Sommige mensen voelen zich geboren in de verkeerde huid. Misschien geldt dit ook voor Josee Koning, een Nederlandse zangeres die in de jaren tachtig kort in Brazilië woonde en daar het samba-, bossa-, choro- en MPB-virus (Música Popular Brasileira) opliep. Inmiddels doceert ze aan de conservatoria van Rotterdam en Amsterdam en wordt ze zelfs door Brazilianen erkend als een van de beste hedendaagse vertolkers van het genre. Hoe het komt dat een Nederlandse zich toelegt op een ritmisch en taalkundig idioom dat mijlenver verwijderd is van de klompendans, is een vraag die we op een ander moment kunnen onderzoeken. Voor nu richten we ons op haar recente album: ‘Doce Presença’.

Dit studioalbum, uitgebracht bij Zennez, is een minutieus uitgewerkte productie waaraan tal van muzikanten hun bijdrage leverden. Met verfijnde arrangementen en zorgvuldig uitgewerkte details vormt het een zoete aanwezigheid – de letterlijke vertaling van de titel – temidden van het grote aanbod aan post-covid producties. De cd bevat een uitgebreid libretto met achtergrondinformatie en de volledige songteksten.
Bossa nova wordt wel eens de Braziliaanse variant van het Franse chanson genoemd, omdat de teksten een wezenlijk onderdeel vormen en vaak afkomstig zijn van dichters zoals Vinicius de Moraes en Chico Buarque. Plus fort que nous van Francis Lai en Pierre Barouh past daarom perfect in deze collectie. Hans Vroomans vertolkt het nummer in een ingetogen kwintetarrangement, waarin het delicate geluid van de gestreelde gitaar een tegenhanger vormt voor zijn pianospel, en een Hammondorgel op verrassende wijze het strijkorkest vervangt.
Het chanson had zo uit het repertoire van Michel Legrand kunnen komen – die zelf vertegenwoordigd is met Samba de Vision, een nummer dat hij samen met Ivan Lins schreef, uitkijkend over de boulevard vanuit zijn Parijse appartement. Ook Martin Fondse droeg bij, door mee te schrijven aan Cântico dos Cânticos, waarvoor Cláudio Lins een tekst van Josee Koning vertaalde naar het Portugees. De dromerige, Moon River-achtige melodie wordt prachtig onderstreept door Fondse op vibrandoneon, een houten toets/blaasinstrument dat klinkt als een bandoneon.
Het titelnummer Doce Presença is een compositie van Ivan Lins die al jaren een van de toonaangevende MPB-artiesten is. Hij vormt als het ware de rode draad door het album. Josee Koning legt in het libretto uit dat haar 25-jarige vriendschap met Lins een aanleiding was voor deze opnames. Lins componeerde vijf van de twaalf nummers, terwijl zijn zoon Cláudio één stuk schreef en een ander nummer van Koning zelf, naar het Portugees vertaalde.
Het openingsnummer Tico-Tico no Fubá bevat speelse verrassingen. Op de achtergrond maakt Lins percussieve vogelgeluidjes – een knipoog naar de tico-tico, een Braziliaans zangvogeltje – terwijl Koning luchtig spottend zingt over het beestje dat als een terras-mus eten komt stelen. MPB-liefhebbers zullen ook de naam van Lenine herkennen, een componist, zanger en gitarist van wie twee nummers op Doce Presença staan. Zijn prachtige ballad Paciência opent met een gestreken cello, waarover de zangeres de pregnante Portugese tekst glashelder en loepzuiver laat binnenkomen: ‘Terwijl iedereen wacht op de genezing van het kwaad, en waanzin doet alsof dit allemaal normaal is, doe ik alsof ik geduldig ben’. Lins tekende tevens voor de productie van het album.
Het zijn grote namen uit de MPB-wereld. Josee Koning kent Lins sinds haar introductie via Dori Caymmi, een andere Braziliaanse grootheid. Ze kende Tom (Antonio Carlos) Jobim persoonlijk en ze zou met hem opnemen. Dat resulteerde uiteindelijk in een postuum album uit 1995, gewijd aan zijn muziek. Voor wie Koning kent van haar liveoptredens o.a. met Batida, vormt Doce Presença als laatste nummer op de cd een welkome toegift. Het nummer werd opgenomen tijdens een optreden van Lins met het Metropole Orkest, waarbij Josee Koning te gast was.
Zou het niet fantastisch zijn als ze dit repertoire ook live tot leven brengt? De extra energie die dan vrijkomt door de verrassing van uitgebreide solo’s en opzwepende percussie, geeft de zang live vaak die intensiteit van ontwakende vogeltjes, waarvan Latinliefhebbers zo houden. Zo zou dit elegante studioalbum ons via de podia kunnen opwarmen in het komende festivalseizoen.
MONICA RIJPMA
JOSEE KONING
Doce Presença
Zennez Records
Josee Koning – zang en percussie
Ivan Lins – zang, keyboards en percussie
Cláudio César Ribeiro – akoestische gitaar
Leonardo Amuedo – elektrische gitaar
Annie Tangberg – cello
Hans Vroomans – piano, Fender Rhodes en Hammondorgel
Martin Fondse – piano en vibrandoneon
Matheus Nicolaiewsky – contrabas
Leo Espinosa – basgitaar
Chris Wells – drums en percussie
Bart Fermie – percussie