In 2006 studeerde hij af op het Conservatorium van Amsterdam. Net als zovelen, maar weinigen als basgitarist. Glenn Gaddum jr. is verslingerd aan een instrument dat in de jazz nog weinig voet aan de grond heeft gezet. Hij is er echter van overtuigd dat de elektrische bas zeker een plaats verdient naast de akoestische contrabas. Niet alleen jazz is het werkterrein van Glenn Gaddum jr., ook bij pop, funk, R&B, hiphop en rockmuziek duikt hij op: “Ik zeg niet snel ‘nee’”, lacht hij. Hij speelt tegenwoordig met Sven Hammond en Anouk, in het recente verleden ook met de Amerikaanse pianist/zanger Frank McComb, met Philip Lassiter, de voormalig arrangeur van Prince en ook met zanger José James ‘toerde hij een jaartje’. Glenn Gaddum jr. heeft zijn talent niet van een vreemde; zijn vader heeft dezelfde naam, maar dan met de toevoeging sr. Indertijd was hij als toetsenist een van de steunpilaren van het Surinam Music Ensemble. Junior is daar maar wat blij mee. Bij de vraag wie zijn grote voorbeelden zijn buiten de jazz, komt het prompte antwoord: “Mijn ouders.”
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik geef les op het Conservatorium van Amsterdam. Ben ook eigen muziek aan het schrijven die ik in 2025 af wil hebben om uit te brengen en te gaan spelen. Ik treed veel op met Sven Hammond en Anouk en vele andere artiesten.
Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Een soort gevoel dat als ik op het podium sta, alles zo goed gaat dat het magisch wordt. Het samenspel tussen musici en publiek lijkt dan soms of je niet aan het spelen bent, maar aan het luisteren. Dat zijn zeldzame momenten.
Waarom doe je graag wat je doet?
Omdat ik er heel blij van word. Muziek verbindt. Mooi dat dit op het podium gebeurt, maar ook dat het zaken losmaakt bij het publiek. Dat gebeurt ook als je iets creëert en het later op het podium ten gehore brengt.
Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Ik had via mijn vader al kennis gemaakt met jazz en ging met hem mee naar concerten. Daarnaast luisterde ik naar pop, R&B, soul en hiphop, ik was fan van Michael Jackson en The Wu-Tang Clan. Ik ben rond mijn vijftiende bas beginnen te spelen. Op zeker moment liet een leraar me Donna Lee van Jaco Pastorius horen. Ik vond het geweldig en vroeg hem wie dit speelde. Hij liet me het origineel van Charlie Parker horen en toen was ik helemaal verkocht.
Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Ik denk dat jazz nog heel erg in ontwikkeling is en ben blij dat ik daar onderdeel van ben. De samensmelting van genres, de komst van elektronica. De jaren zestig en zeventig zijn favoriet bij mij.
Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Een gevecht tussen iemand uit het publiek en een bandlid. Het liep gelukkig niet uit de hand. Het ging om een rapper die teksten zong die iemand niet bevielen.
Waar vind je inspiratie?
In muziek van anderen, van mede-muzikanten.Maar ook in zaken die niets met muziek hebben te maken, zoals landschappen en kunst. Ook regen inspireert mij, evenals mijn dochter.
Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Het spelen van eigen muziek. Ik heb nog geen eigen album, dat is er nooit van gekomen. Vorig jaar speelde ik mijn eerste concert met eigen muziek. Dit was zo spannend. Het was in Cinetol in Amsterdam, niet eens in een grote zaal dus. Spannend op een positieve manier.
Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Twee platen hebben grote invloed gehad. Inner Visions van Stevie Wonder en Head Hunters van Herbie Hancock. Zij zijn een beetje blue prints van de muziek die ik wil maken. De sound op beide platen, met Moog, veel synthesizers en drums, dat vind ik nog steeds geweldig.
Wat neem je altijd met je mee?
Een nagelknipper en nagelvijl. Als mijn nagels te lang zijn, veroorzaakt dat een lelijk geluid. Als ik ze te kort knip, krijg ik tijdens het spelen pijn. Soms kan dit op een dag aankomen. Dan moet ik vijlen. Vooral de twee vingers van de rechterhand waarmee ik aansla. Misschien horen mensen dit niet, maar ik wel. Die dingen blijven groeien hè, die nagels!
Welke actualiteit heeft je aandacht?
De ongelijkheid in de samenleving, zoals discriminatie. Die is eeuwenoud, maar nog altijd actueel.
Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Mijn ouders. Vanwege hoe ze in het leven staan en de dingen die ze me hebben geleerd.
Wat intrigeert je aan je instrument?
De functie van de bas. Aan de ene kant onopvallend, maar als je hem mist, dondert alles in elkaar. Ik heb met mijn basgitaar de kracht de harmonie te veranderen en tegelijk het ritme te bepalen. Dat is een grote verantwoordelijkheid.
Wat heb je geleerd van je muziek?
Dat je moet accepteren dat iets een momentopname is. Als je moeite hebt om een einde aan een stuk te breien, moet je accepteren dat iets gewoon af is. Op dat moment is het wat het is. Dat ben ik nu een beetje aan het leren.
Wat wilde je vroeger altijd worden?
Toen ik acht jaar was, architect. Ik hield van tekenen en wiskunde en vond het een mooi woord. Op mijn vijftiende wist ik dat ik musicus wilde worden. Voor die tijd speelde ik piano, maar nooit zo fanatiek als op de basgitaar.
Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Tegenwoordig altijd. Ik denk dat als je iets verkeerd speelt, het oké is. Je moet gewoon door. Fouten moet je oplossen op een muzikale manier. Als je bang bent, ga je niet beter spelen.
Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
De rol van de elektrische bas in jazz. Ik vind het een beetje erg dat de basgitaar een ondergeschikt kind is. Ik probeer dit te veranderen. De jazztraditie en basgitaar zijn een gevoelig onderwerp. Op het conservatorium probeerde ik al de basgitaar een rol te geven. Ik denk niet dat de elektrische bas de contrabas kan vervangen, maar hij kan er wel naast staan. Ik heb een contrabas, maar stop mijn tijd liever in de basgitaar. Speel daarom wel eens op die bas, maar niet in het openbaar.
Met wie werk je graag samen?
Met iedereen. Ik sta er altijd open voor om met nieuwe mensen te spelen in allerlei genres. Ik heb het geluk dat ik met een hele hoop waanzinnige muzikanten samenwerk die er open minded in staan.
Welke dromen liggen nog voor je?
Het uitbrengen van eigen muziek, een eigen band vormen en er het podium mee opgaan. Ik heb wel eens iets met een kwartet gedaan, maar ik wil een grotere band. Mijn studio is mijn compositie tool, ik neem alles op.
Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan Jamie Peet. Hij is een te gekke drummer. Ik heb veel met hem gespeeld, tegenwoordig is het wat minder. Maar áls we samen spelen is het helemaal te gek. Hij speelt vaak mee op mijn opnamen. En hij speelt met veel te gekke muzikanten uit de hedendaagse jazzscene.
RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS