Het achtste album van de Italiaanse drummer Lorenzo Tucci heet ‘Sparkle’. Fonkeling. En fonkelen is wat hij doet. Maar tussendoor spettert en sputtert, duwt en trekt hij ook.
Wat heeft Tucci tot dit akoestische album gebracht? JazzNu nam contact op met de drummer. Tucci: “Ik voelde na mijn experimentele conceptalbums Lunar en Drumpet sterk de behoefte om muziek op te nemen die meer emotionele impact op de luisteraar zou moeten hebben. Met Sparkle ben ik teruggekeerd naar een persoonlijke stijl, gebaseerd op intuïtie en emotie. Ook de opbouw is persoonlijk. De meeste nummers op Sparkle zijn niet gestructureerd volgens het standaard jazzformaat: (thema-solo-thema). Het zijn kleine suites geworden en de Sparkle Suite is het nummer dat dit concept het best vertegenwoordigt. Elke solo komt voort uit de vorige en slaat vervolgens weer een andere richting in.”
Het openingsnummer, een driedelige suite, begint met de krachtige convergerende akkoorden van pianist Mannutza, het tweede deel wordt met een afwisselend staccato-legato intermezzo van de pianist ingeleid. Contrabassist Fattorini neemt vervolgens de melodielijn over. Het slotgedeelte van de suite bestaat uit een gejaagd, door Mannutza aangezet thema dat door Tucci met bekkenslag wordt opgevoerd tot een overtuigende finale.
De piano heeft op het volgende nummer Past eveneens het hoogste woord, maar ook de contrabas van Fattorini wordt subtiel in stelling gebracht. Hij weet samen met Tucci uitstekend de spanning op te bouwen onder de stuwende solo van Mannutza. Totdat het trio net voor het einde terugkeert naar het kabbelende tempo waarmee het nummer is ingezet.
Trompettist Flavio Boltro is aanwezig op vijf nummers, waaronder de Tuccicompositie So One. De compositie is met 6.43 minuten het langste nummer op het album. Boltro geeft met zijn ingetogen spel een melancholisch tintje. Het echte vuurwerk komt echter opnieuw van Mannutza. De beide heren sluiten het nummer af met prachtig synchroonspel.
Op Two Years, geïnspireerd door de zoon van de drummer die op het moment dat Tucci het nummer schreef bijna twee jaar oud was, zit de vaart er goed in. Tucci werkt zichzelf en zijn collega’s flink in het zweet en terwijl hij in hoog tempo roffelt, verklankt Mannutza met zijn over elkaar buitelende lijnen het drukke leven van de dreumes. Ook de bassist komt met een solo aan bod, ondersteund door pianoakkoorden en de doorkabbelende roffels van Tucci.
Een andere persoonlijke ode op dit album is het slotnummer E po’ Che fa, een vroege compositie van de vorig jaar overleden popartiest Pino Daniele. Volgens Tucci “een groot kunstenaar en een vernieuwer in de Italiaanse muziekscene.” Het trio heeft zich uitstekend ten dienste gesteld van gastzangeres Karima en trompettist Boltro. De laatste trapt af met een warme melodielijn en even later valt de aangename soulachtige stem van Karima in. Een prachtig slot van een plaat waar we hopelijk nog veel van gaan horen.
Het is Tucci met Sparkle prima gelukt de vonk van zijn emoties over te brengen. Hij heeft er bovendien goed aan gedaan de elektronica op dit album achterwege te laten. De drummer levert met zijn nieuwe album een prettige, coherente bijdrage aan de groeiende Italiaanse jazzcatalogus.
ROBIN ARENDS
Lorenzo Tucci – Sparkles
Via Veneto Jazz/Jando Music
Luca Mannutza – piano
Luca Fattorini – contrabas
Lorenzo Tucci – drums
Flavio Boltro – trompet
Karima – zang
www.lorenzotucci.com
www.jandomusic.com
www.viavenetojazz.it