Niet voor één gat te vangen. Een cliché zo groot als de dag van morgen, maar toch moet deze gemeenplaats maar voor een keer van stal worden gehaald (ook weer zo’n cliché) als je het hebt over Anton de Bruin. Want de in Rotterdam wonende stokjesdrager van de JAZZ-tafette van deze maand is niet alleen pianist, óók toetsenist, componist, arrangeur, producer, docent en mediacomponist. Door die laatste hoedanigheid heeft hij zich ook bekwaamd op het terrein van klassieke- en orkestmuziek. Pas 24 jaar oud is hij ook nog bandleider van zijn eigen Dragonfruit en is hij al in de kijker gekomen van de wereldberoemde Walt Disney Studios, waarvoor hij vijf maanden geleden muziek arrangeerde voor een nieuwe serie die straks in Amerika gaat draaien. Anton de Bruin is gelouterd in jazzmuziek, maar evenzeer in hiphop en eigentijdse stijlen, waar dan vooral funk aan de basis moet liggen. Hij is derhalve een van de vaandeldragers van de jongste generatie jazz- en improvisatiemusici van Nederland. En wellicht ver daarbuiten, als hij zegt: “Ik krijg maandelijks berichten van mensen over de hele wereld, uit Japan, Amerika, mensen die mijn muziek draaien.”

Anton de Bruin: “In oktober vorig jaar arrangeerde ik werk voor een Disney-serie die in Amerika wordt uitgezonden. Was voor mij wel een mijlpaal, ja.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Met mijn project Dragonfruit, waarmee we op 14 april onze tweede plaat Honeymoon Face gaan uitbrengen. Daar doen we ook drie release-concerten mee. Bovendien komt er met de band van Peter Somuah waarvan ik deel uitmaak, op 28 april de plaat Letter to the Universe uit. Die twee platen produceer ik ook. Tevens ben ik bezig met het opzetten van twee andere projecten, één met Jamaicaanse muziek, vermengd met jazz en het andere wordt een hiphop compilatie-album vol kleine schetsen. Tot slot geef ik af en toe les op het conservatorium.

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Als het om live-optredens gaat: dat op het North Sea Jazz Festival 2022, waar we met zowel de band van Peter Somuah als met Dragonfruit speelden. Naast musicus ben ik ook arrangeur en producer. In oktober vorig jaar arrangeerde ik werk voor een Disney-serie die in Amerika wordt uitgezonden. Was voor mij wel een mijlpaal, ja.

Waarom doe je graag wat je doet?
Omdat het redelijk vanzelfsprekend was dat ik dit ging doen. Op 11-jarige leeftijd ging ik naar de havo/vwo Muziek en Dans en al toen ik nog puber was zag ik in deze lijn mijn toekomstige baan. Eigenlijk wilde ik dit al op de basisschool, het was onvermijdelijk dat het zo allemaal ging lopen.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Rond mijn veertiende. Ik kwam via YouTube bij Oscar Petersons versie van Love For Sale uit. Op de havo/vwo kreeg ik les van een paar conservatoriumdocenten. Die van mij is me van het een naar het ander op jazzgebied gaat leiden. Toen ik eenmaal op het conservatorium zat, ben ik pop gaan studeren. Ik voelde niet zoveel voor de wat meer traditionele jazzstijlen. Funk, hiphop, soul en fusion liggen me beter. Ik kies liever voor de instrumenten dan voor de muzikale inhoud. Het is lastig daar jouw weg in te vinden. Jazz is voor mij meer gedachtengoed dan een genre. Vrijheid is belangrijker dan traditie. Daarmee bedoel ik meer de mentale vrijheid; je eigen inspraak en muzikale stem.

Anton de Bruin: “Ik kies liever voor de instrumenten dan voor de muzikale inhoud. Het is lastig daar jouw weg in te vinden.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
De periode van het album Head Hunters (van Herbie Hancock uit 1973, rvdh) en de Londense jazzscene van nu. Veel muzikanten en schrijvers in die scene zijn ook producer en dj. Wel met een jazzachtergrond. Het zijn twee scenes met dezelfde rode draad die hen bindt.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Misschien is het goed dat er bij mij niet meteen iets naar boven schiet. Dat kan betekenen dat je alles goed voor elkaar hebt, hahaha. Maar ik heb een actueel voorbeeld. Afgelopen vrijdag zouden we spelen in een soort klein restaurant, waar twee mensen zaten te eten. We waren aan het soundchecken, kwam de man van dat tafeltje op ons af die vroeg of die klereherrie niet kon stoppen. Die man wilde op de vuist met Ben van den Dungen, omdat Ben er stevig tegenin ging. Onze saxofonist heeft de zaak gesust. Wij hadden helemaal niet door wat er gebeurde, vroegen ons af of we nu zo hard speelden? O ja, ik heb ook nog een tijdje een project gehad in Berlijn met probleemjongeren. Ik heb daar zóveel doodsbedreigingen gehad, dus ben wel wat gewend.

Waar vind je inspiratie?
Ik denk in alles. Als je maker bent, staan je voelsprieten constant uit om veel uit de wereld te trekken. In januari ben ik begonnen als dj op vinyl. Ik check sowieso veel nieuwe muziek, maar heb ook nog wel wat grammofoonplaten. Ik ben er niet zo van om een ander instrument te leren. Door dit dee-jayen – is toch een ander instrument – ga je op een andere manier naar muziek luisteren, veel meer naar energiegolven, hoe bouw je op en af. Ik denk dat het interessant zou zijn als meer musici dit gingen doen.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Het festivalseizoen 2022. De twee projecten waar ik het al over had, zaten met releaseshows in een soort lift. Krijg je toch een beetje het gevoel van erop of eronder. Her is heel spannend op het moment dat je het moet gaan doen.

Anton de Bruin: “Als je maker bent, staan je voelsprieten constant uit om veel uit de wereld te trekken.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Ik luister naar heel veel genres. Naast Head Hunters, Catch A Fire van Bob Marley and The Wailers – een soort opstap naar jazz. Mijn niveaus van jazz en Jamaicaanse muziek bevinden zich op dezelfde hoogten. Verder The Low End Theory van A Tribe Called Quest. Bij hen hoorde ik voor de eerste keer jazz en hiphop. Kortom, ik houd van albums die je een ander perspectief brengen van wat is.

Wat neem je altijd met je mee?
Ik voel me naakt als ik mijn Nordic (toetsenbord, rvdh) niet bij me heb. Als ik de deur uit ga, heb ik dat altijd bij me.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Ik denk de creatieve druk die is ontstaan na corona. Niet alleen bij popmuziek, waar Nederlandstalig repertoire weer terug is. Amsterdam heeft nu een jamcultuur. Er is sprake van nieuwe energie om te proberen risico’s te nemen, zo van: laten we dit op de kaart zetten om nu door te pakken. Om Amsterdam en Rotterdam dezelfde status te geven als die waarmee van alles in Londen gebeurt. Ook de pogingen om jazz meer naar de straat te krijgen in plaats van in de theaters. Het elitaire moet er een beetje af, jazz moet weer muziek van de mensen worden.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Dat verschilt per maand ((lacht)). Ik denk nu J Dilla, een hiphopproducer uit Detroit in de jaren negentig. Hij overleed helaas in 2006. Hij was de enige producer die was beïnvloed door hoe muzikanten spelen. Hij heeft een heel grote invloed gehad, ook op jazzgebied.

Wat intrigeert je aan je instrument?
Ik speel heel weinig piano, vooral elektronica. Elektronica geeft steeds nieuwe manieren aan. Ik houd van de oneindigheid daarvan. Je bent niet gebonden aan natuurkunde, waar altijd een limiet aan zit.

Anton de Bruin: “Elektronica geeft steeds nieuwe manieren aan. Je bent niet gebonden aan natuurkunde, waar altijd een limiet aan zit.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Dat mijn eigen muziek meer een uiting is van wat ik van anderen heb geleerd. Als ik muziek maak, komt die samen met wat ik in een bepaalde periode heb ervaren. Ik geloof niet in de monolithische lijn, zo van: ik speel alleen jazz. Ik wil met muziek het wereldbeeld verbreden.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Formule-1-coureur. Ik heb ooit gedacht mijn piano te verkopen en een kart te kopen. Ik heb nog steeds voorliefde voor de racerij. Ik ga nog wel eens karten. En ik wil een motorcrosscursus gaan volgen.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Altijd. Ik heb het geluk dat ik in projecten speel met mensen die met mij op gelijke voet staan. Als je niet faalt, kun je geen artistieke waarde creëren. Er zijn weinig mensen die voor de eerste keer raak schieten. Je moet juist iets doen wat misschien niet binnen de muziek van dat moment past. Je moet durven falen.

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
De de-elitairisatie. Ik ga liever terug naar de straat, dat is een veel gezondere scene.

Met wie werk je graag samen?
Met iedereen met wie ik nu samenwerk. Het zijn allemaal ego-loze mensen, waarbij de dienst aan de muziek voorop staat. Dat is het: het geeft comfort, vrijheid en vertrouwen.

Anton de Bruin: “Ik ga liever terug naar de straat, dat is een veel gezondere scene.”

Welke dromen liggen nog voor je?
Voor mijn dertigste in Japan toeren. Ik ben niet heel goed in dromen, ik beweeg altijd vooruit, dan komt het goede vanzelf op je pad.

Aan wie geef je het Jazz-tafette stokje door?
Aan saxofoniste Diana Dzhabbar uit Oekraïne. Ze woonde hier al voordat de oorlog daar uitbrak. Zij is een te gek persoon. Ik heb met haar het project The Nest gedaan in Bird. Zij  laat een frisse wind waaien over wat er nu is.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

Previous

Voor Tobias Klein mag alles zoveel mogelijk dubbelzinnig zijn

Next

Met zangeres Samara Joy is een wereldster geboren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook