Het is opnieuw een bijzondere uitgave die het Nederlands Jazz Archief heeft verzorgd en uitgebracht: ‘Clifford Jordan – Beyond Paradiso 1969-1970’. Niet alleen omdat het de registratie is van een bijzondere Amerikaanse jazzgrootheid, maar ook omdat Nederlandse jazzmusici op dit album een glansrol vervullen.

Clifford Jordan is een reus op het gebied van de tenorsaxofoon. Waarom dat in brede kringen níet bekend is, dat laten we even rusten. Maar dat hij in 1969 in Nederland was voor een opname in Vara studio 7 en nog geen jaar later in – jawel – Paradiso, is toch een wapenfeit dat toendertijd misschien niet zo werd aangemerkt, maar dat nu de uitgave van deze muziek alleszins rechtvaardigt.

Clifford Jordan is vooral een swinger. Daarmee stamt hij uit de tijd van het swingtijdperk, maar veel meer ook uit dat van de bebop. Hij kreeg van beide belangrijke jazzperiodes veel mee, maar nooit genoeg: Jordan bleef een zoeker tot aan zijn overlijden in 1993 toe. Hoe diep geraakt moet hij zijn toen hij in de Vara-studio de handschoen opnam van Cees Slinger (met wie hij later nog tal van concerten samenspeelde), van Ruud Jacobs, Han Bennink en Steve Boston.

Deze bezetting wordt afgezet tegen die van het jaar daarop, met opnieuw Slinger, en daarnaast Jacques Schols en Martin van Duynhoven. Je hoort een wereld van verschil. De eerstgenoemde bezetting speelt vier stukken, de tweede drie. Tijdens het concert in Paradiso (met die tweede bezetting) manifesteert Clifford Jordan zich als voornoemde swinger; hij loopt voorop in de drie stukken die hier zijn vastgelegd. Gedurende het concert in de Vara-studio zijn het slagwerker Bennink en contrabassist Jacobs die Jordan het vuur wel heel erg na aan de schenen leggen. 

Hun inbreng is dwingender dan de wat timider spelende tenorsaxofonist die zich wel niet laat ondersneeuwen, maar vooral in het 12,5 minuut durende stuk Ouagadougou het hard te halen heeft bij zijn twee begeleiders die al een behoorlijke tik van de freee-jazzmolen hebben meegekregen. Bennink moet in dit Ouagadougou Jordan toch op een indrukwekkende manier hebben begeesterd, dat kan niet anders. Niet alleen door zijn geroep tijdens diens solo, maar ook door de wijze waarop hij uit de tredmolen van de toenmalige slagwerkers trad: opeenstapeling van diverse ritmes, het brutaal innemen van eigen ruimte, het was er toen allemaal al. En Ruud Jacobs was de soeverein heersende contrabassist, die in Doug’s Prelude én Ouagadougou middels korte soli alleen maar bewondering kweekte. 

Het is daarom opvallend dat die eerste set in de studio is opgenomen, maar wel verklaarbaar. Paradiso was aanvankelijk de plek waar het moest gebeuren, maar onderlinge trubbels waren er de oorzaak van dat deze muziektempel een maand dicht ging. Precies dus in de periode van het Clifford-Jordanoptreden. Dáár, de plek waar Hans Dulfer een concurrentiestrijd aanging met de popmuziek die er doorgaans werd geprogrammeerd en waar hij jazz binnenhaalde voor radio-opnamen, was het logisch dat de hardlopers in de oprukkende nieuwe jazz hun plek zouden krijgen. Overmacht verhinderde dat. Maar als je het 1970-concert afzet tegen dat van 1969, wordt ten overvloede duidelijk dat voor beide Paradiso een betere speelplek zou zijn geweest. Nou ja, het is niet anders.

Clifford Jordan – Beyond Paradiso 1969-1970 is een imposant document, wederom. Frank Jochemsen van het Nederlands Jazz Archief heeft het album op opnieuw een intrigerende wijze geproduceerd. Het laat een onterecht onderschatte jazzmusicus op het hoogtepunt van zijn carrière horen, als blues shouter, als swingmate, als componist en vooral als bewaarder van de jazztraditie. Precies zoals Frank Jochemsen zoveel jaren later, nu ook doet.

RINUS VAN DER HEIJDEN

CLIFFORD JORDAN

Beyond Paradiso 1969-1970

Nederlands Jazz Archief

(opname Vara Studio 7, 10 september 1969)
Clifford Jordan – tenorsaxofoon
Cees Slinger – piano
Ruud Jacobs – contrabas
Han Bennink – slagwerk
Steve Boston – conga’s

(opname Paradiso, 3 juni 1970)
Clifford Jordan
– tenorsaxofoon
Cees Slinger – piano
Jacques Schols – contrabas
Martin van Duynhoven – slagwerk

www.jazzarchief.nl

Previous

Brussels Jazz Festival mag dan onbekend zijn, het zindert wel

Next

Hoe Harald Walkate eigen muzikale uitleg geeft aan foto's Vivian Maier

Lees ook