De in Tunesië geboren, maar in Parijs wonende en werkende Jean-Pierre Smadja heeft zich de artiestennaam Smadj aangemeten. Hij begon ooit als gitarist met een absolute voorkeur voor jazz. Daar ontwikkelde hij zijn gave om binnen traditionele jazz het beste uit andere muziekstijlen in te brengen. En daaruit kwam dan weer zijn interesse voort om te onderzoeken hoe mechanismen binnen de muziek werken. Dat onderzoek leidde hem naar de hoedanigheid van geluidsman. In zijn geval voor voor klassieke- en folkmusici.
Rond de eeuwwisseling ging Smadj zich bekwamen op de ud, de traditionele Arabische korthalsluit. Hij bracht inmiddels al vele cd’s uit, Spleen is zijn recentste. Met een enigszins verwarrende titel: spleen is het Engelse woord voor neerslachtigheid. Toegegeven, het geluid van een ud roept weemoed op, verstopt zich achter mystiek en is tevens lichtelijk zwaarmoedig. Maar de ud kan evengoed jubelen en de muziek ten hemel voeren.
Dat is allemaal uitgebreid te horen op deze Spleen. Waarbij duidelijk wordt dat de titel toch niet zo gek is gekozen. De zwaarmoedigheid zit ‘m in het streven van Smadj om de blues te eren in zijn volle breedte. Dus komen ook fado, saudade en nog wat vormen van muziek voorbij, die gedrenkt zijn in blues. En dat verklaart dan weer de uiteenlopende keuze van de instrumenten waarmee Spleen wordt verklankt.
Spleen is een prachtig album, waarop Smadj de eeuwenoude klanken van de ud middenin deze tijd plaatst. Hij doet dat met elektronica, een klarinet, trompet, bandoneon, piano, contrabas/basgitaar, kora (West-Afrikaans snaarinstrument), slagwerk en zang. Maar meer nog: Smadj bespeelt naast de traditionele, akoestische ud ook een elektrische uitvoering; een enorme uitbreiding van het totale klankbeeld.
Het mag duidelijk zijn dat Spleen een product is van fusionmuziek. Daarmee wordt meestal een risicovol pad ingeslagen: het is snoepen van twee walletjes en het resultaat is meestentijds dat de muziek tussen wal en schip belandt. Op Spleen is daar zeker geen sprake van. Smadj is erin geslaagd de eigentijdse elementen waarvoor hij heeft gekozen, uiterst gedoseerd en smaakvol in de muziek in te passen. Hij heeft naar eigen zeggen de puzzelstukjes wijd uitgespreid om goed te kunnen bezien hoe ze het best bij elkaar passen.
De kracht van de muziek wordt nog versterkt door de schitterende opnamekwaliteit. De klanken van de ud zitten zó ver van voren in de geluidsboxen, dat het lijkt of Smadj ze live in je huiskamer staat te vertolken. Zijn gebruik van elektronica is bijna sereen, waardoor de muziek nergens aalgladde, commerciële rafelrandjes krijgt.
Spleen omvat verschillende culturen. In Ya Hmama hoor je Arash Sarkechik zingen als is hij Khaled, de bandoneon van William Sabatier trekt je inderdaad de tango in en het gebruik van de kora verbindt je met West-Afrikaanse muziek. Het mooie bij dit alles is, dat elk instrument zich ten dienste stelt van de totaalklank. Waardoor het klinkt of het al eeuwen zo is geweest; een bandonenon naast een ud…
De muziek staat als een huis en Smadj’s droom om een huwelijk tot stand te brengen tussen traditie en moderniteit is daarmee volledig geslaagd. Spleen is een album dat beklijft en een duidelijk voorbeeld voor al diegenen die trachten verschillende muziekculturen met elkaar te verbinden.
RINUS VAN DER HEIJDEN
Smadj – Spleen
JazzVillage/Harmonia Mundi
www.jazzvillagemusic.com
Smadj – akoestische ud, elektrische ud, elektronica
Amine Bouhafa – klarinet
Ibrahim Maalouf – trompet
Sofiane Saidi – zang
Arash Sarkechik – zang
Ballake Sissoko – kora
William Sabatier – bandoneon
Bojan Z – piano
Didier Bouchet – contrabas/basgitaar
Thomas Guittet – slagwerk