Niet zelden wordt de Groningse ZomerJazzFietsTour het leukste jazzfestival van Nederland genoemd. Drummer Han Bennink herinnerde ons daar bij zijn optreden nog eens aan. Het is een festival waarbij de bezoekers zich op de fiets tegen de wind optornend van kerk naar boerenschuur begeven om te ondergaan dat er wonderschone improvisatiemuziek, heftige jazzpunk en onbegrijpelijke impro te horen is. Corona heeft in deze succesformule een bres geslagen. De organisatie maakte van deze 36ste ZJFT een pilot versie. Hoe dat uitpakte werd ter plekke bekeken door JazzNu.

Harald Austbø trad in duo op met Han Bennink.

Deze pilot versie was een experiment waarbij vaste routes werden voorgeschreven, wat vorig jaar onder coronacondities al werd uitgeprobeerd. Toen nog op kleine schaal waarbij de bezoekers begrepen dat het niet anders kon. Dit jaar was alles weer zo goed als normaal, behalve de manier waarop dit festival was georganiseerd.

Het Kerkje Klein Wetsinge was een van de podia in de ZJFT.

De bezoekers moesten van te voren uit vier vaste routes kiezen en daarbij werd ook vastgelegd of dat de eerste of tweede set was. Daarnaast was er de mogelijkheid om zelf een route te kiezen, die voor velen verwarrend de Route Freejazz werd genoemd. Juist die route bood de mogelijkheid om geen free jazz te horen, maar de keuze zo traditioneel mogelijk te maken. Tot op zekere hoogte dan,  want gezien de fietsafstanden werd de keus voornamelijk bepaald door de gekozen startplaats. Deze opzet had voor- en nadelen. Sommigen vonden het prachtig dat ze in de meestal kleine kerkjes verzekerd waren van een zitplaats, maar veel anderen vonden dat de spontaniteit verloren was gegaan.

Jeroen Kimman, leider van het Orquesta Del Tiempo Perdido,

Het was niet meer mogelijk om ter plekke van mening te veranderen over je oorspronkelijke keus of ergens gezellig te blijven hangen om de eerste set te vergeten en naar de tweede te gaan. Na afloop was er ook geen plek waar iedereen bij elkaar kwam zoals in het verleden. Organisatorisch was deze strakke manier een stuk gemakkelijker, maar ook ZJFT zelf besefte achteraf dat de chaos van het verleden juist een ‘selling point’ van dit festival was. Er wordt nu diep nagedacht hoe dit dilemma de komende jaren moet worden opgelost.

Vincent Courtois, Guus Janssen, Louis Sclavis en Fie Schouten.

De muziek stond fier boven deze problemen en was net zo uitdagend en vernieuwend als altijd. Hoe tevreden je was hing af van de routekeus die je had gemaakt. JazzNu had gekozen voor de Route Freejazz zonder free jazz, door te starten in de kerk van Garnwerd waar het Franse basklarinetfenomeen Louis Sclavis, die een dag eerder al de Proloog in de Groningse concertzaal Simplon had verzorgd, de degens kruiste met de Nederlandse basklarinettiste Fie Schouten. Sclavis speelt zeker geen free jazz maar wel vrij. Guus Janssen liet het fraaie kerkorgel janken waarna de cello van Vincent Courtois en de klarinet van Fie Schouten invielen, terwijl Sclavis vervaarlijk op zijn basklarinet gromde. Er ontwikkelde zich een melodieuze improvisatie tussen Schouten en Sclavis die elkaar aanvulden en uitdaagden. Klarinetten van klein tot groot werden door beiden gebruikt totdat het kleinst mogelijke onderdeel, een mondstuk, door Sclavis in de strijd werd geworpen en de interactie tussen Schouten en Sclavis dankzij Courtois een melancholieke interactie opleverde en naar steeds meer structuur focusseerde.

Bij The Selva was het cellospeler Ricardo Jacinto die de centrale spil vormde.

De vaste routes hadden elk een thema meegekregen. De zelfgekozen Route Freejazz leverde onbewust het thema ‘cello’ op. Bij het Portugese trio The Selva was het cellospeler Ricardo Jacinto die de centrale spil vormde van een zinderend optreden. Het optreden begon als het geluid van een zwerm zoemende bijen dat zich tergend langzaam ontwikkelde tot zich herhalende thema’s. Steeds mooier als een soort minimal music, steeds een stapje verder met een zucht van heimwee. De schoonheid van de muziek ontwikkelde zich als het openen van een bloem om tenslotte in volle schoonheid te floreren.

Harald Austbø en Han Bennink tekenden voor een merkwaardig optreden.

Bij Han Bennink80 speelde Harald Austbø, de Vlaamse cellospeler met wortels in Noorwegen, een opvallende rol. Han Bennink begon de door Misha Mengelberg voor de Nederlands Hervormde Kerk geschreven Psalm te neuriën, waarna Timothy Banchet met dit mooie nummer vol op het kerkorgel ging. Bennink die op niet meer dan een snaredrum speelde mompelde iets van “We gaan beginnen” waarna Austbø begon te strijken en Bennink antwoordde met “Oh, je bent al begonnen”. Austbø ging onverstoorbaar verder en begon aan een waanzinnige cellosolo waarbij Bennink het strijken imiteerde door met twee drumstokken over elkaar heen te wrijven. Bennink beëindigde dit hoogtepunt van de dag door tegen Austbø te zeggen: ”Je kunt nu wel gaan”, waarna Austbø zijn cello in de koffer opborg en onder applaus van het publiek de kerk verliet.

Louis Sclavis is een van de weinige grootmeesters op de basklarinet,

Minder dan een half uur later, ruim voor het geplande einde zei Bennink dat hij klaar was en hij eindigde met: “Zijn er nog vragen?” Die had het enigszins verbijsterde publiek niet, waarna hij uitlegde dat hij er nog best zin in had maar geen nummers meer had. Als improvisator kon hij natuurlijk wel iets improviseren, zei hij en zette Holderdebolder we hebben een koe op zolder in. “Ik heb verder geen idee”, zei hij daarna waarna klarinettist Joris Roelofs Misha Mengelbergs No Idea inzette. Dit merkwaardige optreden werd uiteindelijk nog net binnen de officiële tijd afgesloten met een mooie versie van Blue Monk.

Orquesta del Tiempo Perdido

Minder merkwaardig maar toch ook vreemd was het Orquesta Del Tiempo Perdido van gitarist Jeroen Kimman. De titel van dit orkest suggereerde een soort band van weemoed en hoewel Kimman zei dat hij zich had laten inspireren door muziek van de Andes, was dat maar in beperkte mate te horen. De korte nummers ontwikkelden zich tergend langzaam als voorzichtig opgeblazen bubblegum om daarna de grappig bedoelde, maar enigszins lullige thema’s te laten uiteen klappen in chaos. Subtiel was het niet, of was het bedoeld als parodie op populaire muziek? De chaos deed denken aan Willem Breuker, de muziek niet. Het concept was daardoor snel uitgewerkt. Totdat Kimman in zijn laatste nummer een emotionele, prachtig gedragen herinnering speelde, opgedragen aan zijn gestorven poedel.

Michael Moore en Paul Berner verzorgden een huiveringwekkend mooi optreden.

Deze 36ste editie van ZJFT werd afgesloten door een huiveringwekkend mooi optreden van klarinettist Michael Moore en bassist Paul Berner. Moore speelde zo mooi standards en ballads uit het Great American Songbook met het klassieke geluid van de jazzklarinet, dat hij je ervan overtuigde dat dit de enige manier was om jazz te spelen. Mede Neder-Amerikaan Berner speelde daarbij zo prachtig de basnoten dat werd aangetoond dat piano en drums helemaal niet nodig zijn om deze songs met eeuwigheidwaarde te spelen. 

Don Kapot met Victor Perdieus en Giotis Damianidis.

Het optreden stond diametraal tegenover de gebruikelijke manier om ZJFT te beëindigen, namelijk zo heftig als mogelijk. Reden om te besluiten iets voor het einde Moore/Berner achter ons te laten en nog even stevig op de pedalen te gaan staan om een paar kilometer verderop nog net het staartje van het Brusselse trio Don Kapot mee te maken. Zelf noemt deze groep zijn muziek ‘afropunk rock-‘n-roll power’ en dat bleek niet overdreven. Onder de heftigst mogelijke swing ging het dak van de schuur in Krassum er bijna af en werd de wonderschone herinnering aan Michael Moore en Paul Berner weggeblazen. Zoals het op dit festival ook hoort te gaan.

Tekst en foto’s TOM BEETZ

ZOMERJAZZFIETSTOUR 2022

Diverse kerkjes en boerenschuren in het Reitdiepdal, Groningen, 27 augustus 2022

Sclavis / Courtois / Schouten / Janssen

Louis Sclavis – klarinetten 
Fie Schouten – basklarinet 
Vincent Courtois – cello
Guus Janssen – piano, kerkorgel

Jeroen Kimman Orquesta Del Tiempo Perdido

Michael Moore – altsaxofoon, klarinet 
John Dikeman – tenor- en bassaxofoon
Mark Morse – lapsteel, gitaar 
Jeroen Kimman – gitaar 
Floris van Bergeijk – synthesizer 
Koen Nutters – contrabas 
Tristan Renfrow – drums 

The Selva

Ricardo Jacinto – cello 
Gonçalo Almeida – contrabas 
Nuno Morão – drums 

Han Bennink80

Joris Roelofs – basklarinet 
Jelle Roozenburg – gitaar 
Harald Austbø – cello 
Timothy Banchet – piano, kerkorgel 
Han Bennink – drums 

Michael Moore / Paul Berner

Michael Moore – klarinet 
Paul Berner – contrabas 

Don Kapot

Viktor Perdieus – baritonsaxofoon 
Giotis Damianidis – bas 
Jakob Warmenbol – drums 

www.zjft.nl

Previous

Lucas van Merwijk (rondetijd 5.41,87)

Next

Jazz langs het water compact, klein en fijn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook