Yoràn Vroom omschrijft zichzelf – net als veel van zijn tijdgenoten – niet als jazzmusicus, maar als muzikant. Om preciezer te zijn: als muziekliefhebber die wil creëren met een grote artistieke vrijheid. De 33-jarige drummer studeerde af aan het Conservatorium van Amsterdam en zocht nadien zijn weg binnen vele muziekstijlen. Hij speelde onder meer met Cory Henry, Kinga Glyk, Frank McComb en Ed Motta. Hij spreekt met ontzag over zijn leermeesters Eddy Veldman en Pablo Nahar. En over de voldoening die het geeft als zijn muziek door het publiek enthousiast wordt ontvangen. Yoràn Vroom wil zijn publiek emotioneel, spiritueel en intellectueel vermaken met invloeden van muziek van overal ter wereld, waaraan collectieve improvisaties zijn toegevoegd. Als dat geen jazz is…

Yoràn Vroom: “Ik kan geen betere dagbesteding bedenken dan muziek maken.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Met mijn eigen nieuwe muziek, die volgend jaar van de grond moet komen. Eind dit jaar ga ik  haar opnemen met mijn Group of Friends. Daar ligt nu mijn focus. Volgend jaar komen er nog twee projecten. Een ervan bevat eigen muziek, het tweede muziek die is geïnspireerd door het thema van een boek. 

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
De momenten dat je met collega’s en publiek een mooie avond hebt.

Waarom doe je graag wat je doet?
Ik kan geen betere dagbesteding bedenken.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Tegelijk met mijn passie voor alle andere muziek. Alles wat ik als kind van twee, drie jaar voorbij hoorde komen, kwam binnen. Thuis werd van alles gedraaid, audio, video, ik pikte alles op. Ik kom uit de Rivierenbuurt in Amsterdam, uit een kunstzinnige en muzikale omgeving.

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Ik heb het liever over de ontwikkelingen van nú. Tijdens alle periodes uit de jazzgeschiedenis wilden musici doen wat nog nooit was gedaan. Wij, de muzikanten van nu, zijn bezig met het recyclen van die ontwikkelingen. Ik vind het belangrijk om op eigen manier, samen met tijdgenoten, daar iets aan bij te dragen. Jazz wordt een beetje overschat, als je dat woord gebruikt, word je geremd. Ik ben op de eerste plaats muziekliefhebber en dan pas ga ik muziek creëren met een grote artistieke vrijheid.

Yoràn Vroom: “Jazz wordt een beetje overschat, als je dat woord gebruikt, word je geremd.”

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Een huwelijksaanzoek tijdens een concert, dat bijna mis ging. Een mevrouw in het publiek vond het nodig om haar vriend na een relatie van elf jaar ten huwelijk te vragen. Die vriend had er niet voor niets elf jaar over gedaan… Hij reageerde met: ‘Vooruit dan maar’. Dat is toch erger dan ‘nee’.

Waar vind je inspiratie?
Mijn antwoord hierop is tweeledig. Ik ben vaak op mezelf. Dan neem ik de tijd om alledaagse gekkigheden en bepaalde sociale structuren te observeren. Daarnaast beschouw ik mijn eigen achtergrond, cultureel gezien interesseert mijn eigen diaspora mij erg. De positie die ik inneem dus en hoe de mensen daarnaar kijken. Dat geeft mij het idee dat ik daar ergens originaliteit kan halen.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Het meeste vind ik niet spannend. Ik probeer overal neutraal in te stappen zonder enige vooropzet.

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Ik heb te veel muziek geluisterd, om er één uit te kiezen.

Wat neem je altijd met je mee?
Ik heb altijd Norit bij me. Je weet immers nooit wat je te eten krijgt. Ik heb ook altijd een EHBO-pakketje bij me. Als iemand een pleister nodig heeft? Oké!

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Ik ben niet ongevoelig voor de aparte sfeer die er nu wereldwijd heerst. Alles voelt extremer aan. Ik volg allang geen nieuws meer. Het is te veel, te veel ruimte voor speculaties, ik mis het morele aspect. Tegelijk houdt alles me bezig en tegelijk niets.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Nelson Mandela. Als je moet ondergaan wat hem is overkomen en je kunt dan zonder oordeel iedereen te woord staan… als je dat kunt, ben je een groot mens. 

Yoràn Vroom: “Cultureel gezien interesseert mijn eigen diaspora mij erg.”

Wat intrigeert je aan je instrument?
Dat het een heel menselijk instrument is. Iedereen krijgt er een gevoel bij, hele generaties. Ik denk dat drums het oudste instrument zijn en als je dat in ogenschouw neemt is het bijzonder dat ze een bepaald gevoel kunnen opwekken. 

Wat heb je geleerd van je muziek?
Er is geen groter gevoel dan dat op een bepaald moment je muziek vol voldoening wordt ontvangen. Dat kun je van tevoren niet bedenken. Op het moment dat je muziek uitvoert, mag ieder ermee doen wat hij wil.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Dit, altijd.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Mijn docent Eddy Veldman zei altijd: “Fouten zijn je solo.” Iets is pas echt fout als je het niet kunt oplossen. Dat heb ik van de woorden van Eddy geleerd. Op die manier kun je nooit falen. Ik heb ook veel geleerd van Pablo Nahar (contrabassist en componist, een van de aartsvaders van de Surinaamse muziek, overleed op 2 oktober 2024 op 72-jarige leeftijd, rvdh). Ik heb twee weken voor zijn overlijden zijn laatste concert met hem gedaan.

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Dat – zeker bij kleinere optredens – veel jong publiek aanwezig is. Bij onze concerten zien we de allerkleinsten tot de alleroudste. Ik denk dat meer mensen de weg naar deze muziek vinden. Mensen zien dat we plezier hebben en daardoor wordt alles nog toegankelijker.  Ze weten op deze manier hun weg wel te vinden en sommigen gaan nog verder op zoek.

Met wie werk je graag samen?
Met de mensen in mijn band. We beleven allemaal op dezelfde manier onze muziek. We zijn samen opgegroeid, kwamen elkaar weer tegen in onze ontwikkelingsfase. We hebben soortgelijke idealen, dat maakt dat mensen bereid zijn met elkaar te spelen.

Yoràn Vroom: “Iets is pas echt fout als je het niet kunt oplossen. Dat heb ik van de woorden van Eddy Veldman geleerd.”

Welke dromen liggen nog voor je?
Datgene waar ik nu mee bezig ben. Nog meer eigen muziek maken en nóg meer vanuit mijn eigen perspectief.

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Glenn Gaddum jr. Ik vind hem een van de meest begaafde musici in Nederland die hier rondlopen. Hij speelt basgitaar en in bepaalde kringen van de jazz wordt dit instrument niet serieus genomen. Glenn heeft een brede kennis van muziek, speelt niet alleen jazz, maar bijvoorbeeld ook bij Anouk.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

www.yoranvroom.com

Previous

Wereldwijde rol Wim en Ria Wigt in prachtig boekwerk vastgelegd

Next

StarkLinnemann interpreteert Beethovens ‘Eroica’ ijzersterk

Lees ook