Als je in vroeger tijden, bij leven van Dexter Gordon, deze tenorsaxofonist in huis haalde, wist je bij voorbaat dat muzikaal succes was verzekerd. Als hij tenminste weer eens was afgekickt. Toen de Amerikaan in januari 1963 neerstreek in Nederland, was dit zijn eerste bezoek aan dit land. Geen wonder dat er reikhalzend naar werd uitgezien, want Dexter Gordon had in zijn geboorteland grote faam opgebouwd als een van de eerste bebop tenorsaxofonisten, in het spoor van altist Charlie Parker.

In 1957 richtte Jaap van de Klomp in een werfkelder aan de Oude Gracht in Utrecht de Modern Jazz Club Persepolis op. Zes jaar later lukte het hem na grote inspanningen om Dexter Gordon voor twee concerten naar ‘zijn’ Persepolis te halen. Hij moest er het in die tijd exorbitante bedrag van 1.157,40 gulden voor neertellen. De publieke belangstelling viel tegen: op het eerste concert kwamen tweehonderd mensen af, op het tweede honderdvijftig. De VARA-radio nam de concerten op, van die van zondagavond 20 januari 1963  stamt deze cd Dexter Gordon in the Cave – Live at Persepolis Utrecht 1963. Zoals in die tijd gebruikelijk zochten Amerikaanse musici die naar Europa kwamen in de landen waar ze optraden naar musici die hen konden begeleiden.

Voor Nederland waren dat pianist Rob Madna, contrabassist Ruud Jacobs en slagwerker Cees See. Behorend tot de eerste categorie moderne jazzmusici in Nederland. En daarmee meteen behoorlijke faam opbouwend. Op de elf stukken op deze Dexter Gordon in the Cave zijn zij vooral dienend – het was niet anders in die tijd – maar niettemin binnen deze beperkte mogelijkheden tonen zij zich als musici die zichzelf toestaan ook persoonlijke franjes aan de muziek toe te voegen. Dat geldt met name voor Rob Madna die aan de eenduidige swing van deze ritmesectie een fraaie melodievorming toevoegt.

Dexter Gordon zal zeker tevreden zijn geweest over zijn Nederlandse begeleiders, want zij werden niet alleen onvoorbereid voor deze kar gespannen, vergeleken met hun Amerikaanse vakbroeders stond moderne jazz hier nog in de kinderschoenen. Geen wonder dat hun inspanningen ver in hun schulp bleven. En Gordon het moest doen met hetgeen de ritmesectie hem kon bieden. Versierde swing was vooral voorbehouden aan de solist. Dat is te horen in Yesterdays en eveneens in Bennie Green’s I Want To Blow Now, met een fraai intro van Rob Madna en Ruud Jacobs. Jammer is het dat Gordon het thema zingend inzet en het publiek moet participeren met ‘Go Ahead’. Mode in die jaren, ingegeven door de Amerikaanse amusementsindustrie. Dat het nog flauwer kan blijkt als de tenorsaxofonist Down By The Riverside parafraseert. Alle overige eventuele schoonheidsfoutjes worden goedgemaakt in Dexter’s Deck, met scheurend spel van Gordon en een enorme glansrol voor Cees See.

Hoewel Lester Young een van zijn grote voorbeelden was, had Dexter Gordon weinig van deze fluweelzachte tenorsaxofonist. Dat blijkt op deze cd overduidelijk. Gordons toon is veelal metalig, steeds op zijn minst balancerend boven het middenregister van zijn instrument. Naar verluidt zou John Coltrane een andere inspiratiebron zijn en omgekeerd zou Trane zaken van Gordon hebben opgepikt. Het zal wel. Feit is dat bijvoorbeeld de korte, sterk geblazen noten van Dexter Gordon bij Coltrane spoedig verdwenen in zijn beroemde ‘sheets of sound’. Gordon had veel meer weg van Wardell Gray, met wie hij vele tenor battles uitvocht en die op zijn beurt eveneens linkte aan Charlie Parker.

Zowel Wardell Gray als Dexter Gordon begonnen hun loopbaan als altsaxofonist. En dat is in de verdere rest van hun leven altijd hoorbaar gebleven. Beiden hebben het felle, bijtende geluid van de altsaxofoon altijd behouden. Het trage, in blues gedrenkte spel van Lester Young – ook beider voorbeeld – is bij beiden licht ondergesneeuwd en veelal slechts te onderscheiden in ballads. Die tweedeling in hun spel maakt dat warmbloedigheid plaats moet maken voor de weergave van de harde kant van het leven. Gevoed door beider drugsinname.

Het is echter tevens de basis voor de kracht van deze beide beboppioniers. Dexter Gordon in the Cave is er een imponerende illustratie van. Deze cd is niet alleen van historisch belang omdat het Gordons eerste Europese album is, maar tevens omdat de tenorsaxofonist op allerlei manieren laat horen dat de grondslag die hij met andere boppioniers neerlegde, nadien onafzienbaar kon worden  uitgebreid.

Dexter Gordon in the Cave is de zesde uitgave in de serie Dutch Treasures of Jazz, geïnitieerd door het Nederlands Jazzarchief. Je kunt niet genoeg benadrukken hoe loffelijk de inspanningen zijn van de producers Frank Jochemsen en Bert Vuijsje om de historische pareltjes uit de geschiedenis van de jazz, aan nieuwe (aankomende?) jazzliefhebbers op te dienen.

RINUS VAN DER HEIJDEN

Dexter Gordon in the Cave – Live at Persepolis Utrecht 1963
Dutch Treasures of Jazz / Nederlands Jazz Archief

Dexter Gordon– tenorsaxofoon
Rob Madna– piano
Ruud Jacobs– contrabas
Cees See– slagwerk

www.jazzarchief.nl

 

Previous

De vijf volle neven van Tita Tovenaar huizen in Gatecrash

Next

Marit van der Lei debuteert eigenwijs en met durf

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook