Oktober was ooit de jazzmaand. Het is een vergeten formule met toen een maand vol extra jazzconcerten. Toch kwam dat gevoel terug, nu oktober voor het Bimhuis weer een jazztopmaand was. Het Bimhuis viert zijn vijftigste verjaardag met een propvol jazzprogramma. Een van de hoogtepunten was Breuker Revisited.

Olga Zuiderhoek opende de avond, met achter haar gouwe ouwe Arjen Gorter.

Componist en saxofonist Willem Breuker heeft een prominente plaats in de geschiedenis van de Nederlandse jazz. Samen met Hans Dulfer, Han Bennink en Willem van Manen was Breuker een van de oprichters van de BIM (Beroepsvereniging van Improviserende Musici) en van het toen bijbehorende Bimhuis. Gevestigd in een voormalige meubeltoonzaal aan de Oudeschans in Amsterdam, werd het Bimhuis binnen de kortste keren het epicentrum van de jazz, vooral voor de experimentele vormen daarvan. Vijftig jaar geleden opende het Bimhuis zijn deuren. De verjaardagstaart van het Bimhuis, nu een superluxe jazzconcertzaal met uitzicht over het IJ geworden, was van extra kaarsjes voorzien om Bimhuis-pionier Willem Breuker te eren, die tegelijkertijd met het Bimhuis zijn wereldberoemd geworden Willem Breuker Kollektief had opgericht.

David Kweksilber en Bernard Hunnekink.

Willem Breuker die in 2010 overleed, bepaalde in zijn testament dat zijn naam nog tot twee jaar na zijn dood aan het Kollektief verbonden mocht blijven. Daarom trad het nu onder de naam Nieuw Kollektief op. Het Nieuw Kollektief bevatte muzikanten die vroeger in het Breuker Kollektief hadden gespeeld, of zoals in het geval van pianist Gerard Bouwhuis met Breuker hadden gewerkt. Drie van de tien muzikanten hadden er zelfs vanaf het begin bij gezeten.

De avond werd geopend door Breukers weduwe, actrice Olga Zuiderhoek. Zij legde op haar eigen manier uit – ‘tongue in cheek’- hoe haar keuze van het programma tot stand was gekomen. Dat was niet zo moeilijk, zei ze. Ze had musici gevraagd die bevriend waren geweest met Willem, of wier ouders dat waren geweest. 

De strijkers van het Dudok Kwartet en Mondriaan Kwartet tijdens hun uitvoering van ‘Brandhout.nl’.

De avond was perfect georganiseerd. Podiumwisselingen werden razendsnel en door filmpjes van Breuker te vertonen, onopvallend uitgevoerd. De filmpjes gaven een bijzondere kijk op het fenomeen Willem Breuker. Na zijn opzienbarende free-jazz optreden in 1966 op het Loosdrecht Jazzfestival werd hij geïnterviewd met de vraag of die free-jazz geen dilettanten zou aantrekken. Dat was een probleem voor de pers, vond Breuker. Het was hun taak om daar doorheen te prikken. Niet iedereen nam Breuker destijds serieus, zeker niet toen hij de interviewer vertelde dat bij zijn muziek theater hoorde. Vanaf het begin wist Breuker kennelijk precies wat hij wilde, want dat theater kwam er.

Voor de pauze speelden duo’s de muziek van Breuker. Pianist Gerard Bouwhuis en violist Heleen Hulst  voerden Steaming uit, de muziek die Breuker in 1969 schreef voor de film De nieuwe ijstijd van Johan van der Keuken. Daarmee toonde hij al snel het ongelijk aan van de sceptische critici van zijn free-jazz.

De ghettoblaster achterop de fiets van Oscar Jan Hoogland ‘verving’ de orgels uit het ‘Lunchconcert Voor Drie Draaiorgels’ dat Willem Breuker in augustus 1967 op de Dam in Amsterdam uitvoerde.

Dat Breuker prachtige muziek schreef, werd nog eens onderstreept door saxofonist David Kweksilber en contrabassist Arjen Gorter, die met Reisefieber de melancholieke kant van Breuker aanstipten. Ook pianist Oscar Jan Hoogland en rietblazer Yedo Gibson raakten een snaar. Dit duo tipte het theatrale aspect aan, waarmee Breuker een grote schare fans aan zich had gebonden. Hoogland kwam op een fiets het podium oprijden, terwijl op zijn bagagedrager een grote ghettoblaster stond. De drie draaiorgels die in 1967 op de Dam een Breuker-orgelconcert hadden uitgevoerd pasten niet in het Bimhuis, maar de draaiorgelmuziek die nu uit de ghettoblaster kwam slaagde erin om de sfeer van toen op te roepen. Tenorsaxofonist Gibson Yedo scheurde en krijste een wilde zee van noten uit zijn sax, waarmee hij de essentie van saxofonist Breuker trefzeker raakte.

Jaar na jaar sloeg Breuker met het spektakel Klap op de Vuurpijl, dat het jaar uitluidde, de spijker op zijn kop. Daarin kon hij zijn gekkigheid kwijt en mengde die met prachtige muziek, die daarmee een serieuze tegenstelling vormde. Dit aspect werd op het podium belichaamd door een duo van strijkkwartetten. Acht strijkers van het Dudok Kwartet en het Mondriaan Kwartet daagden elkaar uit, kruisten de degens en ondersteunden elkaar om van de compositie Brandhout.nl een zinderend geheel te maken. 

Gerard Bouwhuis en Heleen Hulst voerden ‘Steaming’ uit.

Na de pauze was de vloer voor het Nieuw Kollektief, onder leiding van Bernard Hunnekink, die vanaf het eerste uur lid van het Breuker Kollektief was. Hunnekink had zijn trombone uit de mottenballen gehaald en leidde alsof hij dat nog dagelijks deed. Hij memoreerde twee andere oudgedienden, trombonist Willem van Manen en tenorsaxofonist Maarten van Norden, die er bij hadden willen zijn, maar kort voor deze dag waren overleden. Ook zonder hen liet het Nieuw Kollektief het volle Breukergeluid herleven. Net als bij Breuker destijds, was er een fraaie soloplaats gereserveerd voor mondharmonicaspeler Hermine Deurloo. Onder grappige filmbeelden speelde het Nieuw Kollektief oude Breuker-hits. Op het scherm tapdanste Peter Kuit, waarna het complete Breuker Kollektief volgde met een uitzinnige tapdans. 

Hermine Deurloo met naast zich Arjen Gorter, George Pancras, Gijs Levelt, Andy Bruce en Bernard Hunnekink.

Nadat het Dudok- en Mondriaan Kwartet zich bij het Nieuw Kollektief voegden gingen alle remmen los. In een dol pandemonium werd wild en vrij gesoleerd, waarbij ook enkele klassieke strijkers van de kwartetten zich niet onbetuigd lieten. Het Nieuw Kollektief speelde een krankzinnig brouwsel van Kurt Weil, circusmuziek, ballroom, swing, bebop en vooral, zoals Breuker het noemde, ‘mensenmuziek’. Het was een glimp van wat we de afgelopen vijftien jaar hebben gemist.

Tekst en foto’s TOM BEETZ

BREUKER REVISITED

Bimhuis Amsterdam, 20 oktober 2024

Het Nieuw Kollektief
Frans Vermeerssen – tenorsaxofoon
David Kweksilber – altsaxofoon, basklarinet
Alex Coke – tenorsaxofoon
Hermine Deurloo – mondharmonica
George Pancras – trompet
Gijs Levelt – trompet
Andy Bruce – trombone
Bernard Hunnekink – trombone
Gerard Bouwhuis – piano
Arjen Gorter – contrabas
Rob Verdurmen – drums

Mondriaan Kwartet
Jan Erik van Regteren Altena –viool
Edwin Blankenstijn –viool
Heleen Hulst – altviool
Eduard van Regteren Altena – cello

Dudok Kwartet
Judith van Driel – viool
Marleen Wester – viool
Marie-Louise de Jong – altviool
David Faber – cello

 Duo Gerard Bouwhuis – piano en Heleen Hulst – viool
Duo David Kweksilber – altsaxofoon en Arjen Gorter – contrabas
Duo Oscar Jan Hoogland – piano en Yedo Gibson tenorsaxofoon

www.bimhuis.nl

Previous

Alistair Payne c.s.: imposant protest met opgeheven vuist tegen moorden zonder doden

Next

Marta Warelis slaagt volop in verhalende en onderhoudende opzet

Lees ook