwam er gelukkig iemand de regiekamer in. Vreemd wat er toen gebeurde: mijn spel veranderde. Musiceren bestaat immers bij de gratie van de luisteraar. Soms kun je dat voor jezelf fantaseren, maar als dat niet lukt, is het heel onhandig.”

GROOT BREIN

De zestien stukken op de cd met titels als ‘Space’, ‘Feather’, ‘Light’ en ‘Cycle’ typeren het spel van Jeroen van Vliet. Het zijn intuïtieve, intieme voortbrengselen van een groot brein. Ze vormen een  geestgrond die ruimte verschaft voor lyriek en improvisatie, voor klankrijkdom en klankkkleur, voor weglaten en helderheid. Om zo tot de essentie te komen van hetgeen je als musicus wilt uitdrukken. Derhalve tot de uitspraken van Debussy en Ravel zoals die aan het begin van dit artikel zijn opgetekend.

Het pianospel van Jeroen van Vliet is vanaf het begin doordrenkt geweest van bedachtzaamheid en lyriek. De omschrijving ‘impressionisme’ komt daarom niet zomaar uit de lucht vallen. Daarmee onderscheidt hij zich van de meeste andere jazzpianisten. Toch heeft hij pas de afgelopen jaren naam gemaakt, zowel nationaal als internationaal.

Jeroen van Vliet verklaart dat zelf het beste. “Ik was vele jaren pianist in het Paul van Kemenade Quartet. De piano speelde daar geen erg grote rol. Ik heb nadat ik bij Paul ben weggegaan, zelf wat meer ruimte voor de piano genomen. Een half jaar na Paul ben ik met trompettist Eric Vloeimans gaan spelen. Ik kwam er daar achter hoe comfortabel het is om in een goed draaiende band te zitten. Bovendien heeft het andere netwerk van Eric en de andere podia die ik met hem deel, ook meer zichtbaarheid gebracht.’

“Bij Paul van Kemenade had ik meer een jazzrol. De band was ook groter. Pauls eerste kwartet was een heel hechte groep, met veel smoel. Het kwintet dat daarna kwam, was wezenlijk anders. Later bij Quadrant van Eric van der Westen had ik een andere inbreng, omdat de piano meer op de voorgrond stond. Daardoor waren lyriek en improvisatie veel meer één.”

INDIVIDU

JazzNu_Jeroen-thuis2Begeleider in de eerste fase van zijn muzikale carrière; de laatste jaren meer en meer als individu in de wereld van de geïmproviseerde muziek. Dat tekent zeker het verloop van Jeroen van Vliets loopbaan. “Ik ben weliswaar minder frontman dan ik heel vroeger ooit dacht te kunnen zijn. Maar ik weet muzikaal wel wat ik wil. Je kunt niet iets doen wat niet bij je past. Met muziek heb ik een intieme relatie, soms is het tegenstrijdig dat er een carrière aan vastzit. Dat ik teruggetrokken ben van nature kan ik niet loochenen, maar ik probeer wat ik kán met mijn bescheidenheid in balans te brengen.”

Wat hij ook heeft gedaan, Jeroen van Vliet is bewust nooit losgeraakt van zijn bronnen. Hij studeerde klassieke piano, maar luisterde tegelijkertijd naar jazzpianist Paul Bley. “Zijn plaat Open, To Love is heel belangrijk geweest voor mijn ontwikkeling. Hij bevat naast lyriek heel contrapuntische muziek, zoals die van Bach en Mozart. Die laatste is overigens mijn andere grote bron, vanwege zijn helderheid. Lyriek kan alleen maar floreren in een heldere klank en een helder procedé. Ik was laatst aan het afwassen terwijl een van Mozarts pianoconcerten op de radio werd gedraaid. Toen besefte ik dat mijn klankideaal voor de piano daar vandaan komt. Heel bijzonder dat componisten zoals Mozart en ook Beethoven na honderdvijftig jaar nog zo klinken.”

Keith Jarrett beïnvloedde de Tilburgse pianist eveneens. “Ook hij is een groot lyricus en iemand van de klank. Die man heeft zo’n bijzondere dingen neergezet. Veel pianisten willen klinken als hij. Jarrett is een man van het instinct.”

INTUÏTIE

Maar dat is hijzelf toch ook? “Ik zou het liever intuïtie willen noemen. Ik word meer gevoed door de mensen met wie ik speel; binnen de groep Estafet bijvoorbeeld, maar ook als begeleider van (de Duits-Afghaanse zangeres, RvdH) Simin Tander. Ik ben geen echte tekstman, meer van de emotie. Bij Simin lees ik haar teksten van tevoren goed door en probeer er dan een beeld bij te maken. Over dat beeld leg ik de klank, daar zit voor mij de beleving van muziek. Tijdens het concert hoor ik de woorden van Simin niet eens meer.”

De Fender Rhodes speelt sinds een aantal jaren een grotere rol bij Jeroen van Vliet. “Ik bracht het instrument voor het eerst naar buiten in de groep van Pascal Vermeer. Ik was toen nog zoekende. De Fender heeft mij altijd geïntrigeerd. Na 2000 liet ik mijn instrument reviseren, waardoor ik over een veel betere manier van versterken kon beschikken. Vergeleken bij een echte vleugel is een Fender leuk speelgoed. De effectapparatuur lijkt ook op speelgoed, maar dan meer richting pop. Als je er maar mee kunt zeggen wat je wilt.”

Jeroen van Vliet beseft uiteraard zelf ook dat zijn spel is geëvolueerd. “Voor mijzelf is het een kwestie van schaven. Meer weglaten dan toevoegen. Ik ben een experimenteerder geworden en ook verwanter geraakt met de wereld van de beeldende kunst dan die van de muziek. In de muziek is het een soort sport geworden om veel te studeren en dan te zien of daar een olympische vaardigheid uit voortkomt. Maar als je werkelijk voor creativiteit wilt gaan, gaat het daar niet om. Ik wil steeds kijken naar de essenties, welke kleur ik wil neerzetten. Vaardigheden kunnen mij in de weg zitten, als ik voel dat ik daaraan afgemeten word.”

IMPROVISEREND PIANIST

Dient de vraag zich aan of Jeroen van Vliet zichzelf ziet als jazzpianist of misschien nog wel als klassiek pianist? “Ik ben een improviserende pianist. Het maakt mij niet zoveel uit of het jazz wordt genoemd, dat is zó’n breed begrip. Klassiek heeft een enorm rijke traditie, met haar klank, dynamiek en articulatie. Dat zijn precies de vaardigheden die je nodig hebt. Je moet je heel bewust zijn van de klank. Toen ik een vleugel aanschafte, heeft dat enorm veel gedaan met mijn spel. Binnen de muziek gaat het altijd over fenomenen, niet over repertoire.”

En hoe zit het dan met improvisatie? “Dat is een kwestie van heel alert zijn. Je moet als musicus niet spelmatig bezig zijn, maar ontvangend. Je instrument, het podium, de omgang met je publiek, het is altijd anders. Je hoeft alleen maar goed op te letten wat er binnen valt. Dan ga je met een idee experimenteren. En nee, daar zit niets herhalends in, dat is telkens nieuw. Daarom is improviseren zo leuk. Dat cultiveer je.”

Muziek zo uit de geest, dan dient zich de vraag aan of daar enige spiritualiteit of religie aan ten grondslag ligt. “Nee”, is het antwoord, “maar wel filosofie. De reflectie ervan hoor je in mijn muziek. Ik ben heel erg de waarnemer aan de zijlijn. Dat zet ik in tijdens het spelen. Ik ben mijn eigen luisteraar. Dat kan alleen maar met een andere positie: die van de waarnemer dus. Ik heb nogal wat gegrasduind in filosofische boeken. Dat heeft mijn levensbeschouwing gevormd, maar me vooral uitgenodigd te beleven wat er nu is. Muziek is immers een tijdsding, de belevenis van nu.”

 

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

Previous

No More Stories.

Next

Buma Boy Edgarprijs voor Jeroen van Vliet

1 comment

  1. Mag ik weten bij wie u uw Fender Rhodes heeft laten reviseren? Ik zoek een vakkundig en betrouwbare vakman.

    Met vriendelijke groet, Wout Bosma, Dordrecht.

Comments are closed.

Lees ook