FARRELL SANDERS
Little Rock, Arkansas, 13 oktober 1940
“Trane was de vader, Pharaoh zijn zoon”, zei Albert Ayler ooit. “En ik ben de heilige geest”, voegde hij eraan toe. Beter had het niet gezegd kunnen worden. Net als John Coltrane begon Pharoah Sanders zijn carrière als R&B-tenorsaxofonist, in Oakland, Californië waarnaar hij na zijn middelbare school was verhuisd om het racistische zuiden te ontvluchten. In 1962 trok hij naar New York waar hij berooid als dakloze en pizzapunt-etende zwerver leefde. Het was Sun Ra die hem oppikte, kleding en eten gaf en voor een dak boven zijn hoofd zorgde. Hij gaf hem de naam Pharoah, perfect passend bij Sun Ra’s eigen beeld als de Egyptische god van de zon. Het was ook de tijd dat de free jazz aan zijn opmars begon, waarin de spirituele en kosmische Sanders een prettige groeibodem vond. Voor het avant-garde ESP-label maakte hij zijn eerste plaat die niets deed, maar wel werd opgemerkt door Coltrane die hem voor zijn groep vroeg. Twee jaar later overleed Coltrane en Pharoah nam zijn plaats in, samen met Coltrane’s weduwe Alice Coltrane. Vanaf die tijd was hij een vaste waarde voor het befaamde Impulse-label en vestigde hij zijn naam als een van de grote jazzmusici. Zelf ziet hij dat nog steeds niet zo en in een recent interview voor The New York Times kijkt hij naar zichzelf als iemand die niet echt goed is: “Soms op mijn sax speel ik een paar noten waar ik tevreden over ben”, zegt hij, “maar de rest van de noten klinkt gewoon niet goed. Dus daar ben ik nog steeds mee bezig.”