Het is steeds weer verrassend hoeveel diepte er is voordat je ‘tot op de bodem’ geraakt bij de scene van de Nederlandse geïmproviseerde muziek. Er valt zoveel te verkennen dat je, voor je gevoel, steeds bij de oppervlakte blijft steken. De aanwas van nieuwe muziek komt van alle kanten; via straatmuziek, via klassieke opleidingen, via moderne gecomponeerde muziek, volksmuziek, wereldmuziek, mainstream, jazz, punk, noem maar op. Daarbij valt op dat de ensembles of solisten die hun werk uitbrengen, bijna altijd een discografie hebben waar je u tegen zegt.
Dit zijn geen mannen of vrouwen die, zoals de punkers van de jaren ’80, net hun eerste instrument onder handen hebben. Zoals Mondriaan perfect figuratief kon schilderen voor hij begon met abstraheren, zijn veel muzikanten vanuit een traditioneel ‘ambacht’ gegroeid naar abstractie. Er was altijd al een goede voedingsbodem in Nederland voor muzikanten die de begane podia wilden verlaten. En omgekeerd was de Nederlandse avant-garde een wereldwijd exportproduct dat via festivals over de aardbol werd uitgedragen. Wellicht hebben we het daaraan te danken dat avant-gardemuzikanten uit alle windstreken zich ook nu nog kortere of langere tijd in Nederland vestigen en hier heel productief zijn.
Het album Tendresse van het trio Klein, Rosaly en Warelis is uitgebracht op Relative Pitch Records LLC. Dit onafhankelijke platenlabel uit New York is gespecialiseerd in free jazz, avant-garde en andere vormen van experimentele muziek. Pianiste Marta Warelis komt uit Polen, Frank Rosaly is een drummer en componist uit Porto Rico en componist en klarinettist Tobias Klein is in Duitsland geboren. Alle drie werken ze nu vanuit Nederland, ieder met een scala aan samenwerkingen en producties. Verschillende producties van Rosaly of Warelis kwamen aan bod bij concert- of cd-besprekingen of recensies van evenementen zoals Space is the Place. Geen van drieën is onbekend bij het internationale avant-gardepubliek.
Ondanks deze voorkennis blijkt het niet eenvoudig een zinnige recensie te schrijven over Tendresse. Zeker, het is een tedere klankschildering. Het album bestaat uit slechts vier tracks. Maar zelfs de stiltes tussen de stukken en de titels bieden geen handvat. Het ene stuk houdt op en het volgende begint.
Een contrabasklarinet klinkt een octaaf lager dan de basklarinet en er zijn op dit album momenten van de putdiepte van Alice in Wonderland, die waarschijnlijk door de contrabasklarinet worden veroorzaakt. Bij het beluisteren van de cd is het van weinig belang wie de klank voortbrengt. Je hoort dat de drie muzikanten een klik hebben en het samenspel verloopt soepel.
Het pianospel van Warelis is percussief, tinkelend, tokkelend, toetsen verkennend. Het klinkt pianistisch maar alle andere klanken die uit snaren, hamers en hout gehaald kunnen worden, worden onder de loep genomen.
Het album opent met drums, bekkens en wat lijkt op het plukken op een bas, maar wat de klank is van plukken aan pianosnaren. De basklarinet druppelt en spettert. Als vuurvliegen om een vlam omcirkelen de musici elkaar, acht minuten lang. Het lijken klanken op zoek naar muziek, op zoek naar contact. De titel In the thick of it is een Engelse uitdrukking die zoiets betekent als in het heetst van het vuur. Dat is een associatie die niet terug te horen is in het schoorvoetende geluid. Het blijft bij klanken die geen band met elkaar lijken te vinden.
Het geluid van de basklarinet is diep en donker, de piano tinkelt zoals piano’s dat van nature misschien graag doen, en de drums worden gevolgd door trommelen op bekkens, buizen en bellen. De klanken verdikken zich, het volume en het aantal noten neemt toe en het geheel komt na acht minuten tot stilstand.
Het tweede stuk Levensnevel begint met wat klinkt als iemand die in een schelp blaast, maar wat – wederom waarschijnlijk? – de klarinet is. Veegt de drummer over de vellen van zijn trommels? Of komt het geluid op een andere wijze tot stand? Het stuk duurt ruim 25 minuten en komt net als het voorgaande en het volgende nummer nergens tot een melodie of structuur. Opnieuw gaan piano, klarinet en slagwerk met elkaar in ‘overleg’ maar het uitgangspunt voor dit gesprek, net als de uitkomst, blijft verborgen. Klanken met dan weer wel en dan weer niet een ritmisch patroon, zoals de hoeven van een paard een cadans veroorzaakt, die onverwacht in iets anders overgaat. Een van de instrumenten stopt waardoor het geluid verandert of verstilt. Dan gaan de klanken weer verder.
Het derde stuk heeft een Franse titel Avec toute la tendresse possible en daarna volgt het Duitse Gestalt Switch dat vijftien minuten klinkt. De titels geven niks weg. Het is vaak nauwelijks hoorbaar of een klank wordt veroorzaakt door een strijkstok op een snaar, door een vibratie van een riet of door een vinger die langs de rand van een glas glijdt. Halverwege Levensnevel vallen er enkele lange stiltes waardoor je even kijkt naar de digitale weergave om te zien of het stuk is afgelopen, maar dit is niet het geval.
Kortom, dit is een album van klanken en impressies. Het is een impressionistische introspectie, een klankenlandschap op zoek naar oergeluiden. Het zijn verfijnde instrumenten die natuurklanken nabootsen.
Klein, Rosaly en Warelis spelen al sinds 2020 samen en voor volgers zal er herkenning zijn, ook al hebben de drie musici niet eerder in deze samenstelling opgenomen. Dit album zal voor elke luisteraar anders klinken en iets anders weerspiegelen of weerkaatsen. Dat zeg ik met ‘toute la tendresse possible’.
MONICA RIJPMA
KLEIN – ROSALY – WARELIS
Tendresse
Relative Pitch Records LLC
Tobias Klein – basklarinet en contrabasklarinet
Marta Warelis – piano
Frank Rosaly – drums en percussie