In coronatijd is het niet mogelijk om naar een muziekschool te gaan en privélessen nemen is een kostbare optie. De conservatoria geven digitaal les, maar wat als je nog maar een beginner bent of niet goed genoeg voor het conservatorium? Toch is er al jaren een oplossing voor dit probleem: de Virtual Music School (VMS).
Deze bestaat al lange tijd, heeft niets met corona te maken, maar juist nu vult het een gat. Bart Noorman is trompettist en geeft les in harmonieleer, solfège en methodiek aan de Jazz & Popafdeling van het Utrechts Conservatorium. Hij ontwikkelde in eerste instantie een pakket in de Engelse taal voor de eerstejaars studenten van het conservatorium dat gericht is op improvisatoren en songwriters. Alle elementen van frasering in melodie, harmonie en ritme worden uitgelegd en op meerdere manieren geoefend. In tweede instantie bedacht hij het tweetalige (Nederlands en Engels) Fundamentals-programma, dat zich meer richt op gedegen beheersing van het notenschrift en het instrument, en dat de ontwikkeling van het gehoor traint. Naast een beperkte uitleg van de muziektheorie krijg je duizenden kleine oefeningetjes waarin alle denkbare verbindingen tussen noten, grepen en klank worden verbeterd.
Zeker nu zijn virtuele lessen een actueel thema. Het idee om een jazzcursus te bouwen die ook aan mensen buiten het conservatorium heldere uitleg verschaft, leefde al langer bij Noorman. Maar het kwam pas goed op stoom toen het rond 2004 mogelijk werd om filmpjes te maken van zaken die op het scherm gebeurden. Nu kon hij tijdens het afspelen van de muziek de noten in beeld brengen, voorzien van de toonvoorraad waaruit de solist kan putten. Het notatie- en opnameprogramma LogicPro gaf bovendien de mogelijkheid om aan de noten kleurtjes te geven en daaraan een bepaalde betekenis toekennen. Je kon een ‘blue note’ uit de blues ook echt blauw maken. En een ‘avoid note’ die niet lekker mengt met het akkoord kreeg van hem een poepbruine kleur.
Door deze bijna plastische manier van het in beeld brengen werd de theorie die er in een boek angstaanjagend uitziet, een smakelijke hapklare brok. In 2008 ging met dit programma dat op het conservatorium al een tijd werd gebruikt, de Virtual Music School van start zodat Noorman hetzelfde door hem op het conservatorium gebruikte programma aan iedereen kon aanbieden. Dit bood voor het eerst de mogelijkheid voor degenen die niet naar een conservatorium konden gaan, om dit deel van de opleiding door zelfstudie thuis in eigen tempo achter de computer te doen.
De eerste filmpjes voor wat later het VMS-programma zou worden, gingen over stukken waarin een bepaald hoofdstuk uit de harmonieleer centraal stond. Pianist Bert van den Brink – een collega van het Utrechts conservatorium – was enthousiast over het concept en bood aan om alle ritmesecties in de hoogglans te zetten. Noorman had al harde schijven boordevol goede samples en kon instrumenten als piano, contrabas en drums zo goed laten klinken dat het bijna niet van echt te onderscheiden is. Bert van den Brink haalde ook zangeres Heleen van den Hombergh erbij om een ballad in te zingen. Uit Noormans eigen netwerk kwamen blazers en gitaristen, zodat de stukken nergens ‘fake’ of ingeblikt klinken.
Toen Bert van den Brink de liedjes zo mooi had vormgegeven, besloot Noorman het bouwwerk uit te breiden tot een volledige geïntegreerd pakket met maximaal educatief rendement. De leerling krijgt uitleg van een bepaald onderwerp, een voorbeeldsong waarin dat wordt toegepast, meespeeltracks om het zelf op zijn of haar eigen instrument te spelen, speeloefeningen om het onderwerp echt te kraken, analyses van andere stukken waarin die akkoordverbinding aan bod komt en tot slot gehoortrainingsoefeningen om die verbinding zelf te herkennen en desgewenst te gebruiken in eigen composities. In feite heeft Noorman hiermee het programma gebouwd dat hij zelf had willen hebben toen hij zijn eerste schreden zette op improvisatiegebied.
Naast dit programma is later het Fundamentals-programma ontstaan, dat heel basaal de muziektheorie behandelt. Noorman kwam op het idee hiervoor toen hij op de muziekopleiding van het ROC betrokken was bij de audities van blazers. Allerlei enthousiaste jonge mensen die soms al zeven jaar les hadden en lange uitgeschreven solo’s uit een boekje naspeelden, liepen vast toen hij ze vroeg om Zie ginds komt de stoomboot uit het hoofd te spelen. Het uit je hoofd (na)spelen van zinnen werd kennelijk niet voldoende getraind op de muziekscholen. Hij besloot dit grondig aan te pakken: naast de basisuitleg van de muziektheorie moest het pakket materiaal bevatten waarbij elk schakeltje van het muziek maken getraind kon worden. Met kleine overzichtelijke spanningsboogjes waarin zoveel mogelijk variatie in toonsoorten en stijlen aan bod komen.
Uiteindelijk werden zeven verschillende trainers gemaakt: ‘Sing what you see’, ‘Play what you hear’, ‘Write what you hear’, ‘Play what you see’, en de Harmony, Chord Memorizer en Toonladderschijf-trainers. Dit programma bevat zelfs Frequently Asked Questions waarin antwoorden zijn te vinden op vragen over talloze onderwerpen, tot zelfs een antwoord op de verzuchting wat je moet doen als je er niets van begrijpt.
Komt hier nog een vervolg op? “Misschien wel”, zegt Bart Noorman, “ik zou ook nog wel eens een arrangeercursus willen maken. Het begin is al te vinden op mijn website met een gratis toegankelijke pagina over stemvoering. Ik beleef veel lol aan het arrangeren en componeren voor mijn jazzseptet Art Bop City, maar ook voor Latingroepen en big bands waarin ik speel. Het lastige van dit onderwerp is dat het eigenlijk niet kan zonder feedback van een docent. Je moet iets proberen en waarschijnlijk maak je dan een aantal klassieke fouten. Daar kom je echter niet achter als er niemand is die je wijst op wat er misgaat en die je laat zien hoe het beter kan klinken.”
In elk geval kunnen beginnende en gevorderde muzikanten nog jaren vooruit met de VMS-cursussen die er nu al zijn.
TOM BEETZ
Bekijk hier VIRTUAL MUSIC SCHOOL