De Amerikaanse zangeres Sheila Jordan is inmiddels 87 jaar. Ze is haar loopbaan begonnen in het kringetje rondom Charlie Parker. Daar ontmoette ze eveneens haar partner, Parkerpianist Duke Jordan, de vader van haar dochter. Een interview met Jordan is vrij snel geregeld. Hoewel ze het enorm druk heeft, neemt ze alle tijd. Als JazzNu haar belt is ze net klaar met een workshop.
Mevrouw Jordan, u begon met zingen toen u drie jaar oud was?
Ja, ik was toevallig aanwezig in het Michigan Theatre in Detroit, Michigan. Mijn moeder en haar zus namen me mee. Ik wachtte hen op en plotseling namen ze me mee naar de zaal. Het was een amateuravond en ik was ongeveer drie jaar oud. Ik zong (JN: Sheila Jordan begint te zingen).
U bent inmiddels meer dan zes decennia actief als zangeres. U bent nauw bevriend geweest met Charlie Parker.
‘Bird’ was als een grote broer voor mij. Ik ontmoette hem in Detroit toen ik nog een tiener was. Onze vriendschap bleef in stand nadat ik in de vroege jaren vijftig naar New York verhuisde. En hij is nog iedere dag bij me. Ik probeer de nagedachtenis aan Birds muziek zo goed mogelijk staande te houden. Er zijn nog steeds een paar muzikanten onder ons die nooit zullen vergeten welk een impact Charlie Parker op de jazz heeft gehad. Grote muzikanten als Sonny Rollins, Jimmy Heath en Jimmy Cobb, om maar een paar van de oudere muzikanten te noemen. We kennen allemaal het belang van Birds muziek.
U trouwde zelfs met Parkerpianist Duke Jordan. U heeft het allemaal van dichtbij meegemaakt! Op welke wijze heeft de jazzmuziek zich ontwikkeld sinds u begon?
Ja, ik was getrouwd met Duke Jordan en we hebben een prachtige dochter uit dat huwelijk. Jazzmuziek heeft zich onvoorstelbaar ontwikkeld en hopelijk zal dat de komende jaren zo blijven. Er zijn over de hele wereld een heleboel jazzscholen ontstaan. Dat is natuurlijk geweldig. In 1978 begon ik een van de eerste vocale workshops in het City College in New York. Ik doceerde er tot enkele jaren geleden. En nog geef ik in de zomers een à twee weken een aantal workshops. Ik vind deze workshops zeer bijzonder en het is een genot om te horen hoe al die jonge zangers zich inzetten voor deze briljante muziek.
Hoe mogen we deze briljante muziek noemen?
Ik heb geen label voor de muziek die ik zing, behalve het etiket ‘jazz’. Ik ben altijd een innovatieve zangeres geweest. Ik kom uit de school van de grote Billie Holiday, Sarah Vaughan en Ella Fitzgerald. Begrijp me niet verkeerd… ik probeer niet als hen te zingen. Wie kan dat behalve zijzelf? Sterker nog: wie zou willen proberen om deze grote zangeressen te imiteren? Ik zou mezelf niet in de ogen durven kijken als ik probeerde om ze te kopiëren. Ik heb mijn eigen geluid en een groot deel daarvan is gevormd door te luisteren naar Bird en de bebopmuziek die ik hoorde toen ik opgroeide.
Met welk van uw albums bent u het meest tevreden?
In de eerste plaats heb ik geen favoriete plaat van mezelf. Mijn beste plaat moet ik nog maken. Ten tweede heb ik nog nooit naar een van mijn platen geluisterd als deze eenmaal was voltooid. Ik zal nooit een jazzdiva zijn. Ik ben slechts een boodschapper van de muziek. Dat is mijn doel in het leven: het in stand houden van de jazz.
Dan noem ik toch een van uw albums, ‘You Are My Sunshine’, met George Russell. Wijlen jazzcriticus Joachim-Ernst Berendt omschreef dit album als ‘een parodie vol bijtend cynisme op de Amerikaanse middenklasse burgers’. Hij stelde dat de tijd nog niet rijp was voor uw muziek, bent u het eens met hem?
Uiteraard had Berendt het recht om zijn mening over mijn werk te ventileren. Maar laat ik het zo zeggen, het is een zeer persoonlijke plaat. George Russell heeft mij gevraagd mee te werken aan een opname van You Are My Sunshine. Een plaat gewijd aan de werkloze mijnwerkers van South Fork, Pennsylvania. Ik woonde met mijn grootouders tot mijn veertiende in dit gebied. Hierna verhuisde ik naar Detroit om bij mijn moeder te gaan wonen. Daar wil ik het bij houden.
U heeft het nodige voor uw kiezen gehad. Hoe is het u gelukt zo toegewijd te blijven en om zo vastbesloten door te gaan?
Ik houd al van muziek zolang ik me kan herinneren. Opgroeien zonder stromend water of verwarming of wc/badkamer is geen pretje. Door al deze gebreken was ik des te meer gemotiveerd om door te gaan met zingen. Ik voelde me beter als ik zong. Ik ben in een lastige omgeving opgegroeid. In mijn familie was alcoholisme aan de orde van de dag. Dat maakte mijn leven enorm zwaar. Ik bleef echter toegewijd en dat ben ik nog steeds en dat maakt dat ik nog steeds een bijdrage wil leveren aan de muziek. Ik heb het grootste gedeelte van mijn professionele loopbaan doorgebracht op kantoor, totdat ik 58 jaar oud was. Ik moest mezelf en mijn dochter onderhouden, dus ik was afhankelijk van een vast inkomen. Ik ben in die periode echter niet gestopt met zingen. Ik vond altijd wel tussendoor de mogelijkheid om me daar mee bezig te houden. Ik was vastbesloten om dat wat me al die jaren op de been had gehouden, te blijven doen. Goddank is me dat gelukt.
Hoe kijkt u aan tegen de toekomst van de jazzmuziek?
Zolang als de oudere muzikanten, zoals ikzelf, in staat zijn om de jazz-educatie te verzorgen en jonge musici weten te stimuleren om hun hart aan deze prachtige muziek te verliezen, zal deze muziek overleven. Ze moeten worden ondersteund totdat de muziek hen ondersteunt. Geloof me, zolang ze niet ontmoedigd raken, ontvangen zij een van de mooiste geschenken in hun leven. Immers, jazz is de belangrijkste muzieksoort die Amerika heeft voortgebracht. Helaas lijkt het er tegenwoordig op dat jazz het stiefkind is van de Amerikaanse muziek.
ROBIN ARENDS