Een opera over Papoea’s. Daar hoort uiteraard muziek bij, anders is het immers geen opera. Maar kennen Papoea’s ook een eigen muziek? Wis en waarachtig; jazzcomponist en –uitvoerder combineert authentieke Papoea-melodieën met jazz uit de jaren zestig en zeventig en met moderne klassieke klanken. Om daarmee ‘Opera Papoea’ van een stevig fundament te voorzien.

Maarten Ornstein voorziet ‘Opera Papoea’ van muziek die voor 95 procent van zijn hand is. Foto Deirdre Daly

Opera Papoea is de even eenvoudige als veelzeggende titel van een muziekevenement, dat op zaterdag 13 mei in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam in première gaat. De inlijving door Indonesië van de Nederlandse kolonie Papoea-Nieuw Guinea in 1962 is de kern van de opera. Antropologe en jazzzangeres Merel Hubatka schreef in 2019 haar debuutroman Norman, waarin een Nederlandse ambtenaar in Papoea-Nieuw Guinea in de jaren zestig de hoofdrol speelt. Merel Hubatka is de dochter van Norman, die ambtenaar, en schreef ook het libretto voor Opera Papoea. Carel Alphenaar werkte eveneens aan de tekst mee.

De muziek is van de hand van Maarten Ornstein. Hij componeerde al eerder voor (grote) theatergezelschappen als Orkater, Het Barre Land en Dood Paard, maar nog nooit voor opera. Heeft hij daarvoor speciale technieken moeten aanleren of toepassen? “Nee, eigenlijk niet”, is het simpele antwoord. “Ook opera is gewoon muziek. Ik heb al jarenlang ervaring met zangers.”

Maarten Ornstein werkt regelmatig in Splendor, een muziekgebouw in Amsterdam dat onderdak biedt aan musici van velerlei kunnen. Hij ontmoette er op zekere dag Michael Gieler, behalve musicus bij het Concertgebouworkest ook artistiek leider van productiehuis Music Stages. “We stonden een beetje met elkaar te kletsen”, zegt Maarten Ornstein, “toen Michael zei: ‘Ik heb een project naar aanleiding van een boek, wil jij daar de muziek voor schrijven’? Diezelfde dag nog heb ik dat boek gekocht: Norman van Merel Hubatka.”

Het boek greep ook Maarten Ornstein aan. Hij besloot zonder aarzelen de muziek voor Opera Papoea te componeren. “Ik heb ontzettend veel research gepleegd naar muziek uit Nieuw-Guinea, met name uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Het boek is een dwarsdoorsnede van die periode, een tijdsgewricht. De muzikale verwijzingen in het boek heb ik in kaart gebracht en er veel andere muziek aan toegevoegd. Daarbij moet je startpunten hebben; dit moet erin, dat eruit. Veel muziek van daar gaat over de Papoea’s zelf. Vandaar dat Papoea-vluchtelingen ook in de opera meespelen. Ik had volledige vrijheid om naar eigen inzicht te schrijven. Anders was ik zeker niet geïnteresseerd geweest in medewerking.”

De muziek die Ornstein componeerde bestaat uit voornoemde Papoea-melodieën, jazz en modern-klassieke klanken. Maar is 95 procent Ornstein. Jazz en modern-klassiek is een bewuste keuze. In de jaren zestig leidde de Papoea-muziek in Nieuw-Guinea nog een bloeiend bestaan, terwijl jazz en de zojuist in die jaren geboren popmuziek in het Westen opgang maakten. De innerlijke tegenstelling tussen die drie stijlen, probeert componist Ornstein in Opera Papoea met elkaar te combineren.

Sopraan Channa Malkin is een van de acht solisten in ‘Opera Papoea’. Foto Foppe Schut

Artistiek leider Michael Gieler is immer op zoek om muziek naar nieuwe wegen te leiden. Naast leider altviolen van het Concertgebouworkest is hij een van de oprichters van Splendor. In 2005 richtte hij Music Stages op, een productiehuis waarin hij muziek op eigenzinnige wijze programmeert en tracht te vernieuwen. In het Muziekgebouw aan ’t IJ vinden musici van het Concertgebouworkest in de IJ-Salon onderdak om verleden, heden en toekomst in elkaar te laten vervloeien. Ook hier heeft hij een dikke vinger in de pap. Waarom Gieler voor Opera Papoea heeft gekozen? “Het boek Norman deed me heel erg denken aan Max Havelaar van Multatuli. De nare gevolgen van de botsing van het afkalvende kolonialisme en de nieuwe wereldorde vertaalde Merel Hubatka doeltreffend in persoonlijke verhalen die het leed van de Papoea voelbaar maken.”

Vanaf 8 mei zijn alle medewerkers aan Opera Papoea volop aan het repeteren. “Mét het ensemble, bestaande uit musici van het Concertgebouworkest en alles erop en eraan”, meldt Maarten Ornstein. Hij heeft zijn partituur weken geleden al ingeleverd. Nu is het nog slechts een kwestie van “wat kleine nabewerkingen”. De opera wordt scenisch uitgevoerd met acht solisten, musici van het Concertgebouworkest en zangers uit de Papoea-gemeenschap. De première vindt plaats op zaterdag 13 mei van 14.15-17.00 uur in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam.

Opera Papoea gaat in 2024 op tournee.

RINUS VAN DER HEIJDEN

Previous

Voor Thomas Enhco is een soloconcert zijn laboratorium

Next

Winnaar CTA Joop de Graaf slaat dubbelslag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook