Jazz en een walvis. Wat heeft dat nu met Amsterdam te maken? Een stad die weliswaar waterrijk is, maar geen walvissen bergt. Het antwoord is klip en klaar: Jazz en de walvis horen bij elkaar sinds er een prachtig initiatief tot stand is gekomen en dat ‘Jazz en de Walvis’ heet.
Jazz en de Walvis is een jaarlijks terugkerend festival, dat op zondag 12 september voor de zevende keer wordt gehouden. Eerst maar even de naam van alle mystiek ontdoen. Toen drie initiatiefnemers van het eerste uur, Mijke van Wijk, Maarten Ornstein en Wijnand Honig zes jaar geleden zaten te vergaderen en er een naam bedacht moest worden voor het evenement dat zij in het oostelijk havengebied van Amsterdam van de grond wilden helpen, keek Mijke van Wijk uit het raam en zag woonblok The Whale (De Walvis). “Laten we ons nieuwe festival Jazz en de Walvis noemen”, opperde zij en de andere twee konden daar alleen maar enthousiast mee instemmen.
Jazz en de Walvis is een evenement vol met jazzmuziek dat zich afspeelt in een aantal huiskamers én op een boot in voornoemd oostelijk havengebied. Een terrein waar je in de jaren tachtig niet eens begraven wilde worden. Het gemeentebestuur van Amsterdam wilde het, nadat de havenactiviteiten naar Amsterdam-West waren verplaatst, helemaal platgooien. Maar het liep anders. Architecten lieten hun blik vallen op het gebied en vanaf de jaren negentig verrezen er architectonische pareltjes. The Whale is er een van. Het is een van de drie zogenoemde meteorieten. Zij worden omringd door laagbouw en zo kon het Jordaan aan het IJ ontstaan.
Toen de drie initiatiefnemers van Jazz en de Walvis hun plannen rond hadden, ging Mijke van Wijk door de wijk fietsen. Ook zij werd getroffen door de ‘rare’ architectuur. “Bij elk huis dat ik leuk vond”, blikt zij terug, “stopte ik een briefje in de bus met het verzoek of de mensen die daar woonden hun woning wilden open stellen voor onze huiskamerconcerten. Bewoners waren meteen enthousiast. Het was geen enkel probleem speelplekken te vinden en dat is steeds zo gebleven. Daarmee is Jazz en de Walvis een evenement voor en door de buurt.”
De eerste editie trok vierhonderd bezoekers en elk jaar loopt dat getal verder op. Op tien huiskamer- en bootpodia, alle dicht bij elkaar gelegen, spelen evenveel musici en groepen. De concerten duren telkens een half uur en zijn te voet gemakkelijk te bereiken. Bezoekers kunnen kiezen of zij voor een of meerdere concerten gaan. Nu al is een deel uitverkocht en dat aspect hoort ook bij de ‘traditie’ van Jazz en de Walvis.
Het festival is dit jaar ‘coronaproof’. Dat betekent voor de bezoekers anderhalve meter van elkaar en minder toehoorders tijdens de concerten. “Bij Jasper Blom kunnen per concert maar tien mensen terecht, bij oud-speler Nawras Altaky veertien en bij de Deense gitaarvirtuoos Teis Semey slechts acht”, vertelt Mijke van Wijk. “Maar op elk podium worden wel vier concerten gegeven.”
Covid-19 heeft een ravage aangericht in de wereld van kunst en cultuur. Daarom zijn nu het weer kan speelbeurten voor kunstenaars van levensbelang. Is door de klappen die de cultuur heeft opgelopen, ook de financiële kant van Jazz en de Walvis in de gevarenzone gekomen? Mijke van Wijk, festivaldirecteur en organisator, klinkt opgelucht: “We hebben voldoende geld om de musici boven de Sena-norm (275 euro) te betalen. We hebben veel sponsors benaderd en die hebben positief gereageerd. Wij betalen trouwens altijd fatsoenlijke gages. Ook subsidieaanvragen zijn gehonoreerd. Subsidieverstrekkers vinden het vaak interessant als er meer wordt geboden dan alleen muziek. Dat is bij ons ook het geval.” Mijke van Wijk doelt daarmee op de Architectuurwandeling onder leiding van een deskundige gids van het Borneo Architectuur Centrum. “Die wandeling van een uurtje verkoopt altijd als eerste uit”, lacht Mijke van Wijk.
De programmering van Jazz en de Walvis is in handen van Robert Soomer, artistiek manager van het Metropole Orkest. Hij nam die taak over van Maarten Ornstein, die dat drie jaar deed. “Robert programmeert heel breed”, zegt Mijke van Wijk. “Alle concerten duren een half uur en voor een aantal mensen is zo’n half uurtje een mooie gelegenheid om kennis te maken met jazzmuziek. Robert en ik doen nu in feite de realisatie van het festival. Ik doe alles, behalve de programmering en productie, die in handen is van Ties Timmers.”
Dat betekent dat Jazz en de Walvis op rolletjes loopt en een vaste plek heeft verworven in een gebied, waar nog niet zo lang geleden geen mens naar toe trok. “Er was geen zak te doen”, zegt Mijke van Wijk heel kernachtig. Dus er zijn ook geen zorgen meer? “Mijn grootste angst was dat bezoekers iets kapot maakten bij de woningen waar de concerten plaatsvinden. Tot nu toe is dat niet gebeurd. Ik ben heel dankbaar dat mensen hun huis open stellen. Zij zijn immers je kapitaal.”
Een kapitaal dat rendeert zonder dat er geld aan te pas komt. Want de huiseigenaren doen het om niet. In de beginjaren stelde een plaatselijke drankhandelaar dozen wijn ter beschikking. Maar die heeft zich terug getrokken. Geen probleem echter, want mensen in dat oostelijk havengebied vinden het maar wát fijn om deelgenoot te zijn van Jazz en de Walvis. De vele enthousiaste aanmeldingen getuigen ervan.
RINUS VAN DER HEIJDEN