De titel en het hoesje van het recente album van Angelo Verploegen lijken een hint naar op tournee gaan. Mis, verder dan stilstand en thuis blijven kwamen Verploegen en de zijnen niet in het coronajaar 2020. Tijd voor bezinning te over, daarbij maar eens terugkijkend op zowat 35 jaar toeren en spelen op steeds weer andere en nieuwe plaatsen. Reizen is nieuwe indrukken opdoen. Omzien naar het verleden gaat om wat je al kent. De weerslag staat op ‘The Art of Traveling Light’, met een even geconcentreerd als helder uitgevoerd, zeer gevarieerd repertoire.
Letterlijk te midden van de elf nummers op de cd wordt de geest van Misha Mengelberg even vaardig over het trio Verploegen-Bronnenberg-Van Hulten in het voor Mengelberg zijn doen mildironische Een Beetje Zenuwachtig. Als een klein ensemble dat een dansavond opluistert krijgt de band als intermezzo even de gelegenheid om beschaafd te schmieren over een paso doble.
Aansluitend Dance Of The Infidels van ook een heel intrigerende pianist, Bud Powell, uit zijn kortstondige tijd bij Blue Note, begin jaren ’50. In dit nummer geeft slagwerker Jasper van Hulten op ingetogen wijze partij aan blazer en gitarist, terwijl de muziek van Powell meestal wel uitdaagt erop los te gaan. Klasse, om een nogal schonkige compositie zo een subtiele glans te geven.
Met het oppoetsen van de meer bekende nummers zijn bijzondere keuzes voor de trio-arrangementen gemaakt. Nergens krijg je bij het beluisteren van het album de kans om gemakzuchtig te anticiperen op wat je gaat horen. Niet bij You’de Be So Nice To Come Home To en niet bij Time After Time. Het is bij de les blijven geblazen. Elke lezing is steeds weer verrassend. Dat gebeurt je bij het gevoelige Nature Boy en net zo goed bij Cry Me A River. Vergeet bij dat laatste nummer de zwoele lezing van Julie London uit begin jaren ’60. Bij Verploegen krijgt deze tranentrekker een militair sausje met een opgerekte mars met een metrum van steeds drie tellen en aansluitend een langgerekte. Een heel leger op de been voor berouw over ontrouw.
Het album besluit met een prachtsolo van Angelo Verploegen in de standard In The Wee Small Hours Of The Morning. Geen slaapliedje of een reveil. Nee, met die fluwelige toon van de flügelhorn gaat een nacht zacht ten einde. Hier en daar is een gitaarpingeltje te horen, heel licht. Bronnenberg zat die solo intens mee te beleven, zo klinkt het, en kon niet van de snaren af blijven. Heerlijk toeval.
Verploegen toont niet alleen de kwaliteit van die flügelhorn als hij speelt, hij zet in het eerste nummer Hub’s Hub instrumentmaker Van Laar prominent in het zonnetje en neemt hem zo op in de rij van grootheden achter het instrument. Onder anderen Stradivari, Guarneri en Sax gingen hem voor. Voorwaar, niet de minsten.
JAN BOL
ANGELO VERPLOEGEN – THE ART OF TRAVELING LIGHT
Just Listen Records
Angelo Verploegen – flügelhorn
Wim Bronnenberg – gitaar
Jasper van Hulten – slagwerk