Hij is amper dood, maar nu al ontbrandt zich de strijd om de vraag of B.B. King wel de juiste vertolker was van de blues. De gitarist/zanger met de erenaam King of the Blues, overleed op 14 mei in een hospice in Las Vegas, 89 jaar oud. Volledig opgebrand en tijdens de laatste jaren van zijn leven uitgebuit door managers en zijn familie.

B.B. King zal altijd herinnerd worden als de man die de blues naar het blanke publiek bracht. Deze muzieksoort behoort tot het erfgoed van de Verenigde Staten, is een uiting van volksmuziek, zoals country&western en jazz dat ook zijn. Maar blues was tot pakweg de jaren zestig van de vorige eeuw voor blanken ook muziek om bang van te zijn. Of je op zijn minst ervan af te wenden. Het was immers de uiting van de doodarme, zwarte Afro-Amerikaan, die gebogen over een gitaar of met een mondharmonica aan zijn tandeloze mond, zijn leed en verdriet voor zijn schamele woninkje uitkrijste. Zijn verdriet over het gebrek aan eten en werk, over een kapotte liefde, over ziekte en dood, over versterving hier op aarde met als enige troost het vooruitzicht op de zegen van de Heer.

Blind Lemon Jefferson, die leefde van 1897 tot 1930, Big Bill Broonzy (1893-1958), Memphis Slim (1915-1988), Robert Johnson (1911-1938), Leadbelly (1885-1949), Howlin’ Wolf (1910-1976) en Muddy Waters (1915-1983) zijn slechts enkele van de namen die de blues zijn vorm gaven en via grammofoonplaten door de Verenigde Staten verspreidden. Het waren ook de musici die bij de opkomst van de popmuziek in de jaren zestig inspirator werden voor groepen als The Rolling Stones, Derek & The Dominos, The Animals en andere. Ineens was de blues niet meer voorbehouden aan die zwarte, onbeduidende Afro-Amerikaan, maar werd hij onderdeel van de nieuwe kunstvorm die popmuziek heette.

ZWARTE JOCHIE

Maar het waren ook deze Amerikaanse bluesvertolkers, die het in 1925 als Riley Ben King geboren zwarte jochie uit Itta Bena in Mississippi op het pad van de muziek van zijn voorouders brachten. Van de vijftien dollar die hij per maand als ‘home boy’ bij een welgestelde familie verdiende, kocht hij zijn eerste gitaar, nam lessen bij een oom en later bij zijn beroemde neef Bukka White en trok eind jaren veertig naar Memphis. Een reis van een dikke honderd mijl, maar voor Riley Ben King even ver als zou hij naar Londen of Tokio zijn gereisd.

In Memphis kwam hij terecht bij de Sun Studio van Sam Phillips. Die werd enkele jaren later wereldberoemd, omdat Elvis Presley er maar liefst 23 stukken ging opnemen. Riley Ben King, die zijn naam inmiddels had omgedoopt in Blues Boy King – B.B. – had in 1951 zijn eerste hit met Three O’Clock Blues en daarna ging het alleen maar richting hemel. B.B. King, in 1969 voor de eerste keer Europa bezoekend, werd wereldwijd het troeteldier voor met name de bluesliefhebber die deze stijl middels de popmuziek – en daardoor veelal blanke vertolkers – had leren kennen.

Met 250 concerten, een aantal dat hij tot enkele jaren voor zijn dood elk jaar haalde, bereikte B.B. King de grote massa’s. Jazz- en andere muziekfestivals werden zijn podium, zijn faam evenaarde die van popidolen als The Beatles, Michael Jackson, Prince en Madonna. En overvleugelde de roem van andere zwarte bluesmusici die zich op de markt van de popmuziek hadden gestort onder wie Chuck Berry, Bo Diddley en Little Richard. B.B. King bleef zich namelijk strakker in het nauwe hokje van de zogeheten Deltablues ophouden, waardoor invloeden van popmuziek minder kans kregen zich in zijn spel te nestelen.
B.B._King_3011710050VIBRATO

Intussen ontwikkelde B.B. King zijn onmiskenbaar eigen stijl: op gitaar zijn met vibrato uitgeruste linkerhand – later door zovele rockgitaristen gekopieerd – zijn staccato gespeelde noten, zijn bij zang getuite of scheef weggetrokken mond. En vooral zijn muzikale concept, dat een mengeling was van (de oude, zwarte) blues, jazz, swing – Django Reinhardt was een van B.B. Kings gitaarafgoden – mainstream, pop en jump.

B.B. King ging hits scoren. De bekendste was The Thrill Is Gone, geschreven in 1951 door de Westcoast bluesmusici Roy Hawkins en Rick Darnell. Later nam B.B. King het nummer nog eens op met Tracy Chapman. Maar ook Ain’t Nobody Home, To Know You Is To Love You en I Like To Live The Love bestormden hitparades. Wellicht zijn de twee laatstgenoemde composities geïnspireerd door het onstuimge liefdesleven van B.B. King, die slechts twee keer trouwde, maar algemeen bekend stond als womanizer.

B.B. King trad een aantal malen op tijdens het North Sea Jazz Festival in Den Haag, later in Rotterdam. De megazalen van het festival konden de bezoekers aan zijn concert nauwelijks bergen. B.B. King, die een uitermate beminnelijke man was, bleef toeren en toeren. Hoewel hij in 2006 officieel afscheid nam, bleef hij tot vorig najaar optreden. Maar dat had hij beter niet kunnen doen. In een rolstoel op podia gehesen, veelal zittend en het concert aan zijn medemusici overlatend, kon niet anders worden geconcludeerd, dan dat de blueslegende uit zijn aftakeling nog financieel gewin wilde halen.

DOLLARKOORTS

Dat is hem door vele van zijn fans niet in dank afgenomen. Ongeacht of hij dat onder druk deed van geldlustige managers of dat de dollarkoorts ook hemzelf had bevangen, blijft het feit dat hij er zijn gloedvolle carrière volledig mee ontkrachtte. B.B. King, immer overdadig behangen met goud, juwelen en dure horloges en altijd strak in het pak gestoken, is wellicht de enige persoon die rijk is geworden van de blues. De man die ooit zei “Jazz is de grote broer van de blues. Als iemand blues speelt zoals wij, gaat hij elke dag naar school. Bij jazz gaat hij naar de universiteit”, is door zijn keuze om tot het gaatje te gaan, teruggekeerd naar de kleuterschool. Dat is niet eens blueswaardig.

RINUS VAN DER HEIJDEN

 

Previous

Bill Laurance wonderkind van heden en toekomst

Next

Tony Overwater: alle muziek van de wereld op één album

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook